Ik hik tegen een taaldingetje aan. Iets kleins. Het is, zeker ten opzichte van het grote wereldnieuws, een bijna te verwaarlozen vraagstuk. Maar toch wil ik het op deze plek met jullie, mijn lezers, delen.
Het gaat om de formulering ‘Hier opent binnenkort … ’ .
Op de voordeur van een leegstaand pand in een winkelstraat tref je vaak een bord of poster aan van het type ’Hier opent binnenkort Cadeaupaleis Carmen’. Iedereen zal begrijpen wat er wordt bedoeld, maar ik vraag me af waarom het zo houterig en onvolledig is geformuleerd.
Volgens de communicatie-handboeken moet een boodschap altijd duidelijkheid bieden over de vier W’s: Wie, Wat, Waar, Wanneer.
Laten we de voorbeeld-zin ’Hier opent binnenkort Cadeaupaleis Carmen’ eens langs die 4W-meetlat leggen.
Waar
We zien dat er maar één W duidelijk wordt ingevuld: de W van Waar. In de voorbeeld-zin staat het woord ‘Hier’ en het bord hangt op de deur van het betreffende pand. Dus over de locatie (Waar) kan gaan misverstand bestaan.
Wie en Wat
Dan gaat we naar de Wie en de Wat. Wat betreft deze twee W’s is de voorbeeld-zin nogal verwarrend. Cadeaupaleis Carmen kan namelijk zowel de Wie als de Wat zijn.
Laten we uitgaan van het gegeven dat bij het werkwoord ‘openen’ zowel een Wie als een Wat nodig is. Iemand opent iets. Zina opent haar boek, Ajax opent de score (was dat maar waar…). In de voorbeeldzin kun je Cadeaupaleis Carmen beschouwen als de Wie, maar daarbij ontbreekt een Wat. Cadeaupaleis Carmen opent wat? Klaarblijkelijk is de Wat een nieuwe winkel, maar dat staat er niet. Je kunt beter zeggen: ‘Hier opent Cadeaupaleis Carmen binnenkort een nieuwe winkel’. Of ‘Cadeaupaleis Carmen opent hier binnenkort haar deuren’.
Je zou ook kunnen beweren dat Cadeaupaleis Carmen de Wat is in de voorbeeldzin. Maar dan ontbreekt de Wie. Wie opent dan de cadeauwinkel? Misschien wel de eigenaresse, of de burgemeester. Dan zou de zin moeten luiden: ‘Eigenaresse Carmen de Jong opent hier binnenkort Cadeaupaleis Carmen’.
Kortom, in de voorbeeldzin zit een taalgat. Ofwel de Wie ontbreekt, ofwel de Wat.
Wanneer
Dan ten slotte de laatste W: Wanneer. In de voorbeeldzin is het woord ‘binnenkort’ de indicatie voor het Wanneer. Maar wanneer is binnenkort? Over een week? Over twee maanden? Dat blijft onduidelijk. Als Carmen klanten wil trekken, zou ze wat preciezer moeten zijn. Mijn advies: maak een plan voor een openingsfeest of een welkomsactiviteit en zet die datum op het bordje.
Ik hoop dat middenstanders en winkelketens gaan afstappen van de afgezaagde en kromme zin ‘Hier opent binnenkort…’, en er iets mooiers van maken. Cadeaupaleis Carmen krijgt deze zin van mij cadeau: ‘Op zaterdag 29 juni opent Cadeaupaleis Carmen hier haar nieuwe winkel. Alle klanten ontvangen die dag een verrassing’. Of anders, met een call to action: ‘Kom op zaterdag 29 juni naar de verrassende opening van Cadeaupaleis Carmen’. (*)
Zo, ik heb mijn hart gelucht. Nu weer tijd voor echt belangrijke zaken.
(*) Deze zin heb ik toegevoegd na een aantal inspirerende reacties van lezers.