Heimwee naar Max van der Stoel

 

 

Toen ik Jeroen Dijsselbloem op de radio over de Grieken hoorde spreken overviel me een gevoel van heimwee. Heimwee naar Max van der Stoel. Van der Stoel was in de jaren ’70 minister van Buitenlandse zaken in het roemruchte kabinet-Den Uyl, de meest linkse regeringsploeg die ons land ooit heeft gekend. In dat kabinet verdeelden drie PvdA-ministers de internationale posten Defensie, Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Zaken. In voetbaltermen zou je kunnen zeggen dat Henk Vredeling op Defensie de hoekige verdediger was, Jan Pronk de felle en uitgesproken linksbuiten op OS en Max van der Stoel de bedachtzame stylist op de rechterflank. Voor veel PvdA-stemmers zat Vredeling per definitie fout op Defensie, had Pronk het hart op de juiste plaats en was van der Stoel een kleurloze middenfiguur die eigenlijk niet goed bij de PvdA paste. Van der Stoel was een uitgesproken atlanticus (pro-NAVO en pro-VS) en daar maakte je in die tijd in linkse kringen niet veel vrienden mee.

De jaren ’70 waren mijn vormingsjaren. Eerst als scholier en later als student Politicologie met als specialisatie Internationale Betrekkingen volgde ik de internationale politiek met grote belangstelling. Ik had weinig met Vredeling, bewonderde de gedrevenheid van Pronk, maar voelde me (nu denk ik met name uit karakterologisch oogpunt) vooral aangetrokken tot van der Stoel.

Twee wapenfeiten van Max van der Stoel staan me het meest bij.[1] In de eerste plaats zijn openlijke betrokkenheid bij en steun voor Tsjecho-Slowaakse mensenrechtenbeweging Charta 77. Charta 77 zette zich af tegen de communistische regering in Praag die aan de leiband liep van de Sovjet-Unie. Een van de grondleggers van die beweging, Vaclav Havel, zou jaren later de eerste president van dat land worden na de val van de Berlijnse muur. Als minister ging van der Stoel niet alleen langs bij zijn ambtgenoot in Praag, maar hij ontving ook de ’dissidenten’ van Charta 77 in zijn hotel. Dat werd door de regering in Praag niet op prijs gesteld, terwijl de leden van Charta 77 deze ontvangst als een enorm blijk van erkenning en steun ervaarden.

Een tweede bijzondere inspanning van Max van der Stoel betrof zijn openlijke afkeuring van het kolonelsregime in Athene. In die jaren had Griekenland een militaire regering (net als Portugal en Spanje, trouwens). De kolonels waren in 1967 door een staatsgreep aan de macht gekomen. Dat was vanuit westerse blik ongemakkelijk, omdat Griekenland ook lid was van de NAVO. Aan de andere kant beweerden boze tongen dat de Verenigde Staten de staatsgreep hadden gesteund. Van dat laatste was achteraf geen bewijs te vinden.[2] Van der Stoel werd eind jaren ’60 rapporteur mensenrechten van de Raad van Europa en in die hoedanigheid schreef hij een uitgebreid en kritisch rapport over de situatie in Griekenland. Dat droeg bij aan het isolement van het kolonelsregime in Europa. Later als minister volhardde van der Stoel in zijn kritiek op de kolonels. In 1974 kwam het  regime ten val en de kolonels werden voor het gerecht gebracht. Bij zijn bezoek aan het ‘bevrijde’ Griekenland werd Max van der Stoel als een held onthaald en in Athene werd zelfs een plein naar hem genoemd.

En nu speelt Griekenland weer een hoofdrol in het Europese nieuws. Nog een voetbal-parallel. Toen de EU een stevige team eurolanden het veld in wilde sturen, zegden sterkere spelers als Groot-Brittannië en Denemarken af. Om toch een compleet team te kunnen hebben werd de deur opengezet naar zwakkere broeders waaronder Griekenland. Vandaag de dag stelt Dijsselbloem strenge eisen aan de Grieken, maar die eisen had men beter 20 jaar geleden kunnen stellen. Griekenland heeft jarenlang mogen meespelen en al die jaren hebben vooral westerse financiële instellingen geprofiteerd van de Griekse economische zwakte, de hoge Griekse rente en de coulante houding van opeenvolgende Griekse regeringen. Zo konden de Grieken op te grote voet gaan leven. Het organiseren van de Olympische Spelen in 2004 werd daar het symbool van (en het begin van de neergang!).[3] En toen de crisis uitbrak werden de miljarden van het IMF en de ECB vooral gebruikt om de schulden van de banken over te nemen, niet om de Grieken zelf te helpen.

Zo lijkt het er op dat alle spelers de regels hebben overtreden. Dan kun je de Grieken de rode kaart geven, maar of dat verstandig en rechtvaardig is?

Ik heb behoefte aan wijs beleid en aan lange termijn-visie. Niet aan rekenmeesters. Daarom mijn heimwee naar Max van der Stoel. Ik zou dolgraag zijn oordeel willen horen. Zijn partijgenoot Dijsselbloem, één van de huidige hoofdrolspelers, weet me niet te overtuigen. Ik weet wel dat er heel wat moet gebeuren voordat er een Dijsselbloem-plein in Athene zal komen.

 

 

P.S. Ik zie op internet dat Anet Bleich een biografie over Max van der Stoel gaat schrijven. Ik kijk daar naar uit.

 

 

[1] Ik sla zijn belangrijke diplomatieke rol rondom het huwelijk van Willem-Alexander en Maxima en het weren van vader Zorreguita over.

 

[2] http://internationaal.pvda.nl/2013/11/05/max-van-der-stoel-held-in-griekenland/

 

[3] http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/2010/september/de-crisis-in-griekenland.html

 

Geef een reactie