Nepnieuws is geen nieuws

“Dubieuze berichten ontstaan meestal juist buiten de reguliere nieuwsmedia. We hebben daarom tegenwoordig de nieuwsmedia des te meer nodig om al deze rijpe en groene uitingen te controleren, te selecteren, te duiden en te becommentariëren.”

In 2017 was nepnieuws een van de opvallendste nieuwe woorden. Het Genootschap Onze Taal nomineerde de term, naast woorden als gifei en genderneutraal, voor de verkiezing van het woord van het jaar 2017. Uiteindelijk sleepte het woord appongeluk die prijs in de wacht. De Britse woordenboek-uitgever Collins riep in november 2017 de Engelstalige variant fake news uit tot woord van het jaar in het Verenigd Koninkrijk. De uitgever had op basis van onderzoek aangetoond dat met name sinds de verkiezingscampagne van Donald Trump in 2016 de term fake news in 2016 een enorme vlucht had genomen.

Wat is nep en wat is nieuws

Het is interessant om te kijken wat nu precies nepnieuws is. Volgens Van Dale staat het zelfstandig naamwoord nep gelijk aan bedrog en betekent het bijvoeglijk naamwoord nep vervalst, nagemaakt of onecht. Zo heb je nep-haar en echt haar, of een nep-bom en een echte bom. In die zin is nep-nieuws dus onecht nieuws of nagemaakt nieuws. Dat doet veronderstellen dat er ook echt, onvervalst nieuws is.

Om dat laatste te kunnen nagaan moeten we eerst weten wat nieuws is. Als we weer Van Dale raadplegen treffen we bij het woord nieuws de omschrijvingen tijding en bericht aan. Het gaat dus om een boodschap die wij ontvangen. Het woord nieuws is de genitivus (of 2e naamval) van het woord nieuw en betekent: van nieuw/van het nieuwe. Zoals Piets in de zin ‘Peggy is Piets dochter’ betekent dat Peggy de dochter van Piet is. In die zin heeft nieuws dus te maken met een bericht over een nieuwe (recente, actuele) gebeurtenis. Nep-nieuws is in die zin een nagemaakt, vervalst nieuwsbericht.

Strikt genomen zouden we van nepnieuws moeten spreken als iemand een namaak-nieuwsbericht produceert. Het ziet er echt uit, maar het is nonsense. Populaire voorbeeld hiervan zijn de nep-berichten van De Speld en de traditionele grappige 1 april berichten in de media.

In de praktijk wordt er echter met nepnieuws iets anders bedoeld. Het gaat dan niet om een knipoog-bericht à la De Speld, maar om een bericht waarmee het publiek bewust wordt misleid of gemanipuleerd. Het modewoord nepnieuws heeft daarmee vooral betrekking op de intentie en de kwaliteit van een bericht. Is het betrouwbaar? Welk belang is ermee gemoeid? In hoeverre strookt het met de werkelijkheid? Om dat te kunnen bepalen moeten we onderzoeken wat er in de werkelijkheid is gebeurd, hoe dat is omgezet in een nieuwsbericht en wie het bericht heeft verspreid.

Wat is werkelijk werkelijk?

Het eerste aspect, wat is werkelijkheid, is onderwerp van een eeuwenlang filosofisch debat. Van de grot van Plato via het middeleeuwse denken met God als universeel middelpunt tot de Verlichting (waarin getornd wordt aan het goddelijke ordeningsprincipe) en moderne denkers als Nietzsche en Foucault. Elk tijdperk heeft zo z’n eigen antwoorden op vragen als: is er een onomstotelijke werkelijkheid; zijn er meer werkelijkheden; is wat wij zien een afspiegeling van een werkelijke werkelijkheid? Er bestaat geen breed gedragen consensus over wat waarheid en werkelijkheid is.

Als er al discussie bestaat over de vraag wat werkelijkheid is, moeten we natuurlijk ook voorzichtig zijn met onze waarneming en interpretatie van verschijnselen uit de (zogenaamde) werkelijkheid.

Een voorbeeld. Als Ajax met 2-0 van PSV wint en ik ben zelf toeschouwer bij die wedstrijd (samen met 50.000 anderen) dan is er weinig reden om de feitelijke eindstand te bestempelen als niet echt of vervalst. Maar of het een terechte uitslag was, of de doelpuntenmaker bij de tweede goal buitenspel stond en of de uitslag bewijst dat Ajax terecht een nieuwe trainer heeft aangesteld, dat is minder zeker vast te stellen. Daar zal men bovendien in Eindhoven anders over denken dan in Amsterdam. Kortom, er zijn meer en minder feitelijke verschijnselen. Die verschijnselen nemen we per individu op verschillende manieren waar en voorts verwerken we die waarnemingen op onze eigen manier binnen ons eigen referentiekader met een geheel aan ervaringen, gedachten en gevoelens. Vijftigduizend toeschouwers zijn dus goed voor vijftigduizend verwerkingen van een voetbalwedstrijd.

Elk nieuwsbericht is een constructie

Dan de volgende stap. Er wordt een nieuwsbericht samengesteld over een bepaald onderwerp (een voetbalwedstrijd, een klimaatrapport, een oorlog, een politiek debat, een vulkaanuitbarsting). De samensteller van het bericht heeft iets in woorden en/of beelden openbaar gemaakt, gepubliceerd.  Hij heeft zijn waarnemingen, ervaringen, gedachten, gevoelens, interpretaties vertaald in taal: schrijftaal, beeldtaal, spreektaak, gebarentaal. Simpel gezegd, hij heeft zijn impressies omgezet in expressies. Hij voegt zo een schakel toe aan de keten werkelijkheid-waarneming-interpretatie. Die vertaling/expressie-schakel zou in principe totaal los kunnen staan van de werkelijkheid. Er is dan geen enkel verifieerbaar feitelijk aspect aan te ontdekken. Bij het hierboven gegeven voorbeeld van Ajax-PSV zou dat een bericht kunnen zijn dat de eindstand 1-1 was. In het dagelijks taalgebruik zouden we zeggen: dat slaat nergens op; het raakt kant noch wal. Een andere optie is dat er in een nieuwsbericht wel een verband bestaat met een feitelijke gebeurtenis of verschijnsel, maar dat juist de gekozen invalshoek of duiding ter discussie staat. Als 10 voetbaljournalisten een verslag schrijven van Ajax-PSV levert dat 10 verschillende reportages op. Dat kan ook niet anders, want iedere journalist heeft z’n eigen interpretatiekader, schrijfstijl, visie op voetbal, affiniteiten, etc. Met andere woorden, (nieuws-)berichten hebben altijd een bepaalde kleur, toon, visie, interpretatie of invalshoek. Binnen de journalistiek en de communicatiewetenschap spreekt men in dit verband van frames, representaties en media-agenda’s.

Kortom, nieuwsberichten zijn altijd constructies. Ieder nieuwsbericht is door een keten van selectie, verwerking, interpretatie, vertaling en kleuring gegaan voordat ik het onder ogen krijg. Hoe meer feitelijk, verifieerbaar en evenwichtig het bericht, des te kleiner de kans op inhoudelijke controverse en nepnieuws-beschuldigingen. Daarom zal een wedstrijdverslag van een ervaren sportjournalist normaliter een betrouwbaarder beeld geven van de gespeelde wedstrijd, dan een bericht over diezelfde wedstrijd van de hand van een Ajax-supporter of een PSV-bobo.

Oude en nieuwe media

Dat brengt ons bij de brenger van het nieuwsbericht. We zijn in de 20e eeuw gewend geraakt aan de situatie waarin de nieuwsvoorziening vooral in handen is van geïnstitutionaliseerde nieuwsmedia. Professionele uitgevers en redacties voorzien het publiek via dagbladen, tijdschriften, radio en televisie van nieuwsberichten. In principe moeten ze daarbij voldoen aan afspraken en codes zoals feiten controleren, bronnen beschermen, hoor- en wederhoor toepassen, etc. Als nieuwsconsument kun je daarbij kiezen voor media die qua profiel goed aansluiten bij jouw interesses en smaak (serieuze of populaire pers, publiek omroep of commerciële zenders, zwaar-informatief of veel entertainment). Deze nieuwsmedia worden daarbij door sommigen gezien als schoothondjes van de heersende macht en door anderen als waakhonden van de democratische samenleving. Media als sluiswachters (gate keepers) of manipulatoren, als vierde macht of als leugenmachines.

Sinds een jaar of tien is er een nieuwe categorie aanbieders bijgekomen: de sociale media. Iedereen, van president tot uitkeringsgerechtigde, kan berichten op social media plaatsen.

Selectie, vertaling en kleuring gebeurt niet door professionele journalisten, maar door iedereen die wat wil openbaren. Berichten die ook nog eens met een druk op de knop door volgers kunnen worden gedeeld en potentieel viral kunnen gaan. De professionele nieuwsmedia worden gepasseerd. De president die vroeger interviews of persconferenties moest geven om iets kenbaar te maken en daarbij afhankelijk bleef van de weergave van de journalist kan zijn publiek nu direct bereiken, wanneer en hoe hij maar wil. Daarmee wordt de media-tussenschakel, die selecteert, controleert en interpreteert, overgeslagen. Opgeruimd staat netjes, zullen mensen zeggen die weinig op hebben met nieuwsorganisaties.

Social media als bron van nieuws

In toenemende mate lijken mensen meer waarde te hechten aan opmerkingen van online amateurs of aan gezagsdragers die via Twitter hun eigen gelijk proberen te halen, dan aan meer afgewogen berichtgeving door professionele journalisten en nieuwsorganisaties. Steeds minder mensen kloppen voor hun nieuwsvoorziening aan bij nieuwsorganisaties. Ze laten zich vooral informeren via sociale media.[1] Toegegeven, op sociale media wordt regelmatig verwezen naar nieuwsberichten van traditionele media, maar er zijn ook talloze andere uitingen en opvattingen op sociale media te vinden. Op social media staat alles rijp en groen door elkaar.

De overstap van nieuwsconsumenten naar sociale media is zorgwekkend. Laten we duidelijk en eerlijk zijn: oproepen van ongeruste ouders op Facebook, mails van belangengroeperingen, oprispingen van boze burgers op Twitter, mijn blog dat je nu leest, en tweets van presidenten zijn geen nieuwsberichten. Het zijn gewoon berichten, die al dan niet betrouwbaar zijn.

Kop van NRC Next van vandaag, 29 januari 2018. Het nepnieuws betreft hier berichten van een actie-comité. Dat is wat mij betreft geen nepnieuws, maar eenzijdige informatie uit particuliere hoek.

Ook meer conventionele documenten als jaarverslagen, lobbybrieven, partijprogramma’s en onderzoeksrapporten zijn geen nieuwsberichten. Los van de vraag of hun inhoud wel of niet deugt zijn dergelijke uitingen, net als nieuwsberichten, constructies. Maar in deze gevallen vanuit een eenzijdig, particulier belang opgesteld. Daar is niets nieuws aan. Sinds het begin van de mensheid wordt er voor eigen parochie gepreekt, worden er drogredenen gebruikt, wordt er al dan niet bewust twijfel gezaaid. Dat hebben we nooit nepnieuws genoemd, maar propaganda, bedrog, misleiding of een eenzijdige voorstelling van zaken.

De noodzaak van gedegen nieuwsorganisaties

In het digitale tijdperk hebben we nieuwe media waarmee ieder individu ongebreideld zijn verhalen, opmerkingen, kritiek of zorgen publiekelijk kan spuien. Het is daarom vreemd dat men in deze tijd met een beschuldigende vinger naar de reguliere nieuwsorganisaties wijst en hen beticht van het fabriceren van nepnieuws. Dubieuze berichten ontstaan meestal juist buiten de reguliere nieuwsmedia. We hebben daarom tegenwoordig de nieuwsmedia des te meer nodig om al deze rijpe en groene uitingen te controleren, te selecteren, te duiden en te becommentariëren. Daar heb je gezonde, professionele, pluriforme nieuwsmedia voor nodig. Met vakmensen die machthebbers kritisch volgen, gebeurtenissen in een context plaatsen, voors en tegens op een rij zetten en het publiek op evenwichtige wijze voorzien van feiten, inzichten en meningen. Met journalisten die als zodanig herkenbaar en aanspreekbaar zijn, en ook verantwoording afleggen.

Tenslotte

We kunnen eindeloos filosoferen over het bestaan van een ware werkelijkheid en we moeten ons realiseren dat ieder nieuwsbericht geconstrueerd is, maar laten we alleen spreken van een nieuwsbericht als het gepubliceerd is door een nieuwsorganisatie en de maker van dat bericht een professional is. En als de journalist zijn/haar vak goed verstaat is de kans op betrouwbare nieuwsvoorziening groot en de kans op nepnieuws klein.

 

 

[1] http://www.journalism.org/2016/05/26/news-use-across-social-media-platforms-2016/

https://www.volkskrant.nl/tech/jongeren-verkiezen-sociale-media-boven-traditionele-media~a4320782/