Toen ik als kind voor het eerst naar Frankrijk op vakantie ging, leerde mijn vader mij twee woordjes: Oui en Non. Daarmee zou ik me als 6-jarige voldoende moeten kunnen redden, vond hij. Ik moest dan wel het juiste woord op het juiste moment zeggen. Hij illustreerde dat met een Sam en Moos grapje.
Sam en Moos gingen naar Parijs. Sam zei tegen Moos dat je overal ‘oui’ moest zeggen; dat was beleefd. In een café kwamen ze een vervelende man tegen die hen boos aankeek. ‘Zoeken jullie soms ruzie met mij?’, vroeg de boze man in het Frans. Moos antwoordde glimlachend ‘oui’ waarna hij een klap in zijn gezicht kreeg. Geschrokken gingen ze naar buiten. Misschien kun je voortaan maar beter ‘non’ zeggen, raadde Sam aan. De volgende dag kwamen ze de kwaaie Fransman op straat tegen. “Heb je nog niet genoeg klappen gehad?”, riep hij naar Moos. Waarop Moos ‘non’ zei en opnieuw een oplawaai kreeg.
Ik weet niet of deze mop pedagogisch gezien verantwoord was. Ik durfde in ieder geval tijdens die vakantie niet heel duidelijk ‘oui’ of ‘non’ tegen Franse speelkameraadjes te zeggen. Bang dat ik ook klappen op zou lopen.
Sindsdien heb ik Frankrijk tientallen keren bezocht en is mijn woordenschat, mede dankzij de goede basis die ik op de middelbare school heb gekregen, er fors op vooruitgegaan. Tijdens mijn laatste bezoek aan Frankrijk, een paar weken geleden, viel het me op dat je steeds dezelfde begrippenparen tegenkomt. Ik heb daar een overzicht van gemaakt, als een uitgebreide 2.0 versie van het simpele Oui-Non lesje uit mijn kindertijd. Iedere toerist, ook als hij de Franse taal niet echt machtig zijn, zou zich aan de hand van deze duo-woorden redelijk wegwijs moeten kunnen maken.
Als je voor een deur staat | poussez | tirez |
Als je op het terras zit | du vin rouge | du vin blanc |
Als je de weg kwijt bent | à gauche | à droite |
Als je onder de douche staat | chaud | froid |
Als je een glaasje water wilt | plat | pétillant |
Als je een bezienswaardigheid bezoekt | ouvert | fermé |
Als je een steak bestelt | à point | saignant |
Als je nodig moet | femmes | hommes |
Als je wilt weten wat voor weer het wordt | pluie | soleil |
Als je op de snelweg rijdt | bouchon | fluïde |
Als je iemand groet | bonjour | au revoir |
Als je op zoek bent naar jezelf[1] | être | avoir |
Tot zo ver deze spoedcursus. Je zou je met deze basislijst een beetje moeten kunnen redden als je Frankrijk bezoekt. En mocht dat toch niet lukken, dan kun je steeds vaker ook met Engels uit de voeten. Dat is echt een groot verschil met vroeger. Tegenwoordig spreken veel Fransen, met name de jongeren, ook Engels. Vaak met een charmant accent! Parlez-vous anglais? Oui? Non?
[1] Ik schreef bijna 10 jaar geleden een blog over être en avoir. Zie: http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=366