In mijn werk[1] moet ik duidelijk kunnen aangeven wat het vakgebied Communicatie inhoudt. Door de jaren heen heb ik gemerkt dat dat lastiger is, dan je aanvankelijk zou denken. Daarbij spelen vier zaken een rol. In de eerste plaats is het hanteren van definities als zodanig niet altijd zinvol of bevredigend. Daar komt bij dat het begrip communicatie zich moeilijk laat vatten. In de derde plaats heeft communicatie een paradoxale kern van scheiden en delen: we willen enerzijds vanuit een onderscheidende identiteit opereren, terwijl we anderzijds willen delen met anderen. Ten slotte laat communicatie zich onder invloed van de opkomst van social media zich steeds meer kenmerken als een interactief fenomeen dat niet (meer) geheel vanuit het perspectief en initiatief van ‘de zender’ kan worden opgevat. Deze vier redenen bij elkaar maken het duidelijk afbakenen van het begrip Communicatie tot een complexe, paradoxale klus.
1. Definities zijn statisch
Amos Oz schrijft in zijn boeiende boek ‘Een verhaal van liefde en duisternis’ dat het woord definitie is afgeleid van het Latijnse woord ‘finis’, dat hek betekent.[2] Met andere woorden: een definitie is een afbakening.[3] Een definitie maakt iets definitief. Het zorgt voor een status quo; iets wordt als het ware bevroren. Dat roept de vraag op hoe een definitie zich verhoudt tot de dynamiek van het leven zelf. Een van mijn persoonlijke motto’s (ontleend aan Ovidius’ Metamorphosen) is: alles stroomt en niets blijft.[4] Alles is onderworpen aan voortdurende verandering. Een begrip als communicatie kent juist de dynamiek van uitwisseling en interactie. Kun je zo’n begrip dan nog wel afbakenen? Een definitie is een foto, terwijl het leven een permanent draaiende film is. Zijn definities daarmee niet per definitie achterhaald?
2. Communicatie is moeilijk te vatten
Mensen communiceren voortdurend: bewust en onbewust, in woord en gebaar, langs analoge en digitale weg. Ik sluit me in dat opzicht aan bij Paul Watzlawick, die verklaarde dat alles wat mensen doen en maken communicatie is en dat daardoor mensen (maar ook dieren, dingen, gebouwen) niet niet kunnen communiceren.[5] Daarmee is alles communicatie. Birkigt en Stadler hebben een veelgebruikt model samengesteld dat de relatie tussen Identiteit en Imago weergeeft.[6] Binnen dit model zijn de begrippen symboliek, gedrag en communicatie de werkzame bestanddelen. Maar volgens het denken van Watzlawick moeten we symboliek en gedrag ook opvatten als communicatie en dus hadden Birkigt en Stadler kunnen volstaan met één begrip: communicatie. Het grote nadeel van de opvatting Watzlawick is daarmee ook blootgelegd: communicatie is zo bezien een allesomvattend containerbegrip. Is dat nog af te bakenen?
3. (Onder-)scheiden en delen
Carry van Bruggen leert ons in haar doorwrochte studie Prometheus (1919) dat juist distinctie, afbakening, contrast-werking een wezenskenmerk van mensen is:
… we merken de dingen slechts op door hun contrast met andere dingen…..Alles is onderscheid. Zien is onderscheiden (ook hooren, proeven en alle natuurlijke waarneming, denk aan het geluid dat men hoort als het ophoudt) maar daarmee is het niet uit. Leeren is onderscheiden, kennen is onderscheiden, begrijpen is onderscheiden. Elk vermogen is onderscheidingsvermogen. Elke ontwikkeling is de ontwikkeling van dat vermogen.
Volgens Carry van Bruggen is ons hele wezen gericht op het zoeken en bepalen van onderscheid. In de communicatiewereld is dit heel herkenbaar. Je kunt alleen maar communiceren vanuit een onderscheidende eigenheid; anders val je niet op, ben je niet herkenbaar. Een herkenbare boodschap vergt een herkenbare boodschapper. De communicatiewetenschap hamert op het begrip identiteit. Die identiteit is een zelf-definitie, een onderscheidende afbakening, de verwoording en verbeelding van het eigene van de betreffende organisatie/persoon. Wie zichzelf niet profileert, wie onherkenbaar is, is daarmee niet in staat tot het onderhouden van betekenisvolle relaties. Daarbij rijst de vraagt of het bepalen en uitdragen van je identiteit niet te zeer een exclusieve, buitensluitende, contrasterende bezigheid is (door je te onderscheiden benadruk je de onderlinge verschillen, je zet een hek om jezelf heen), terwijl je aan de andere kant juist het hek zou willen neerhalen om de relatie met anderen te vergemakkelijken en dingen met elkaar te delen. Anders gezegd en in paradoxale termen gevat: hoe kun je exclusief zijn, maar ook inclusief.
4. Van actie naar interactie
De huidige tijd wordt getypeerd door een toenemend gebruik van social media. Deze nieuwe media zijn een soort tussenvorm tussen direct persoonlijk contact (mensen bij elkaar; zelfde tijd, zelfde plaats) en communicatie via klassieke massamedia (krant, radio, TV). Veel definities, modellen en theorieën gaan zijn gebaseerd op ofwel interpersoonlijke ofwel massamediale communicatie. De theorievorming over de nieuwe tussenvorm van social media staat nog in de kinderschoenen. Wel is duidelijk dat het communicatie- en medialandschap door de komst van internet, digitale media, en interactieve communicatievormen aanzienlijk is veranderd. Een bevredigende plaatsbepaling van het begrip communicatie zal daarom ook ruimte moeten bieden aan deze nieuwe ontwikkelingen.
Geen definitie, maar een COMpositie
Nu de uitdagingen, knelpunten en paradoxen zijn geschetst, kunnen we een poging wagen om het begrip communicatie nader te duiden. In mijn visie moet de begripsafbakening ruimte bieden aan het open, dynamische en interactieve karakter van communicatie. Ook moet duidelijk zijn dat communicatie niet te beheersen of te sturen is. Er is sprake van continue uitwisseling, waarbij je hooguit wat kunt laveren. Daarbij moet het spanningsveld tussen exclusie en inclusie ook een plaats krijgen. Wat mij betreft moeten we niet streven naar een definitie van communicatie, maar naar een compositie van communicatie. Ik duid dit aan met de term COMpositie. Die compositie kent drie ringen. Die ringen geven de continuïteit van communicatie weer. Geen einde, geen begin.
De binnenste ring, de kern van communicatie, bevat de partijen die met elkaar communiceren (met als kleinste eenheden: organisatie X en relatiegroep Y, of persoon A en persoon B) en de begrippen Connect en Content. Communicatie is bij uitstek een relationeel begrip dat draait om het uitwisselen van informatie. Daar heb je meerdere partijen voor nodig, die voortdurend signalen uitzenden en opvangen. Die partijen hebben ook middelen nodig om informatie over te dragen en uit te wisselen. Het kernbegrip Connect (verbinding) verwijst daarnaar. Daarbij gaat het om de middelen, media en kanalen die mensen en organisaties gebruiken om met elkaar in contact te komen. En ten slotte heb je de informatie zelf. Het begrip Content duidt op de inhoudelijke kant van communicatie. Het gaat bij content om boodschappen en betekenissen. Om inhoud en interpretatie. Dat maakt Content tot een kernbegrip binnen de communicatie. De essentie van communicatie is namelijk het uitwisselen van betekenisvolle boodschappen.
De tweede, middelste ring van de COMpositie bevat al die kennis-elementen en vaardigheden die nodig zijn om de elementen uit de binnenste ring goed aan elkaar te smeden. In de praktijk worden dit vaak competenties genoemd. Logeion, de beroepsvereniging van communicatieprofessionals in Nederland, spreekt in dit verband over Beroepsniveauprofielen.[7] Deze competenties worden vaak weergegeven als elementen uit een beleidscyclus: van analyseren en strategie bepalen, tot creëren en implementeren. Het bijzondere van deze competenties is dat ze meer generieke vaardigheden zijn die vaak in hun formulering de kern van communicatie (de binnenste ring) niet raken. Ze worden pas relevant voor het vakgebied Communicatie als ze gekoppeld worden aan en vertaald worden naar de elementen van de binnenste ring.
De derde, buitenste ring van de COMpositie wordt gevormd door de Context waarbinnen de communicatie zich afspeelt. Daarbij spelen uiteenlopende zaken een rol. Mens- en maatschappijvisies van de betrokken partijen, hun ervaringen en verwachtingen, en maatschappelijke trends en ontwikkelingen, Dit kunnen trends zijn als globalisering, digitalisering of vergrijzing. Maar ook verschuivingen in het publieke klimaat, de economische conjunctuur en manifestaties in de culturele sector kunnen van belang zijn. Dit vergt van de communicatie-professional dat hij een goed ontwikkeld vermogen heeft om dergelijke ontwikkelingen te signaleren en te relateren aan het belang van organisaties en relatiegroepen. Dat betekent ook dat het vakgebied Communicatie inbreng nodig heeft van flankerende kennisdomeinen en vakgebieden zoals organisatiekunde, marketing, cultuurstudies en HRM. Een ander aspect van het begrip Context zijn de diverse domeinen binnen het vakgebied Communicatie. De ene vorm van communicatie speelt zich af tussen overheid en burgers, de andere vorm is B2B of valt onder de noemer marketingcommunicatie. Het vakgebied communicatie kent vele domeinen die stuk voor stuk een eigen context met zich meebrengen.
COMpositie
Visueel weergegeven ziet de COMpositie er als volgt uit:
Ik nodig jou, lezer, graag uit om te reageren op deze nieuwe positiebepaling van Communicatie.
[1] Ik werk als HBO-docent bij de opleiding Communicatie van hogeschool Inholland.
[2] Amos Oz, blz. 94, 95:
En trouwens, het woord voor ‘definitie’, hagdara, is afgeleid van gader-“hek”. Immers, een definitie kun je beschouwen als het zetten van een hek tussen wat binnen deze definitie valt en wat er buiten blijft. En het is precies zo in het Latijn, waarin het woord finis “hek”betekent, en het woord definire “begrenzen”, “beschermen”, “omheinen” of “definiëren”, en daarvan is naar alle waarschijnlijkheid ook het woord defense – “verdediging”- in enkele westerse talen afgeleid.
[3](Onwillekeurig moest ik onmiddellijk denken aan het hek dat de staat Israël heeft opgericht om eenzijdig de grens met de Palestijnse gebiedsdelen te markeren).
[4] Dit motto sprak mijn in mijn middelbare schooltijd erg aan. Een jaar of tien geleden kom ik dit citaat van Ovidius ook tegen als motto in het boek Het Godencomplex van Elle Eggels)
[5] Vgl. Paul Watzlawick: ‘Alles wat je doet, ook ‘niets’ doen, heeft invloed. Ieder gedrag is een vorm van communicatie. Omdat er niet zoiets bestaat als anti-gedrag, is het onmogelijk om niet te communiceren.’ (Pragmatische aspecten van de menselijke communicatie)
[6] Birkigt, K., & Stadler, M. M. (1986). Corporate Identity, Grundlagen, Funktionen, Fallspielen. Landsberg am Lech: Verlag Moderne Industrie.
[7] http://www.logeion.nl/beroepsniveauprofielen