De nieuwe baas van het verkeer

 

Er was eens een meneer die de baas van het verkeer wilde worden. Hij had radicale ideeën om een einde te maken aan alle verkeersproblemen in het land. Hij droomde dat er alleen nog maar witte auto’s op de weg zouden rijden. Dat zou zorgen voor minder files, minder parkeerproblemen en minder ongelukken. Hij beweerde dat auto’s met een andere kleur lelijk en slecht waren en dat hun eigenaren niet deugden en veel ongelukken veroorzaakten. Hij wilde de import van gekleurde auto’s helemaal verbieden. Er moest in eigen land een grote fabriek komen waarin alleen maar witte auto’s zouden worden gemaakt. Hij beloofde de mensen dat hij hen zou helpen om een witte auto te kopen, als hij de baas zou zijn. Mensen met een witte auto zouden minder geld voor benzine hoeven te betalen en ook minder wegenbelasting. Hij riep dat er met alleen witte auto’s minder parkeerproblemen en ongelukken zouden zijn. En minder files. Iedereen zou lekker hard kunnen scheuren op de snelweg. De maximum snelheid kon gerust omhoog naar 140 kilometer. Hybride en elektrische auto’s zou hij juist extra duur maken. Hij maakte zich namelijk totaal geen zorgen over het klimaat.

De meeste mensen vonden de plannen van de meneer maar raar. Veel autobezitters waren juist blij met hun groene, blauwe of rode auto. Die auto’s waren echt niet minder dan witte. Dus waarom de eigenaren van witte auto’s voortrekken en de mensen met een gekleurde auto dwarszitten? Dat was toch niet eerlijk! En moesten we juist niet ons best doen om het klimaat te redden? Deze mensen hoopten dat de meneer niet de baas van het verkeer zou worden.

Sommige mensen zagen de ideeën van de meneer wel zitten. Auto’s waren duur en met de hulp van de meneer zouden ze misschien toch een auto kunnen kopen. En een witte kleur vonden ze prima. Ze dachten vooral: als wij maar een auto hebben; desnoods ten koste van mensen met een gekleurde auto. Ook vonden ze  dat er inderdaad vaak gekleurde auto’s bij ongelukken betrokken waren. Bovendien: minder parkeerproblemen, minder files; wie wil dat nou niet!  En ach, het klimaat. Daar maakten zij zich niet druk over.

De meneer bleef jaar in jaar uit maar roepen dat gekleurde auto’s en hun eigenaren van de weg gehaald moesten worden. En hij bleef maar proberen om de baas te worden. Maar het mislukte keer op keer. Er waren andere meneren en mevrouwen die het voor het zeggen hadden. Zij wilden ook wel wat aan de files doen en aan de parkeerproblemen en de ongelukken. Maar niet ten koste van de eigenaren van gekleurde auto’s. Dat zou niet helpen. En dat vonden ze ook niet netjes. Ook probeerden zij iets voor het klimaat te doen. Deze meneren en mevrouwen deden hun best, maar vaak waren het kleine stapjes. En soms ging het ook mis. Dan zaten ze weer lang te overleggen en soms ook te kibbelen. Zonder goed naar de mensen in het land te luisteren. Op deze manier lukte het hen niet goed om alle verkeersproblemen op te lossen en iedereen tevreden te maken.

Steeds meer mensen in het land begonnen te mopperen. Vooral de mensen die geen geld hadden om een auto te kopen. Ze vonden dat ze niet serieus werden genomen. Daarom hoorde je steeds vaker mensen zeggen dat er misschien toch een ander soort verkeersbaas moest komen. En zo kreeg de meneer die al twintig jaar riep dat  alle verkeersproblemen te wijten waren aan de gekleurde auto’s opeens weer veel aandacht. Hij voelde dat nu eindelijk het moment was gekomen waarop hij de baas kon worden. Hij bleef vasthouden aan zijn witte auto-plan, maar beloofde de mensen dat hij ook vriendelijk zou doen voor de eigenaren van een gekleurde auto. Zouden de mensen hem geloven?

 

(beeld: Bibo Crafts)

Geef een reactie