Zadelhoesjes en ander reclameleed

 

 “ik kan niet anders dan concluderen dat de vorm misschien origineel is, maar dat de invulling over het algemeen slordig, saai en voorspelbaar is”

 

Mijn schoonzus is Amerikaanse. Sinds een jaar woont zij met haar Nederlandse man (mijn zwager) en hun 19-jarige zoon (nog meer USA dan NL) in Nederland. Na 25 jaar in Seattle te hebben gewoond, hebben ze besloten hun geluk in Nederland te gaan beproeven. Kennelijk heeft The American Dream ook zijn beperkingen. Voor mij is het interessant en vaak verfrissend om te zien en te horen hoe zij Nederland ervaren. Een van de dingen die mijn schoonzus fascinerend vindt is het alomtegenwoordige gebruik van de fiets. Kinderen gaan op de fiets naar school, huisvrouwen doen boodschappen op de fiets (met fietstassen), senioren blijven tot op hoge leeftijd hun rondjes rijden, professionals oefenen hun beroep op de fiets uit (politie-agenten, krantenbezorgers, postbodes) en…“even girls in mini-skirts drive bikes!”.

Wat mijn schoonzus het meest intrigeert is de vraag hoe wij Nederlanders onze fiets weten te vinden bij grote stallingen, zoals bij winkelcentra of stations. Ik heb haar verteld dat elke fiets wel een paar unieke kenmerken heeft waardoor de eigenaar hem snel weet te herkennen: een speciale bel op het stuur, de kleur van de kettingkast of de sticker op het achterspatbord. Daardoor weet men zijn fiets er zo uit te pikken, zoals de kleintjes in een pinguïnkolonie ook hun ouders feilloos weten te vinden.

Toch heeft mijn schoonzus wel een beetje een punt. Op mijn vaste stal-plek bij station Zuid in Amsterdam zie ik met enige regelmaat mensen vertwijfeld langs de rekken lopen, speurend naar hun exemplaar. Ik heb mezelf aangeleerd om mijn fiets altijd in een vaste rij te zetten, zodat ik in ieder geval  weet in welk rek ik bij terugkeer moet gaan kijken. Daarnaast is mijn zadel een belangrijk herkenningsteken. Daar zit namelijk een dof-zwart hoesje overheen, omdat mijn zadel zelf een fikse scheur heeft die water doorlaat als het regent. En ik heb geen zin in natte billen.

Ondanks die vaste rij en het herkenbare zadelhoesje was ik laatst toch ook mijn fiets kwijt. Als een gedesoriënteerd pinguïn-jong liep ik mijn vaste rij op en neer. De reden van mijn zoektocht: over alle zadels waren rood-witte reclame-hoesjes getrokken. Een originele, typisch Hollandse manier van reclame maken waardoor de stalling was veranderd in een fleurige rood-witte zee. Zie dan je fiets nog maar eens terug te vinden. Na enig speurwerk kreeg ik hem dan toch in het vizier. Als nieuwsgierig mens en als communicatie-docent was ik benieuwd naar de boodschap, maar die bleek niet goed te lezen. De woorden stonden ondersteboven.

Ondersteboven FLING

Vanaf de voorkant van de fiets zou de tekst te lezen kunnen zijn, maar in een rek staat je fiets altijd met z’n achterkant naar je toe. Daar was dus niet goed over nagedacht.

De weken daarna bestudeerde ik met extra aandacht allerhande reclamehoesjes en ik kan niet anders dan concluderen dat de vorm misschien origineel is, maar dat de invulling over het algemeen slordig, saai en voorspelbaar is. Een greep:

  • meerdere hoesjes zijn door de leesrichting (dwars, ondersteboven) niet goed te ontcijferen

Dwars HARDROCK

  • er staan zelden pakkende afbeeldingen op

FIRST

  • BETA

 

 

 

 

  • er wordt niet gespeeld met de vorm van het hoesjes (smal van voren, breed van achteren)
  • de afzenders/boodschappen hebben vaak niets met fietsen of fietsers te maken.
  • er zijn geen verrassende slogans (wel kom ik in korte tijd bij meer dan tien verschillende  hoesjes de tekst ‘bij xxx zitje goed’ tegen. Lekker origineel!

Zit je goed VUZit je goed RABO

 

Hier moet wat aan gebeuren! Daarom deze oproep: “Reclamemakers in Nederland: doe de fietsers (en mijn schoonzus) een plezier en geef deze originele Nederlandse reclame-vorm ook onderscheidende teksten en beelden mee.”

Ik wil graag verrast worden en ben graag bereid om dankzij een prachtig zadelhoesje wat langer naar mijn fiets te moeten zoeken.

Geef een reactie