Groeten uit Zeist #8: Dag slager en dag bakker

 

Toen we een aantal jaar geleden in Zeist kwamen wonen, waren we blij verrast met het ruime winkelaanbod in onze buurt. Meerdere bakkers, slagers, groentewinkels en supermarkten. En ook een stomerij, een hakkenbar, een poelier, een slijterij, een snackbar en een bloemenwinkel. Allemaal op loopafstand. We waren in een soort middenstanderswalhalla terecht gekomen. Bij de kennismaking met de winkeliers was iedereen even gastvrij. Vaak werden we getrakteerd op een uitleg over het familiebedrijf of op een kleine rondleiding (“ik zal jullie de bakkerij hierachter even laten zien“; “neem gerust even een kijkje in onze wijnkelder”). Binnen korte tijd hadden we allerlei vertrouwde adresjes en werden we hartelijk begroet als vaste klanten. Dat hielp enorm bij onze inburgering.

Niet lang na onze komst brak de coronapandemie uit. De hakkenbar en de bloemenzaak moesten tijdelijk hun deuren sluiten, maar de overige winkels mochten open blijven. Iedereen maakte zich zorgen. Het was een ongekende, onzekere situatie. Na verloop van tijd begon de bezorgdheid van de winkeliers plaats te maken voor opluchting en (voorzichtig geuite) vreugde. De zaken gingen goed. Velen behaalden recordomzetten. Omdat buitenlandse vakanties niet mogelijk waren en pretparken, bioscopen, theaters en restaurants gesloten waren, gaven mensen hun vrijetijdsgeld juist bij de lokale winkeliers uit. Omdat men niet meer uit kon gaan, ging men zichzelf thuis verwennen met dure wijnen, royale vleesschotels, exotisch fruit en luxe gebak.

Die stemming is dit jaar omgeslagen. Niet alleen door het verdwijnen van de covid-beperkingen. Aangejaagd door de oorlog in Oekraïne, de hoge energieprijzen en de inflatie werden de dagelijkse boodschappen in korte tijd veel duurder. De bezorgdheid onder de middenstanders nam opnieuw toe. Dit keer vooral door de hoge energie- en huurrekeningen. En door het chronisch tekort aan personeel. Winkeliers vertelden dat het steeds moeilijker werd om overeind te blijven. Aan het einde van het jaar werd duidelijk zichtbaar hoe nijpend de situatie was. Meerdere winkeliers lieten weten hun deuren per 31 december definitief te sluiten. Met veel pijn in hun hart.  We moesten in korte tijd van een aantal fijne middenstanders afscheid nemen: dag slager, dag bakker, dag groenteman.

Ik wil niet te sentimenteel worden over hun vertrek. Zo gaan de dingen nu eenmaal in het leven. Opkomst en neergang. Misschien was het aantal winkels voor deze buurt wel aan de hoge kant. Misschien waren sommige winkels te weinig met de tijd meegegaan. Misschien had ik zelf minder vaak bij de supermarkt mijn boodschappen moeten halen. En er zijn gelukkig nog genoeg winkels die wel open blijven.

Maar toch blijft er iets knagen. Juist bij het zien van de lege etalages en de donkere winkelruimtes. Als ik erover nadenk zijn het vooral de ontmoetingen en de praatjes die ik zal missen. Buurtwinkeliers die je gerichte adviezen geven over hun producten. Die je op de hoogte houden van wat er speelt in de wijk. Die de boodschappen van een oudere klant even naar de auto dragen en een kind een krentenbol geven. Buurtwinkels als natuurlijke ontmoetingsplaatsen. Als knooppunten in een lokaal netwerk. Zonder deze winkels vallen er gaten in de buurt en in de sociale samenhang.

Als we in het buitenland op vakantie zijn genieten we daar juist van het lokale bakkertje of die authentieke speciaalzaak. We vergeten vaak dat we dat soort winkels ook hier hebben; binnen handbereik. Daarom mijn goede voornemen voor 2023: ik word medestander van de middenstander.

 

Geef een reactie