Je bent wat je draagt

Over gele hesjes, Roodkapje en cappuccino

 

Onlangs zijn in Parijs de gele hesjes weer met veel tam-tam de straat op gegaan. Ze waren even uit het nieuws verdwenen, maar hebben na een lange zomerpauze de draad weer opgepakt. Ook demonstranten hebben kennelijk behoefte aan vakantie. Ik vind het grappig dat deze activisten genoemd worden naar de kleding die ze dragen. Dat leidt tot koppen in nieuwsmedia als “gele hesjes stichten brand op de Champs Elysées”, of “geel hesje weigert Rutte een hand te geven”. Alsof hesjes brand kunnen stichten en handen kunnen schudden. En toch begrijpen we precies wat er bedoeld wordt.

Ik ben gaan kijken of er meer varianten op dit thema bestaan: mensen die genoemd worden naar de kleding die ze dragen en dan bij voorkeur met een aanduiding die bestaat uit een kleur en een kledingstuk, net zoals ‘gele hesjes’.

Ik ben tot de volgende reeks gekomen:

Zwarte kousen

Rode baretten

Witte boorden

Rode hoeden (‘Rode hoeden hebben geen zin om achter de geraniums te zitten’)

Blauwhelmen

Bruinhemden

Ook de wielerterm ‘gele trui’ (met de varianten ‘witte trui’ en ‘groene trui’) past wat mij betreft in dit rijtje. Denk aan een zin als: “de gele trui rijdt op 45 seconden van de kopgroep”.

En in zekere zin is Roodkapje ook een voorbeeld van dit soort kleur-kleding vernoemingen. Al is het in het geval van Roodkapje geen soortnaam, maar een eigennaam.

 

Een bijzondere variant op aanduidingen met kleding en kleur komt uit de koffie-wereld. In het Wenen van de 18e en 19e eeuw kende men variëteiten van koffie met verschillende hoeveelheden melk: van een klein scheutje melk tot een hele plens. De uiteindelijke kleur van de koffie (van donker- tot lichtbruin) koppelde men aan de kleuren van de habijten van bekende monnikenordes. Zo ging men koffie met flink veel melk aanduiden met de term Franziskaner; een term die correspondeerde met het lichtbruine habijt van de Franciscaner monniken.

Koffie met wat minder melk werd Kapuziner genoemd, een verwijzing naar de kapucijner monniken en hun donkerbruin gewaad. Behalve de warm-bruine kleur kende het habijt van de Kapucijners ook een monnikskap, die in het Italiaans een cappa of cappuccio heet, met als verkleinwoord: cappuccino. In sprookjestermen zouden we zeggen: Bruinkapje. Het cappuccino-verhaal laat zien dat een heilig boontje uiteindelijk een koffie-boontje is geworden.

 

Wie weet dat de naam ‘geel hesje’ in de toekomst nog verder evolueert en net als cappuccino ook de aanduiding wordt van een drankje. Ik stel me daarbij een cocktail voor van Cointreau, granaatappel, jus d’orange en peper. Pittig en explosief.

Stel je voor dat je straks een bar binnenloopt en zegt: “Ober, mag ik een geel hesje? En doe er ook maar een portie vlammetjes bij!”

Geef een reactie