Als de radio meldt dat Gerrit Kouwenaar is overleden schieten me zijn gedichten ‘station hembrug’ en ‘Men moet’ te binnen. Ik heb geen bundel van Kouwenaar zelf in mijn boekenkast staan maar wel diverse verzamelbundels waarin gedichten van hem zijn opgenomen. Ik lees graag gedichten. Op de manier zoals Willem Wilmink zo fraai beschrijft in zijn gedicht ‘Vader’:
bij wat hij mooi vond zette hij strepen een enkele keer een uitroepteken
Ik voeg aan die strepen en uitroeptekens nog iets toe: achterin de bundel noteer ik de nummers van de pagina’s met de gedichten die me het meest hebben aangesproken.
Dankzij mijn pagina-noteringen heb ik in korte tijd station hembrug gevonden:
station hembrug
En ook het gedicht Men moet heb ik snel gevonden:
Men moet Men moet zijn zomers nog tellen, zijn vonnisnog vellen, men moet zijn winter nog sneeuwen men moet nog boodschappen doen voor het donker
de weg vraagt, zwarte kaarsen voor in de kelder men moet de zonen nog moed inspreken, de dochters
een harnas aanmeten, ijswater koken leren men moet de fotograaf nog de bloedplas wijzen
zijn huis ontwennen, zijn inktlint vernieuwen men moet nog een kuil graven voor een vlinder
het ogenblik ruilen voor zijn vaders horloge –
De volgende dag tref ik dit gedicht ook in de krant aan en hoor ik Hagar Peeters het voordragen op televisie. ‘Men moet’ heeft alles in zich om een klassieker te worden.
Wat ook van blijvende schoonheid zal blijven is het gedicht dat Kouwenaar heeft gemaakt voor het Batavia-gebouw, een nieuwbouwproject bij de Panamalaan in Amsterdam. In een ontwerp van Kees Nieuwenhuijzen is door een patroon van inspringende bakstenen het ‘stenen gedicht’ van Kouwenaar weergegeven. Een prachtige combinatie van literatuur en architectuur. En ook een eerbetoon aan de rijke historie van de locatie; en vanaf nu ook aan Gerrit Kouwenaar.