Ik ben opgegroeid in een Nederlands-Hervormd gezin. We gingen naar de kerk, er werd uit de Bijbel gelezen en ik zat op een protestants-christelijke lagere school. Ik heb geen strenggelovige jeugd gehad. Mijn ouders waren, zeker voor die tijd, behoorlijk vrijzinnig en maatschappelijk betrokken. Er werd veel gepraat, gelezen en geschreven. Mijn vader was godsdienstdocent, hield lezingen en publiceerde boeken en artikelen. Mijn moeder schreef bijbelliederen voor kinderen en heeft daar (in christelijke kringen) grote bekendheid mee verworven.[1]
Woorden deden er dus toe. Voor mijn ouders was het vinden van de juiste woorden van groot belang. Een tekst, een lezing, een lied moest inhoudelijk verantwoord zijn en daarbij aansprekend voor het publiek. Dat is mij met de paplepel ingegoten. Je zou kunnen zeggen dat mijn ouders mij al op jonge leeftijd met woorden lieten spelen.
Ook al ben ik niet meer gelovig, die traditie zit toch in me. Of zoals Louis van Dijk ooit zei: “een hervormde onderbroek krijg je nooit meer uit”. De liefde voor taal en de belangstelling voor allerlei maatschappelijke ontwikkelingen zijn diep in mij verankerd. In die zin is het niet verwonderlijk dat ik na de middelbare school voor de studie Politicologie koos en daarna decennia heb gewerkt als docent Communicatie.
Ik heb deze aanloop nodig om aan te kunnen geven dat de onderwerpkeuze van deze tekst niet uit de lucht is komen vallen. Ik zie namelijk opvallende parallellen tussen veelgebruikte communicatie-termen en woorden die we kennen vanuit de Bijbel en het christelijk geloof. Ik heb er een aantal op een rij gezet.
Laten we beginnen met het woord communicatie zelf. Het is sterk verwant met de term ‘communie’ of ‘heilige communie’ zoals we die kennen in de rooms-katholieke kerk. Deelnemers worden communicanten genoemd. De basis van deze woorden is het Latijnse communis, wat gemeenschappelijk/gezamenlijk betekent. Bij communicatie en bij de communie draait het om delen, samen, deelgenoot worden.
Bij communicatie hoort natuurlijk ook een zender. Ik spaarde vroeger zilverkleurige melkflesdoppen voor de zending. Later werden dit kwartjes en dubbeltjes. Op school stond een miniatuur-kerkje. Als je daar een muntje in deed ging er een belletje rinkelen. De opbrengst ging naar een zendeling die ergens in Afrika of Azië het christelijk geloof probeerde te verspreiden. Er kan me nog de tekst van het Zendingslied herinneren dat we in die tijd zongen:
‘Roept uit aan alle stranden.
Verbreidt van oord tot oord.
Verkondigt alle landen.
Het evangeliewoord’ [2]
Zenden, verspreiden, verkondigen; allemaal werkwoorden die we zowel in de communicatie als in christelijke kringen voortdurend tegenkomen.
In katholieke kring wordt niet over zending gesproken, maar over missie. Dat is natuurlijk een begrip dat ook in communicatiekringen volop wordt gebruikt, maar in een iets andere zin. Hoewel de definities in de vakliteratuur nogal uiteenlopend zijn, kun je stellen dat het bij een missie gaat om wat een organisatie naar buiten toe wil uitdragen. Het Latijnse woord mittere betekent dan ook ‘uitzenden’. Dat verklaart meteen de overeenkomst van het woord missie met de woorden zenden/zending/zender.
Ook het Bijbelse woord apostel heeft een link met het woord zender of zenden. Het Griekse werkwoord apo-stellein betekent wegzenden. Een apostel is dus iemand die weggezonden wordt om elders het geloof te verkondigen. Tegenwoordig zouden we dat een influencer noemen.
Naast zenders kennen communicatieprocessen natuurlijk ook ontvangers. Ook hierbij komt er weer een lied van vroeger bij me op:
‘Hoe zal ik u ontvangen
Hoe wilt gij zijn ontmoet’
In de kerk zijn de leden van de gemeente de ontvangers. Zij ontvangen de zegen aan het einde van de dienst en zij ontvangen de gaven van wijn en brood als ze deelnemen aan het Avondmaal, de communie.
Het woord boodschap is een centrale term voor communicatieprofessionals en voor christenen. Het uit het Grieks afgeleide woord evangelie (ook te vinden in het tekstfragment van Nicolaas Beets hierboven) betekent letterlijk goede of blijde boodschap[3]. Ons woord engel stamt uit dezelfde Griekse bron. Engel (angelos) betekent boodschapper. De kern van communicatie en van het geloof is de boodschap; datgene wat je wilt delen of overbrengen.
Als we het hebben over de boodschap komen we in de communicatie-literatuur al snel het woord storytelling tegen. Je moet je verhaal een bepaalde vorm en opbouw geven om het aan te laten slaan. In het nieuwe testament staan vele tot de verbeelding sprekende verhalen van Jezus die gelijkenissen worden genoemd. Denk aan de bekende verhalen over de zaaier of de barmhartige Samaritaan. Jezus probeerde aan de hand van herkenbare vertellingen en vergelijkingen zijn ideeën op zijn volgers over te brengen. Pure storytelling!
Communicatieprofessionals treden vaak namens een organisatie op als woordvoerders of voorlichters. Ook hier is een vergelijking met de Bijbel te maken. In het oude testament staan meerdere bijbelboeken die naar profeten genoemd; denk aan Jesaja, Jeremia, Jona, Habakuk. Profeten zijn ‘geroepen om het woord van God te verkondigen’. Het woord profeet heeft een Griekse oorsprong en betekent, vrij vertaald, voor-zegger. In die zin zou je profeten kunnen beschouwen als de voorlopers van de hedendaagse woordvoerders.[4]
Het modewoord purpose (volgens sommigen een jeukwoord) verwijst naar de identiteit van een organisatie; waar een organisaties voor staat. Dat heeft alles te maken met zingeving en natuurlijk draait het in het geloof ook om zingeving en betekenis. Justin Bieber illustreert dit op duidelijk wijze met zijn lied Purpose:
‘I put my heart into your hands
Here’s my soul to keep
I let you in with all that I can
You’re not hard to reach
And you bless me with the best gift
That I’ve ever known
You give me purpose
Yeah, you’ve given me purpose’
Ook op een andere manier kun je verbanden zien tussen communicatie en het christelijk geloof. Ik noem daarbij twee grote namen uit het communicatievak die een duidelijke link hebben met het geloof.[5]
Anne van der Meiden was een van de grondleggers van het communicatievak in Nederland. Hij studeerde theologie en werd predikant. Daarnaast verdiepte hij zich ook in de communicatie. Uiteindelijk werd hij hoogleraar massacommunicatie en public relations. Hij was een veelgevraagde spreker, die zowel op de kansel als tijdens communicatiecongressen zijn publiek mateloos wist te boeien.[6] Na zijn pensionering vertaalde hij de Bijbel in het Twents, zijn streektaal. Je zou Anne van der Meiden als de verpersoonlijking van de band tussen communicatie en het christelijke geloof kunnen zien.
Ook Betteke van Ruler, de grande dame van de communicatie, heeft christelijke wortels. Haar vader was een bekende theoloog naar wie ze is vernoemd, A.A. van Ruler. In een interview met het Reformatorisch Dagblad vertelt ze dat ze afstand heeft genomen van het geloof, maar dat zij net als haar vader graag mensen wil pakken met een boodschap, ze wil laten nadenken.[7]
Al met al zijn er dus vele parallellen te vinden tussen communicatie en christendom. Dat is natuurlijk niet verwonderlijk in een land dat al eeuwenlang een christelijke traditie kent. En het is ook niet verbazingwekkend voor een vakgebied waarin het draait om uitwisselen, overtuigen en het geven van betekenis.
Ik begon dit verhaal met een persoonlijke noot en wil daar ook mee eindigen. Voor mij gaat het bij communicatie in de kern om het realiseren van betekenisvolle ontmoetingen. Ik heb dit in mijn blogs meermalen aangegeven. Wie weet dat die invulling is ingegeven door de naam van het kerkgebouw dat in het dorp van mijn jeugd stond: de Ontmoetingskerk.
[1] Ik heb in eerdere blogteksten stilgestaan bij het leven en werk van mijn ouders; zie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2179 en http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1156
[2] Deze tekst is geschreven door de bekende 19e eeuwse dichter Nicolaas Beets.
[3] In het oud-Grieks: ευαγγελιον (eu angelion)
[4] In een reactie op mijn tekst geeft Paula Zweekhorst aan dat we Aäron kunnen beschouwen als de oudst bekende woordvoerder. In het boek Exodus staat beschreven hoe hij zijn broer Mozes, die niet zo welbespraakt was, bijstaat en namens hem het woord voert.
[5] Er zijn vast nog meer bekende com-profs met aanwijsbare christelijke roots, maar ik heb niet ieders doopceel gelicht.
[6] Van der Meiden voelde zich op ieder spreekgestoelte thuis. Het Griekse woord voor sprekersplatform is Logeion, de naam van de Nederlandse beroepsvereniging voor communicatie.
[7] https://bettekevanruler.nl/interview-in-het-reformatorisch-dagblad-9-december-2016/