Omdat het de Week van de Poëzie is begin ik deze blogtekst graag met het bekende korte gedicht van K. Schippers:
Bij Loosdrecht
Als dit Ierland was
Zou ik beter kijken
Schippers wil graag dat we meer oog hebben voor wat er om ons heen op te merken is. Niet alleen genieten van verre bestemmingen of bijzondere dingen, maar ook van gewone zaken in onze directe omgeving. Dan zul je ervaren dat Loosdrecht even fraai kan zijn als Ierland.
Schippers staat bekend als degene die de ‘readymade’ introduceerde in de Nederlandse poëzie. Hij putte inspiratie uit alledaagse voorwerpen of vondsten: een papiertje met aantekeningen, een suikerpot of een vulpen. K. Schippers werd op zijn beurt weer geïnspireerd door het dadaïsme, het surrealisme en door kunstenaars als André Breton en Marcel Duchamp. Duchamp zette de ‘readymade’ op de internationale kunst-kaart door in 1917 op een tentoonstelling in New York een urinoir te presenteren. Een kant-en-klaar kunstwerk getiteld Fountain, met de bovenkant naar voren neergezet en voorzien van een handtekening[1] (niet die van van Duchamp, maar van ene R. Mutt).
Fountain sloeg in als een bom en maakte veel los. Sommigen zagen het als een geniale, grensverleggende vondst en een mijlpaal in de kunstgeschiedenis. Anderen vonden het pure flauwekul en kunst-onwaardig. Kortom, enorme ophef. En dat honderd jaar voor de komst van social media.
In ieder geval werd de ‘readymade’ vanaf die tijd een bekend begrip in de kunstwereld. En dat is het nu nog steeds. Denk bijvoorbeeld aan het werk van de Italiaanse kunstenaar Maurizio Cattelan. Hij maakte in 2016 een (volledig werkend) toilet van puur goud. Een duidelijke knipoog naar het urinoir van Duchamp. Een paar jaar geleden trok hij veel aandacht met zijn werk Comedian (2019): een banaan vastgeplakt met duct tape. Ook dit kunstwerk maakte wereldwijd veel los. Ik moest zelf onmiddellijk aan de bekende LP-hoes van Andy Warhol denken die hij maakte voor het album van The Velvet Underground & Nico (1967).

Comedian van Maurizio Cattelan
Ik merk zelf dat ik niet erg onder de indruk ben van kan-en-klare kunst van het type Fountain of Comedian. Interessant als discussiemateriaal, maar niet tot de verbeelding sprekend als kunstvoorwerp. Readymades raken mij meer als de kunstenaar iets toevoegt, zijn/haar eigen draai eraan geeft. Je kunt een elastiekje om een peer doen en dat presenteren als een kunstobject. Of een boodschappenlijst opnemen in een dichtbundel, maar daar zal ik niet ondersteboven van raken. Het kant-en-klare gevonden voorwerp op zich is voor mij niet genoeg. Ik heb liever dat de kunstenaar er iets mee gaat doen. Ik word in dat opzicht meer aangesproken door kunstenaars die dagelijkse voorwerpen weten te transformeren om ze zo nieuw leven in te blazen. Liever ‘remades’ dan readymades’ , liever ‘kringloopkunst’ dan kant-en klare kunst.
Een goed voorbeeld van wat ik een kringloopkunst noem is de huidige tentoonstelling van Joan Miró in het museum Beelden aan Zee. Ik kende Miró vooral als schilder van kleurrijke doeken vol kringeltjes en stippeltjes (door de eerder genoemde K. Schippers treffend aangeduid als ‘interpunctiedieren’). Ik had nooit zijn beelden en assemblages gezien. In de tentoonstellingsbrochure lees ik dat ook Miró zich heeft laten inspireren door mensen als Breton en Duchamp. Voor mij is dat niet automatisch een aanbeveling. Maar ik word niet teleurgesteld. De rijke tentoonstelling in Scheveningen geeft een mooi overzicht van Miró als beeldhouwer. Aan de basis van zijn werk staan alledaagse gebruiksartikelen als krukjes, deksels, bezems en kannetjes. Gevonden voorwerpen. Deze voegt hij samen tot gestaltes waarin je, soms met enige fantasie, menselijke figuren kunt herkennen. Sommige van die beelden hebben hun oorspronkelijke kleur behouden, andere zijn in felle, vooral primaire kleuren beschilderd.
Ik merk tot mijn verrassing en plezier dat veel van die beelden me raken. Ik weet niet precies waarom, maar ze spreken me aan. Zo zeer zelfs dat ik tot de volgende regels kwam. Het is per slot van rekening de Week van de Poëzie.
Beelden van Joan Miró
Twee grote gaten in felblauw metaal
kijken me indringend aan
Hij wist dat hij het kon maken
Zonnemannen van hout en oud ijzer
Vrouwen met de maan op hun hoofd
Gevonden voorwerpen die lijken te spreken
vullen de betonnen ruimte met
leven; robuust en kwetsbaar
[1] Op het urinoir staat de naam R. Mutt. Die naam heeft tot veel speculaties geleid. Ook wordt wel beweerd dat niet Marcel Duchamp, maar Elsa von Freitag, een vriendin van Duchamp, als eerste met het idee kwam om dit gebruiksvoorwerp als een kunstwerk te presenteren (zie o.a. de documentaire Alreadymade: https://www.npodoc.nl/documentaires/2024/10/alreadymade.html ).
Ik schreef eerder een blogtekst over K. Schippers: