Interview over EP-verkiezingen 22 mei 2014 (De Persdienst)

Meer macht, meer publiciteit, minder fans

door Paul Bots

Het is een veelgehoord motto bij politici:
‘Het maakt niet uit wat ze over je schrijven, áls ze maar over je schrijven’. Als je naam maar af en toe in de krant komt, word je daar nooit slechter van. Die vlieger gaat echter niet altijd op.

Peter ’t Lam onderzocht de invloed van media-aandacht op de beeldvorming over de Europese Unie.
Zijn conclusie: hoe meer de kranten schrijven over de EU, hoe groter de kritiek. Immers, de berichtgevingwordt steeds negatiever, en dat heeft z’n uitwerking op de beeldvorming. Alleen de lezers van zogeheten ‘kwaliteitskranten’ krijgen een iets positiever beeld van de EU.

Het is twee jaar geleden dat ’t Lam promoveerde op dit onderzoek, gebaseerd op gegevens uit de jaren 1994-2007. Sindsdien stond de tijd niet stil. De crisis hield Europa in de greep. Griekenland ging aan het infuus en de unie breidde uit met Kroatië. Grote gebeurtenissen met veel aandacht in de kranten.

„Je kunt niet meer om Europa heen. In 2005 was de spreuk om mensen naar het stemlokaal te lokken ‘Europa best belangrijk’. Inmiddels is Europa behóórlijk belangrijk geworden.”
Veel aandacht in de krant over negatieve zaken. Slecht nieuws voor de beeldvorming over Europa? „Ik constateer in mijn proefschrift al dat de publieke opinie over de EU achteruit kachelt. Dat is sindsdien alleen maar versterkt. Het komt
doordat Europa steeds dichterbij komt. Vroeger zagen we Europa als een unieke kans om producten naar het buitenland te brengen.
Maar inmiddels komt Europa ook naar óns toe. Letterlijk. Je hebt de euro in je portemonnee. Je ziet Bulgaarse
kentekens op de weg. Daar wordt de burger niet altijd blij van.
De vraag komt bij veel mensen op of we nog wel de baas zijn in eigen land.”

Toen begin jaren ’90 de belangrijkste stappen werden gezet voor de Europese Unie, was er amper discussie
in Nederland. „Nu de consequenties voelbaar zijn, komt pas de vraag op: waar zijn we in hemelsnaam
aan begonnen. Maar nu kun je niet meer terug.”

Hoe het komt dat er destijds geen discussie was? ’t Lam: „Daar heb ik me vaak het hoofd over gebroken.
Volgens mij was het maatschappelijke klimaat er destijds gewoon niet naar. Niemand had er belangstelling voor.”

De berichtgeving over de EU werd negatiever. Logisch, er waren de laatste jaren ook weinig lichtpuntjes
te melden, stelt hij. De lijnen die hij in zijn proefschrift schetste, zetten zich nog verder door. De kritiek
groeit, de opkomst bij verkiezingen wordt steeds lager en de invloed van Europa juist steeds groter.
De rol van Europa werd ook ingewikkelder.
„Dat is een voedingsbodem voor onvrede. Het complexe Europa wordt daarom door sommigen teruggebracht tot een behapbaar
nee of ja tegen de EU. Maar waar je dan eigenlijk voor of tegen bent, blijft onduidelijk.

Ben je tegen het Europees Parlement? Ben je tegen samenwerking met andere landen? Of ben je tegen de euro?”

Veel Nederlanders weten gewoon te weinig van Europa, merkt ’t Lam. Als politicoloog en docent communicatie aan Hogeschool Inholland ziet hij dat zijn studenten de Nederlandse staatsinrichting vaak al niet onder de knie hebben. Sommigen denken dat Wilders een minister is.” Hopen dat iemand het verschil weet tussen de Europese Commissie en het Europees Parlement is
dan zeker teveel gevraagd.
Media doen hun best, maar zelfs een maand voor de Europese verkiezingen is het in krant en op tv nog opvallend stil, stelt ’t Lam. Het gegeven dat veel Europese lijsttrekkers ‘tamelijk kleurloze types zijn’, werkt niet in hun voordeel. In tv-debatten zie je die mensen niet terug omdat het gewoon geen leuke televisie oplevert. Daarmee wordt het debat over de Europese verkiezingen al snel een Haags debat. Net zoals dat gebeurde rond de gemeenteraadsverkiezingen.

Toch is ’t Lam niet ontevreden. Immers, inmiddels heeft Europa zoveel invloed, dat de berichtgeving ook via de economieverslaggever op de Nederlandse redactie of de politiek redacteur in Den Haag wordt gevolgd. „Wat dat betreft, is
er de voorbije jaren een inhaalslag geweest. Verslaggeving snijdt meer hout. Natuurlijk moeten journalisten kritisch zijn. Dat is hun rol. Dat ze af en toe uit de bocht vliegen, hoort daar ook bij. Zolang het maar niet blijft hangen bij ‘voor of tegen’, of bij ‘meer of minder Europa’.
Als mensen beter geïnformeerd zijn, kunnen ze zelf een goed oordeel vellen. Positief of negatief.”

Geef een reactie