Oogsten

 

“Op een gegeven moment vertelde Luciano dat er in hun dorp dit jaar geen olijfoogst zal zijn. Het voorjaar is zo koud geweest dat het de groei van de olijven te sterk heeft aangetast. Dit is nog nooit eerder gebeurd en iedereen in het dorp is ontdaan.”

 

Mijn nicht Jacqueline woont met haar man Luciano in een klein dorp in Noord-Italië. We zien elkaar slechts eens in de zoveel jaar; tijdens een familiefeest in Nederland of als we in de zomervakantie bij hen in de buurt zijn. Vorige maand was het weer raak en hadden we een allerhartelijkste ontmoeting toen we op doorreis waren naar de Adriatische kust. Omdat we elkaar maar weinig ontmoeten hebben we altijd veel om bij te praten: de kinderen, de verschillen tussen Italië en Nederland, familieroddels, grote Europese vraagstukken en de goede dingen van het leven waar zij, nu ze sinds enige tijd met pensioen zijn, volop van genieten. Op een gegeven moment vertelde Luciano dat er in hun dorp dit jaar geen olijfoogst zal zijn. Het voorjaar is zo koud geweest dat het de groei van de olijven te sterk heeft aangetast. Dit is nog nooit eerder gebeurd en iedereen in het dorp is ontdaan. De olijfteelt is namelijk een belangrijk onderdeel van de traditionele dorpscultuur.[1] Olijfboomgaarden zijn oud en gaan over van generatie op generatie. In de oogstperiode helpt iedereen in het dorp elkaar bij het plukken (in Noord-Italië vallen de olijven niet vanzelf op de grond). Een lokale coöperatieve olijfperserij zorgt ervoor dat iedere familie zijn eigen olijfolie krijgt. Dit jaar kan er voor het eerst sinds mensenheugenis niet geoogst worden. Economisch is het geen ramp, omdat de meeste dorpelingen niet meer van de landbouw leven, maar uit liefhebberij de familieboomgaard aanhouden. Het plukken, persen en bottelen kost vaak meer geld, dan dat het oplevert. De schade is vooral emotioneel; de mensen voelen zich ontregeld. De olijfoogst staat symbool voor een vaste, traditionele ordening waarin de band met de natuur en de band met elkaar tot uitdrukking komt.

Het verhaal van de mislukte olijfoogst blijft in mijn hoofd rondzingen omdat in de twee boeken die ik tijdens de vakantie lees ook de ordening van de menselijke samenleving een thema is..

 

De geest uit de fles

Het eerste boek is De geest uit de fles van Ger Groot. Het is een prachtig boek over de ontwikkeling van de filosofie in de afgelopen vier eeuwen die Ger Groot bestempelt als “één lange worsteling met de erfenis van de religie“. Je zou met een knipoog naar Geert Mak het boek ook ‘Hoe God verdween uit het westerse denken’ kunnen noemen.

 

Sinds de tijd van de Verlichting en met name Descartes wordt de wereld niet langer benaderd vanuit het uitgangspunt van het goddelijke, maar wordt de mens het uitgangspunt. Daarmee heeft, volgens Groot, de wereld haar vaste ankerpunt verloren. Het goddelijke was absoluut en gaf ordening en zin. Het moderne denken is dat los gaan laten (‘de geest uit de fles’) en de moderne mens moet nu zelf voor betekenis en zingeving gaan zorgen. Dat is een enorme uitdaging omdat de mens weet dat hij sterfelijk is en beperkingen heeft en omdat er verdeeldheid is tussen de mensen. Waar vroeger God en de door God aangewezen (absolute) vorsten voor eenheid en ordening zorgden, moeten mensen er nu samen uit zien te komen. Voor de ene persoon een enorme bevrijding, voor de andere een situatie van twijfel en angst. Niet alleen aan de hand van moderne denkers, maar ook met talloze voorbeelden en illustraties uit de literatuur, films en beeldende kunst laat Ger Groot zien hoe de moderne mens het dominante goddelijke ordeningsprincipe kwijt is geraakt.

 

Godenslaap

Het andere boek, de roman Godenslaap van Erwin Mortier, schetst het leven van een familie in België en Noord-Frankrijk in de eerste decennia van de vorige eeuw. Een samenleving die half agrarisch en half-industrieel is. In de dorpen bewerkt men het land of beoefent men bepaalde ambachten. Het jaarritme wordt bepaald door de natuur en de seizoenen.

Dat kunnen wij nog herkennen als we kijken naar de oude namen van de maanden die vroeger werden gehanteerd.

Januari – Louwmaand
Februari – Sprokkelmaand
Maart – Lentemaand
April – Grasmaand
Mei – Bloeimaand
Juni – Zomermaand
Juli – Hooimaand
Augustus – Oogstmaand
September – Herfstmaand
Oktober – Wijnmaand
November – Slachtmaand
December – Wintermaand

(Het woord oogst is afgeleid van de naam Augustus. En  het woord herfst hangt niet voor niets samen met het Engelse woord harvest. )

Mortier laat zien hoe de toenemende industrialisatie voor nieuwe verhoudingen zorgt. Steeds meer plattelanders trekken naar de stad om in fabrieken te gaan werken. Men komt in de stad losser van de natuur te staan en daarmee ook losser van God. Op het platteland blijven landbouw en religie traditiegetrouw hand in hand gaan. In de woorden van Mortier: “alles wat met het heilige van doen had, was cyclisch in die dagen. Een symboliek van het onveranderlijke dient nu eenmaal in haar eigen staart te bijten wil zij de eeuwigheid oproepen”. (p. 111).

De dubbele betekenis van het woord cultuur

De traditionele agrarische samenleving kende dus een dubbele vaste ordening: die van het bewerken van het land en die van de godsdienstbeleving. De oorspronkelijk, dubbele betekenis van het woord cultuur vat dat goed samen. Cultuur komt van het Latijnse woord colere dat zowel bebouwen en bewerken betekent (denk aan agri-culture) als aanbidden en vereren. Veel religies kennen goden, rituelen en verhalen die direct samenhangen met het agrarische leven: er wordt gebeden voor een goede oogst, er worden offers gebracht. De cyclus van de natuur en de seizoenen wordt gekoppeld aan de cyclus van religieuze rituelen. In Nederland zie je die band tussen de agrarische samenleving/vissersdorpen en geloof nog sterk terug in de orthodoxe Bible Belt. Liefhebbers van popmuziek kennen ongetwijfeld het lied Turn! Turn! Turn! van The Byrds (geschreven door Pete Seeger) dat nagenoeg een letterlijke vertaling is van een tekst uit het bijbelboek Prediker waarin de samenhang tussen geloof en natuur duidelijk naar voren komt:
To everything, turn, turn, turn.
There is a season, turn, turn, turn.
And a time to every purpose under heaven.
A time to be born, a time to die.
A time to plant, a time to reap.
A time to kill, a time to heal.
A time to laugh, a time to weep.

 

Twee ankerpunten kwijt

Het leven van de moderne mens is over het algemeen niet meer geordend aan de hand van de natuur en haar seizoenen en/of door religieuze rituelen. De moderne mens is niet alleen zijn goddelijke ankerpunt kwijt, zoals Ger Groot aangeeft, maar ook het natuurlijke, agrarische ordeningsprincipe. Hij mist daardoor twee vaste oriëntatiepunten die houvast en betekenis geven. Sommige mensen proberen dat op te vangen door een levenswijze aan te nemen die hen weer dichter bij de natuur brengt of door te kiezen voor nieuwe rituelen of overtuigingen. Anderen voelen zich verweesd en verlangen terug naar vroeger tijden. Weer anderen genieten volop van hun vrijheid en de vele keuzemogelijkheden die de huidige tijd biedt.

Ger Groot laat het schilderij ‘Angelus’ van Jean-Francois Millet zien als illustratie van een “door God bestierde wereld”. Daarnaast toont hij de bewerking van dit schilderij door Salvador Dali om de verweesde moderne mens te laten zien.

 

Samen oogsten

Ik moet, aan de hand van het verhaal over de mislukte olijfoogst en de boeken die ik heb gelezen, vooral denken aan de woorden oogsten en offeren. Op het gevaar af dat ik begin te klinken als Peter Sellers in zijn rol als brave tuinman in de film Being There denk ik dat het betekenisvol is om juist samen met andere mensen te werken, te beleven en te vieren. Je hoeft niet gelovig te zijn of op het platteland te wonen om samen te kunnen zaaien en oogsten. Dat kan op allerlei plekken en in alle seizoenen. Offeren betekent voor mij daarbij niet aanbidden (ik ben niet gelovig), maar letterlijk: aanbieden. Ik doel hierbij niet op de aanbiedingen van de supermarkt, maar op datgene wat mensen voor elkaar kunnen betekenen. Als je andere mensen iets kunt aanbieden is dat altijd positief: hulp, advies, geld, een luisterend oor. Het elkaar helpen bij de olijfoogst in het dorp van Jacqueline en Luciano is daar een prachtig voorbeeld van. Daarom is men zo van slag nu dat dit jaar doorbroken wordt. Men kan niet meer samen oogsten. Wat dat betreft hoop ik dat er in Noord-Italië de komende jaren weer volop olijven zullen groeien.  En als ze me dan een keer aanbieden om mee te doen met het plukken, doe ik graag mee.

 

[1] De symbolische betekenis van de olijfboom komt ook goed naar voren in de recente Spaanse film El Olivo.

 

________________

Reacties op mijn blog zijn zeer welkom. Graag via Facebook, Twitter of LinkedIn. Ik heb de reactie-functie van mijn blog helaas moeten blokkeren omdat ik heel veel spam ontving.