Ik heb met veel interesse het boek Beter wordt het niet van Caroline de Gruyter gelezen. Het boek gaat over het Habsburgse Rijk en de vele parallellen tussen dit historische rijk en de hedendaagse Europese Unie.[1] Caroline de Gruyter schrijft al jarenlang voor diverse media over Europa en de EU. Ik lees haar werk graag. Ze heeft veel kennis van zaken en bezit een plezierige schrijfstijl.
De Gruyter heeft jarenlang in Brussel gewoond totdat ze een aantal jaren geleden naar Wenen verhuisde. Het trof haar dat in deze stad, en ook elders in Oostenrijk, de nalatenschap van het Habsburgse Rijk nog zo tastbaar en voelbaar aanwezig is. Dat heeft haar aangezet om zich nader in de geschiedenis van de Habsburgers te verdiepen. Daarbij stuitte ze op meerdere opvallende overeenkomsten tussen het toenmalige Habsburgse Rijk en de huidige EU die ze zo goed kent vanuit haar Brusselse periode.
Voor mij is het een interessant boek, omdat ik me de afgelopen 20 jaar heb verdiept in het proces van Europees eenwording. Ik heb jarenlang studiereizen naar Brussel georganiseerd en ook een proefschrift geschreven over media-berichtgeving over de EU en de invloed daarvan op de publieke opinie in een aantal EU-lidstaten.[2] Dit boek is in die zin een mooie aanwinst voor mijn EU-leesplank. Maar ook de Habsburgse kant van het verhaal heeft mijn aandacht getrokken. Ik maakte namelijk al lang voordat ik me met ‘Brussel’ ging bezighouden uitgebreid kennis met de Habsburgers.
Ik was een jaar of twintig en via mijn broer kwam ik in contact met een Amerikaans reisorganisatie die Europese tours organiseerde. Omdat de eigenaren Nederlandse roots en connecties hadden werd er met KLM gevlogen. Bijna elke reis begon en eindigde op Schiphol. Geen wonder dat er Nederlandse gidsen werden geworven en op voorspraak van mijn broer, die al enige ervaring had opgedaan, kon ik ook aan de slag als ‘tour manager’.
In totaal heb ik in mijn studententijd circa 15 reizen geleid. De standaard trip duurde twee weken en had de volgende ‘itinerary’: Amsterdam-Keulen-München-Wenen-Salzburg[3]-Innsbruck-Luzern-Nancy-Brussel-Amsterdam. Ik verbleef zodoende meerdere keren per jaar een dag of vier in Oostenrijk; een land dat ik daarvoor nog nooit had bezocht en dat ik alleen kende van de Wiener Schnitzel, verhalen over wintersport van klasgenoten, keizerin Sissi en de Radetzkymars van Johann Strauss in de Turks Fruit-uitvoering van Jan Wolkers (tieten-kont-tieten-kont-tieten-kont-kont-kont).
Ik leerde dankzij de informatie in de reisboeken en de verhalen van de stadsgidsen veel over de Oostenrijkse geschiedenis en cultuur. En net als Caroline de Gruyter proefde ik overal de alomtegenwoordigheid van de Habsburgers. Niet alleen dankzij de vele paleizen en standbeelden, maar ook door de namen van winkels en restaurants die verwezen naar de Habsburgers, de vele oker-gele gebouwen (‘imperial yellow, the color of the Habsburg rulers’) en de talloze bordjes met K.u.K. (kaiserlich und köninchlich). Ik raakte onder de indruk van de grote en langdurige invloed van de Habsburgers op Midden-Europa en begon me af te vragen waarom ik op school wel had geleerd over Hendrik VIII, Karel de Grote en Napoleon, maar niet over Maria Theresia, Franz Joseph I en de implosie van het Habsburgse Rijk in 1918.
Het Habsburgse Rijk was een stabiele, grote macht in Midden-Europa en omvatte vele volken, talen en culturen. De Habsburgse vorsten wisten eeuwenlang door middel van regels, overleggen en compromissen iedereen binnenboord te houden en vijandige indringers (Rusland, het Ottomaanse Rijk) buiten de deur. En dat allemaal met weinig militaire machtsmiddelen. Geen wonder dat Caroline de Gruyter allerlei parallellen met de EU herkent.
De belangrijkste lessen van haar zijn dat je nu eenmaal moet aanmodderen als je met zoveel volken en culturen om de tafel zit. Rustig blijven en de tijd nemen. De Habsburgers zorgden voor ‘stabiliteit, voorspoed en voorspelbaarheid’, aldus een citaat uit het boek.
Juist na de Brexit komt Midden-Europa meer in beeld binnen de EU (“Midden-Europa is terug van weggeweest’). En daarom is het zo belangrijk om meer te weten van de verhoudingen binnen dit deel van ons continent. Wie de opstelling van de Hongaarse leider Orban wil begrijpen, kan veel leren van de positie van de Hongaren binnen de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie in de 19e eeuw.
Caroline de Gruyter beschrijft dit alles op een vlotte, impressionistische manier, aan de hand van boekverslagen, interviews, observaties en ontmoetingen met kennissen en buren. Dat levert een breed en kleurrijk beeld op. Grote lijnen en petites histoires.
Het boek roept ook eerdere verhalen die ik over de Habsburgers las bij me op. Nadat ik als twintiger de Habsburgers had leren kennen, was ik extra gespitst op publicaties over dit fascinerende rijk. Ik herinner me een grote reportage van de legendarische journalist Jan Blokker in De Volkskrant. Ik heb de tekst destijds ergens bewaard (maar waar?). Gelukkig kan ik hem dankzij de digitale snelweg eenvoudig vinden.[4] Theater Habsburg heet zijn boeiende reisverslag langs de grenzen van de voormalige grote rijk. Er staat een mooi citaat in van de oude keizer Franz Joseph I (rond 1900):
‘Onze monarchie is niet een kunstmatige constructie, maar een levend organisme. Ze is bovendien een wijkplaats en een veilige haven voor al die over midden-Europa versplinterde volkeren die een treurig bestaan zouden leiden als ze aan hun lot werden overgelaten, of die anders de speelbal van machtiger buren zouden worden.’ Jan Blokker voegt hieraan toe:
Hij was daar heilig van overtuigd. De meerderheid van z’n bijna 40 miljoen onderdanen vond dat waarschijnlijk ook. En achteraf zeg je: was zijn merkwaardig opvangtehuis niet ook een paradijs als je het vergelijkt met wat er in de volgende honderd jaar terecht is gekomen van de versplinterde Duitsers, Hongaren, Tsjechen, Slowaken, Kroaten, Serven, Slovenen, Roemenen, Polen, Oekraïeners en Joden? Maar paradijzen zijn er om uit verdreven te worden.
Een andere tekst over de Habsburgers die ik me herinner is de Huizinga-lezing van Benno Barnard uit 2002. Deze kan ik vrij snel terugvinden in mijn knipsel-archief en ook op internet.[5] Ik heb in mijn blogs al vaker de naam Benno Barnard laten vallen. Een schrijver met een gouden pen, een rijke kennis van literatuur, een groot zwak voor burgerdeugden en een naar zwijmelen neigende romantische blik op het Europa van voor 1914. Ook Barnard ziet het Habsburgse Rijk als een voorbeeld van hoe we in ons werelddeel met elkaar om zouden moeten gaan:
“de ware aard van Europa is te vinden in de Donaumonarchie van keizer Frans Joseph, waar allerlei volken in wederzijds respect naast en met elkaar leefden. Europa zou zich dan ook beter bewust moeten zijn van zijn verleden.”
Om de geest van die tijd te vangen citeert Barnard enkele passages uit het boek Radetzkymars van de schrijver Joseph Roth. Het boek beschrijft het leven van luitenant von Trotta (eind 19e-begin 20e eeuw) tegen de achtergrond van de ineenstorting van het Habsburgse Rijk. Men voelt met bitterheid en weemoed dat een mooie wereld gaat verdwijnen en dat deze episode van voorspoed en stabiliteit nooit meer terug zal komen. Barnard gebruikt de woorden van graaf Chojnicki, een van de personages uit het boek van Roth, om het gevoel van naderend onheil weer te geven:
“Zodra onze keizer de ogen sluit vallen we in honderd stukjes uiteen. De Balkan zal machtiger blijken dan wij. Alle volken zullen hun smerige kleine staatjes stichten en zelfs de Joden zullen in Palestina een koning uitroepen….”
Opvallend genoeg gebruikt Caroline de Gruyter in haar boek ook ditzelfde citaat. In hoofdstuk 6 beschrijft ze dat ze aanwezig is bij een lezing van Karl Habsburg, de kleinzoon van de laatste keizer. Tot haar grote verbazing somt deze Karl zonder blikken of blozen (en zonder bronvermelding!) hele passages op uit een artikel dat Caroline de Gruyter enkele weken daarvoor had geschreven voor Carnegie Europe.[6] Als zij hem na afloop van de lezing daarmee confronteert volgt er geen enkel teken van excuus. Zou Caroline de Gruyter op haar beurt hebben geweten dat Benno Barnard 19 jaar geleden dit citaat ook al gebruikte? Joseph Roth mag in ieder geval trots zijn dat zijn boek uit 1932 ook in de 21e eeuw nog met instemming wordt gelezen en geciteerd.
Naast alle parallellen tussen het Habsburgse Rijk en de EU benoemt Caroline de Gruyter een belangrijk verschil. Veel burgers voelden destijds een warme, persoonlijke band met de Habsburgse vorsten. De Habsburgers stonden boven alle partijen en de inwoners van het Rijk konden zich met hen identificeren. Dat gevoel ontbreekt vrijwel volledig als het gaat om Europeanen en de EU. EU-leiders zijn relatief onbekend en zeker niet geliefd. In mijn eigen woorden: oud-VS-president Donald Trump was (en is) duizend keer bekender dan oud-EU-president Donald Tusk. Bovendien heeft de EU meerdere leiders, wat de boel er niet overzichtelijker en herkenbaarder op maakt. Dat bleek ook recentelijk bij ‘Sofagate’: het diplomatieke incident bij de ontmoeting van EU-leiders met de Turkse president Erdogan.
Dit alles betekent wat mij betreft niet (en dat hoor je Caroline de Gruyter ook niet suggereren) dat er een nieuwe Europese keizer zou moeten komen. We moeten leren van het verleden om beter te begrijpen wat er nu gebeurt. Niet voor niets pleit Benno Barnard hartstochtelijk voor beter geschiedenis-onderwijs en roept Caroline de Gruyter op tot meer aandacht op school voor de inrichting en werking van de EU.
Ik zou zeggen: leren van het verleden, maar niet teruggaan in de tijd.
In Theater Habsburg verwoordde Jan Blokker dat heel duidelijk:
De verzamelde Habsburgers. Ze regeerden eigenlijk niet over een land of over een rijk, ze regeerden over hun eigen dynastie, als grote, feodale heren die tot in Olmutz en Lemberg, en van Auschwitz tot Sarajevo de trouw van hun leenmannen beloonden en hun ontrouw als het moest bestraften: de laatste ridders van de moderne tijd.
Keizers en ridders zijn niet meer van deze tijd. We moeten het tegenwoordig hebben van goede wil, overlegstructuren, procedures. Wat mij betreft moet er geen federale Europese staat komen, maar ook geen ontmanteling van de Europese Unie. Geen superstaat, maar samenwerking. Als je daarvoor kiest, horen daar botsingen en moeizame besluitvorming bij. Of, zoals Caroline de Gruyter het aan het einde van haar boek zegt:
“Als je zo naar Europa kijkt, raak je per definitie teleurgesteld. Want Europa is pappen en nathouden. Dat is de realiteit. Het zal nooit perfect zijn.”
Beter wordt het niet.
[1] Dit leerzame boek kent een paar minpuntjes. Het bevat geen bronnenlijst of trefwoordenlijst. En de foto’s bevatten geen onderschriften en zijn van matige kwaliteit.
[2] Impressions of European Integration (2012); http://dare.ubvu.vu.nl/handle/1871/32794
[3] Ik durf te bekennen dat in die reisleider-jaren mijn liefde voor de stad Salzburg is ontloken. Ik beschouw Salzburg (ondanks alle Mozart-kitsch en Sound of Music-referenties) als een van de mooiste steden van Europa.
[4] https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/theater-habsburg~bfee4f76/
[5] https://www.nrc.nl/nieuws/2002/12/14/tegen-de-draad-van-de-tijd-7618536-a133821
[6] https://carnegieeurope.eu/2016/09/23/habsburg-lessons-for-embattled-eu-pub-64658