Op een regenboogtrui staat geen regenboog (over vlaggen die de lading niet dekken)

Dit zijn woorden die niet helemaal (of helemaal niet) passen bij wat zij beogen te beschrijven. Volgens het bekende gezegde dient een vlag de lading te dekken. Toch gebeurt dat niet altijd. Vaak is dat een bewuste keuze, om het mooier te maken dan het is. Soms is het min of meer toevallig ontstaan. In mijn nieuwste blog schets ik enkele uiteenlopende gevallen waarbij vlag en lading niet goed overeenstemmen.

 

Toekan (een vlag die de valk niet dekt)

Vorige week overleed Arie van der Valk, de financiële man van het bekende van der Valk-concern. In de media werd uitgebreid bij zijn overlijden stilgestaan. Mijn blik viel daarbij op een artikel waarin werd uitgelegd waarom jaren geleden werd besloten om niet een valk, maar een toekan te kiezen als symbool van het concern. In de jaren ’50 kocht de van der Valk familie het vogelpark Avifauna in Alphen aan den Rijn. Het logo van Avifauna bevatte een toekan, een vrolijke, kleurrijke vogel. De familie van der Valk vond dat beter passen dan een valk. Dat was een roofvogel die men ook nog zou kunnen associëren met nazi-Duitsland. Er is dus bewust gekozen voor een vlag die de valk niet dekt.

(https://www.valkvoorschoten.nl/over-valk-exclusief/#:~:text=De%20familie%2C%20op%20zoek%20naar,past%20veel%20beter%20bij%20ons%E2%80%9D.)

 

Regenboogtrui (een vlag vol oude stereotypes)

In de wielersport is het traditie dat een renner die in een bepaalde discipline wereldkampioen is geworden een regenboogtrui aantrekt. Als je goed kijkt zie je weliswaar kleurrijke strepen op het shirt staan, maar geen regenboog. Het zijn vijf kleurbanen die de werelddelen moeten representeren, namelijk: blauw (Europa), rood (Amerika), zwart (Afrika), geel (Azië) en groen (Oceanië). Dit is honderd jaar geleden zo bedacht. En misschien wel afgekeken van de Olympische ringen. Het is dus helemaal geen regenboogtrui, maar een shirt met een nogal stereotype kleurenp-code (Afrikanen zijn zwart, Aziaten zijn geel). Wat mij betreft zou het verfrissend zijn als toekomstige wereldkampioenen een shirt met een echte regenboog krijgen. (https://indekopgroep.nl/betekenis-regenboogtrui/)

 

Verdieping (een vlag met weinig diepgang)

Als we een gebouw binnenlopen en een lift instappen drukken we op de knop van de gewenste verdieping. Want we willen omhoog (ik heb het nu even niet over bezoekers die graag naar de kelder gaan). Vreemd dat we alles boven de begane grond verdiepingen noemen, terwijl het feitelijk verhogingen zijn.

 

Ziggo Dome (een vlag die een beetje dom is)

De Ziggo Dome ziet eruit als een gigantische zwart, vierkant gebouw. Op zich niets mis mee, maar een dome is het niet. Het woord dome is afkomstig van het Latijnse woord domus. Het woord wordt gebruikt als aanduiding van een godshuis, een kerk. Denk aan de Dom van Utrecht of de Duomo van Milaan. Het woord dome verwijst in architectonische zin naar een koepel op een gebouw (denk aan Dôme des Invalides in Parijs). De Ziggo Dome is geen kerk en heeft ook geen koepel. Wat mij betreft zou Ziggo Doos een betere naam zijn. https://en.wiktionary.org/wiki/dome

 

Suikerfeest (een vlag die te zoet is)

Aan het einde van de vastenmaand Ramadan vieren moslims feest. In de volksmond wordt dit het Suikerfeest genoemd. Als niet-moslim zou je zo maar kunnen denken dat er tijdens het Suikerfeest alleen maar zoetigheid wordt gegeten, maar dat is niet het geval. Het feest draait om saamhorigheid en bezinning, Natuurlijk wordt er ook lekker gegeten, maar dat is niet de kern. Veel moslims willen daarom van die associatie af. Ze spreken liever over het ramadan-feest of gebruiken de oorspronkelijke naam Eid Al Fitr: het verbreken van de vasten.

https://www.trouw.nl/religie-filosofie/waarom-moslims-afwillen-van-de-naam-suikerfeest-noem-het-beestje-bij-de-naam~b56068f7/

 

Woonboulevard (een vlag vol broken dreams)

Veel mensen hebben de gewoonte om op vrije dagen een woonboulevard te bezoeken. Het woord boulevard belooft een indrukwekkende, chique ervaring. Maar dan kom je bedrogen uit. Een woonboulevard is meestal te vinden aan de rand van een kaal en winderig bedrijventerrein. Niet charmant of imposant, maar naargeestig. Het woord boulevard associëren we vooral met brede, chique lanen in Parijs. Deze werden in de 19e eeuw om verschillende redenen aangelegd (om het leger en de oproerpolitie meer ruimte te geven bij onrust, om de stad meer aanzien grandeur te geven, om oude krottenwijken op te ruimen). De boulevards werden gerealiseerd op plaatsen waar vroeger verdedigingswallen lagen. Het woord boulevard is dan ook een verbastering van het Nederlandse woord bolwerk. Je zou zo’n treurige rij meubelwinkels hooguit een boulevard of broken dreams kunnen noemen. https://www.encyclo.nl/begrip/bolwerk

 

Verlangen (een vlag die P.C. Hooft al wilde strijken)

Als we naar iets (of iemand) verlangen, staan we te popelen. We kunnen eigenlijk niet langer wachten. Als een kind op de dag voor zijn verjaardag: ‘ik wou dat het al morgen was’. Het woord verlangen hangt samen met de woorden lang en verlengen. Maar is het niet merkwaardig en paradoxaal dat we dit wachten juist willen verkorten en niet verlengen? Dit inzicht is niet van mijzelf, maar van de bekende 17e eeuwse dichter en bestuurder P.C. Hooft. In zijn gedicht ‘Geswinde Grijsart’ formuleert hij het als volgt:

Mijn lief sint ick u mis, verdrijve’ ick met mishaeghen

De schoorvoetighe Tijdt, en tob de lange daeghen

Met arbeidt avontwaerts; uw afzijn valt te bang.

En mijn verlangen can den Tijdtgod niet beweghen:

Maer ’t schijnt verlangen daer sijn naem af heeft gecreghen,

Dat ick den Tijdt, die ick vercorten wil, verlang.

 

Papadag (een vlag die papa niet verdient)

Op mijn werk hoorde ik ooit een paar jonge vrouwelijke collega’s met de nodige verontwaardiging praten over het feit dat de term papadag iets heel bijzonders lijkt uit te drukken, terwijl het van werkende moeders doodnormaal wordt gevonden dat zij een dag thuis zijn om voor de kinderen zorgen. Volgens deze vrouwen spreekt uit de term papadag iets te veel eer voor (de vaak bescheiden bijdrage van) papa en te weinig waardering voor (de vanzelfsprekend geachte rol van)  mama. Zoals een collega het verwoordde: ‘Er is toch ook geen mamadag’. Waar een andere collega aan toevoegde: ‘Vaders zijn toch elke dag papa!’

Ik verbaas me om een andere reden om de term ‘papadag’. Papa staat daarin centraal, terwijl die dag niet om hem draait. Op een verjaardag zetten we de jarige in het zonnetje en op Bevrijdingsdag herdenken we het einde van de oorlog, maar Papadag is niet de jubeldag voor vaders; daar hebben we Vaderdag voor.

Mijn voorstel is om het heel simpel te houden en het ouderschap erbuiten te laten. Zeg gewoon: ‘op donderdag werk ik niet’ of ’dinsdag is mijn vrije dag’. Punt uit. Daar is verder geen tekst of uitleg bij nodig. Of je nu met de kinderen wat gaat doen, of gaat vissen, of de hele dag in je bed blijft liggen, dat gaat niemand wat aan. (zie ook mijn eerdere blog over Papadag: http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1321 )

 

Kip-stuckjes (een vlag die vega-vaag is)

Het vega-schap van de supermarkt ligt vol met alternatieven voor vlees. Toch worden heel veel producten aangeduid met een vlees-term. Namen als groenteburger en kaasschnitzel zijn nog wel te billijken, maar woorden als gehakt, kip, spekjes of shoarma vind ik merkwaardig. Het is juist geen kip of spek, maar iets plantaardigs. Door die woorden toch te gebruiken wordt in feite benadrukt dat het hier niet om ‘the real thing’ gaat maar om imitaties. En imitaties vallen altijd tegen. Dus, vega-producenten, kom op, verzin eens originele, zelfbewuste productnamen!

Geef een reactie