Mijn zoon de gelukzoeker

Onze oudste zoon Lucas vertrekt over een paar dagen naar Bali. Niet om daar een weekje op het strand te gaan liggen en ook niet als onderdeel van een wereldreis. Bali heeft zijn hart gestolen en hij wil daar een nieuw bestaan gaan opbouwen.

 

 

We weten allemaal dat we in een bevoorrecht stukje van de wereld wonen. Wie de statistieken bekijkt, ziet dat Nederland steevast tot de top-tien landen behoort als het gaat om welvaart, gezondheidszorg en geluk. Geen wonder dat veel mensen die in minder fortuinlijke landen wonen en getroffen worden door armoede, oorlog, hongersnood of werkloosheid proberen onze kant op te komen. Soms bedreigd of letterlijk weggebombardeerd; soms zonder kwestie van leven-of-dood, maar op goed geluk. We hebben hen de afgelopen jaren zien arriveren en zien stranden. Met gammele bootjes, verstopt in vrachtwagens, of lopend langs de snelweg in midden-Europa. Vluchtelingen, migranten, illegalen, gelukszoekers. Ze willen hier een nieuw leven opbouwen. En wij weten eigenlijk niet goed wat we met hen aan moeten.

Onze zoon gaat de omgekeerde kant op. Ook als gelukzoeker. Maar niet omdat hij het hier slecht heeft, of omdat hij zijn buik vol heeft van Nederland, of omdat hij gedwongen wordt. De reden is dat hij een plek ver weg heeft gevonden waar hij zich helemaal senang voelt. Waar hij wil gaan wonen en werken. Ook zijn zoektocht roept gemengde gevoelens op. We hopen natuurlijk dat hij dat geluk vindt. Maar we zouden hem ook heel graag hier houden. Het vreemdste is daarbij vooral dat we niet weten waartoe deze grote stap zal leiden. Gaat hij een paar jaar weg? Of blijft hij daar voor de rest van zijn (en ons) leven?

Naar een ander land verhuizen is ook in praktische zin een grote stap. Lucas heeft hier, tot grote spijt van zijn collega’s en leerlingen, zijn baan als leraar Nederlands opgezegd. Ook zijn mooie etage bij de Amsterdamse Overtoom heeft hij opgegeven. Zijn spullen heeft hij verkocht of weggegeven. Zijn totale bezit past op dit moment in een koffer en twee tassen.

Lucas is al een paar keer op Bali geweest. Het eiland, de mensen en de cultuur hebben hem vanaf de eerste keer gegrepen. Hij geniet van het tempo, de temperatuur en het temperament. Men neemt daar meer de tijd voor elkaar en voor waar men mee bezig is. Meer rust, meer aandacht, meer zen. Hij heeft daar nieuwe vrienden gemaakt en spreekt zelf al een aardig mondje Indonesisch.

Vindt hij op Bali nieuw geluk? We weten dat hij het daar wil gaan zoeken en dat is voor ons, achterblijvers, een cruciaal gegeven. Iemand die oprecht het geluk zoekt, moet de kans krijgen dat te vinden. Iemand die hier tientallen mensen om zich heen heeft die om hem geven, maar toch wil vertrekken, moet wel erg gemotiveerd zijn. We zwaaien hem dus met liefde uit. We hebben hem niet opgevoed om hem vast te houden. Maar dit loslaten doet natuurlijk wel pijn, ook al is hij een volwassen man van 32 jaar. Zoals het hem ook pijn zal doen om ons achter te laten. Pijn die we dankzij moderne communicatie- en transportmiddelen zullen kunnen verzachten. En pijn die hij vooral kan wegnemen door daar nieuw geluk te vinden.

Lucas boft dat hij niet gedwongen wordt om zijn heil elders te zoeken, maar dat hij dat vanuit een positieve motivatie gaat doen. Hij heeft geluk dat hij het geluk uit vrije wil mag gaan zoeken.

Geef een reactie