Simone de Beauvoir en Black Lives Matter

 

Op de dag dat George Floyd voor het oog van de wereld bezwijkt onder knie van een politie-agent begin ik net aan een nieuw hoofdstuk van de biografie van Simone de Beauvoir. Op de middelbare school was ik dankzij het vak Frans in aanraking gekomen met het existentialisme en maakte ik kennis met het werk van Jean-Paul Sartre, Simone de Beauvoir en Albert Camus. Ik vond hun gedachtegoed over de betekenis van het bestaan heel interessant en heb sindsdien veel boeken van en over hen gelezen. Deze nieuwe biografie, geschreven door de Britse Kate Kirkpatrick, trok mijn aandacht voor de welwillende recensies in de pers. Er valt veel over Simone de Beauvoir en deze biografie te vertellen, maar ik wil me hier beperken tot het hoofdstuk Amerikaanse dilemma’s dat ik na de tragische dood van George Floyd lees, terwijl het Black Lives Matter-protest wereldwijde vormen begint aan te nemen.

In 1947 bezoekt Simone de Beauvoir voor het eerst de Verenigde Staten om een aantal lezingen te verzorgen. Ze begint in die tijd naam te maken in Frankrijk als filosofe en schrijfster. En nu wilde men ook aan de andere kant van de Atlantische Oceaan deze rijzende ster van het existentialisme graag ontmoeten. Het verblijf in de VS dat in totaal vier maanden duurt is een aaneenschakeling van indrukwekkende ervaringen.[1] Het land dat ze kent van boeken en films is in veel opzichten zo anders dan Europa. Met haar blik en haar pen registreert zij zaken die haar opvallen en aan het denken zetten. Een onderwerp dat haar bijzonder treft is de segregatie van witte en zwarte mensen. Het is vooral het echtpaar Wright (een interraciaal stel; erg ongebruikelijk in die tijd) dat haar de ogen opent voor deze problematiek. Simone de Beauvoir komt in New York met hen in contact; het begin van een levenslange vriendschap. Ellen en Richard Wright wijzen haar op het boek An American Dilemma: the Negro Problem and Modern Democracy van de Zweedse socioloog Gunnar Myrdal.

Myrdal die net als de Beauvoir met de blik van een buitenstaander naar de VS keek, beschreef het zogenaamde ‘cumulatieve principe’ van de rassenscheiding: witte mensen hebben eeuwenlang en structureel mensen met een andere huidskleur of afkomst onderdrukt. Vervolgens wijzen zij op de slechtere prestaties van die andere mensen om hun eigen superioriteit aan te tonen. Alleen door het creëren van bewustwording kan dit principe doorbroken worden.

De Beauvoir is onder de indruk van Myrdal’s analyse en legt een verband met een belangrijk thema in haar eigen werk: de positie van de vrouw. In die tijd hebben vrouwen in Frankrijk nog maar net kiesrecht gekregen. Ook in het onderwijs en op de arbeidsmarkt komt er mondjesmaat meer ruimte voor vrouwen. Die ruimte moet bevochten worden en de voorlopers krijgen te maken met vooroordelen, denigrerende opmerkingen en tegenwerking.

Simone de Beauvoir met Richard en Ellen Wright

De openlijke rassenscheiding in de VS en het werk van mensen als de Wrights en Myrdal sterkt de Beauvoir in het idee dat ook vrouwen eeuwenlang in een bepaalde rol en positie worden gehouden: afhankelijk van en inferieur aan mannen. Dat beeld van de vrouw is geschapen door mannen, volgens de Beauvoir. Als vrouwen zich ontwikkelen, carrière maken en zelfstandig zijn, krijgen ze al gauw te horen dat ze daardoor minder vrouwelijk zijn, terwijl bij mannen succes en mannelijkheid juist hand in hand gaan.  Volgens de biografe wilde de Beauvoir ‘voor vrouwen doen wat Myrdal had gedaan voor Afro-Amerikanen… en laten zien hoe racisme en seksisme geworteld zijn in de toevallige omstandigheden van de cultuur‘ (p.259).

Dat doet de Beauvoir door in 1949, twee jaar na haar grote Amerikaanse roadtrip, haar beroemde boek De Tweede Sekse te publiceren. Dit boek wordt de ‘bijbel’ voor de naoorlogse feministische beweging.

Dit alles speelt in de tweede helft van de jaren ‘40. Grote ideeën worden in die tijd nog gedeeld in boeken en via tijdschriften. Met vaak een beperkt bereik. De burgerrechtenbeweging in Amerika moet nog op gang komen. Rosa Parks en Martin Luther King zijn nog onbekende namen. Pas in de jaren ’60 krijgt deze beweging momentum. De beroemde ‘I have a dream’ speech wordt dankzij de komst van de televisie een wereldberoemd statement.

Ook de vrouwenbeweging bestaat in de jaren ’40 nog niet. In Nederland zijn Anja Meulenbelt en Joke Smit zijn nog onbekende namen. Dolle Mina moet nog uitgevonden worden. Ook hier zal het nog enkele decennia duren voordat een breder publiek via de krant en de televisie kennismaakt met gevleugelde teksten als ‘baas in eigen buik’ en ‘er is een land waar vrouwen willen wonen’.[2]

En nu is het 2020. Ruim zeventig jaar na Myrdal, Wright en La Deuxième Sexe. En ruim 50 jaar na Martin Luther King en Joke Smit. Nog steeds worden wereldwijd vrouwen en mensen met een bepaalde huidskleur of etnische achtergrond als tweederangs burgers gezien, gediscrimineerd, aangevallen. Het zijn patronen die niet beperkt blijven tot bepaalde landen of groepen. Seksisme en racisme komen overal voor. En beide vormen van ongelijkheid en onderdrukking blijken diepgeworteld en moeilijk uit te roeien. Dat is soms om moedeloos van te worden. Maar aan de andere kant leven we nu in een tijdperk waarin ieder individu kan filmen, appen en delen. Wat er nu in achterkamertjes en op straat gebeurt kan door iedereen vastgelegd en verspreid worden. Zonder social media zouden #MeToo en BlackLivesMatter niet zo’n grote vlucht hebben genomen.

Dit alles brengt ons weer een stap verder bij het blootleggen en ontmantelen van patronen en praktijken van discriminatie en onderdrukking. Patronen die Simone de Beauvoir en anderen ons lang geleden hebben helpen herkennen.

 

 

[1] Het is tijdens deze reis dat ze Nelson Algren leert kennen, de Amerikaanse auteur met wie ze een gecompliceerde, langdurende lange-afstandsrelatie begint. Op zich biedt hun verhouding ook meer dan genoeg stof om een blog over te schrijven. Misschien doe ik dat later nog eens. Een interessant weetje is dat Algren’s boek A walk on the wild side de inspiratie vormde voor de beroemde song van Lou Reed.

[2]  Voor de volledige tekst met een toelichting, zie : https://www.dbnl.org/tekst/kool007eris01_01/kool007eris01_01_0031.php

Geef een reactie