Communiceren over communicatie

Hoe knoop je met eerstejaars studenten het gesprek over Communicatie aan? Over vak, visie en onderwijs.

 

Binnenkort beginnen overal in het land weer vele kersverse studenten aan hun opleiding HBO Communicatie. Ook op mijn hogeschool. Dat is altijd weer een bijzonder moment. Nieuwe gezichten, nieuwe ontmoetingen, nieuwe gesprekken. Vol dromen en verwachtingen stappen deze nieuwelingen ons gebouw binnen, maar ook met de nodige vragen en onzekerheden. De ervaring leert dat veel van deze studenten moeilijk kunnen verwoorden waarom ze voor de opleiding Communicatie hebben gekozen en wat je er precies mee kunt worden. Ondanks alle voorlichtingsdagen, video’s en informatieboekjes is het communicatie-vak voor de beginneling kennelijk nog moeilijk te vatten. Dat zal voor studenten die naar de Pabo gaan of verpleegkunde studeren heel anders zijn.

 

 

 

 

Het is ook niet vreemd, want de beroepspraktijk is volop in beweging en je komt er de meest uiteenlopende functies en rollen tegen. Van webdesigner tot brandmanager en van lobbyist tot social media specialist. Als je de deskundigen binnen het beroepenveld raadpleegt om grip op het vak te krijgen, merk je dat zij er heel verschillende visies en opvattingen op nahouden. In de ruim 30 jaar dat ik voor de klas sta is er één constante factor: de permanente discussie onder professionals over de waarde en de essentie van het communicatievak. Vaak hebben die discussies een ondertoon van zich miskend of onbegrepen voelen: “Wat is ons bestaansrecht?”, “Waar zijn wij van?”, “Wat is onze bijdrage?”. Om vervolgens met pakkende termen en aanduidingen (dat kun je wel aan communicatiemensen overlaten) stelling te nemen: “communicatie is een vak apart”, “communicatie is Factor C”, “communicatie gaat over beeldvorming (je imago is je beste amigo)”, “goede communicatie is disruptief”, “de kern van communicatie is storytelling”, “bij communicatie gaat het draait om purpose”, “het fundament van communicatie is reputatie”, etc. Daarbij heb ik door de jaren heen allerlei tegengestelde opvattingen voorbij zien komen: er moeten schotten tussen werkterreinen (bijv. extern-intern; concerncommunicatie-marketingcommunicatie) worden aangebracht of juist worden weggehaald; communicatie moet in het hart van het beleid terecht komen of zich er juist uit terugtrekken[1]; communicatie moet strak gepland en accountable zijn of juist agile en flexibel; communicatie heeft eigenlijk geen bestaansrecht meer of communicatie moet minder bescheiden zijn en meer aan zijn eigen PR werken[2].

Dit alles laat zien dat men het binnen het vakgebied zelf moeilijk eens kan worden over wat de kern van communicatie is. Als de profs zoveel verschillende geluiden laten horen, is het niet eenvoudig om binnen het onderwijs het aanstormende talent enige richting en houvast te bieden.

 

Bovenop dit alles is er de enorme ontwikkeling die de digitalisering met zich mee heeft gebracht. Nieuwe media hebben het medialandschap de afgelopen tien jaar op z’n kop gezet. Jongeren lezen geen kranten meer en kijken nauwelijks nog televisie. Ouderwets zenden kan niet meer. Iedereen is permanent online en druk in de weer met apps, posts en games. Bloggers en influencers zetten op veel terreinen de toon. Het wordt steeds moeilijker om te onderscheiden wat waar en niet waar is.  Autoriteiten en instituties worden ter discussie gesteld. Kortom, we zitten middenin een enorme storm. Alles wat vast was, lijkt vloeibaar te zijn geworden.[3]

Daar sta je dan als goedbedoelende docent met 30 frisse, verwachtingsvolle gezichten voor je neus. Het heeft geen zin om de eerste weken te beginnen met alle discussies over het vak en de bijbehorende termen als purpose, accountability of reputatie. Dat gaat deze studenten ver boven hun pet. Wij proberen, zeker aan het begin van jaar 1, vooral aan te sluiten bij hun eigen belevingswereld: hun gebruik van media en hun ervaringen met communicatie. Wie zit er (nog) op Facebook, en waarom? Wie is er naar welk festival geweest en welke sponsors heb je daar gezien? De website van welke organisatie vind je klantvriendelijk? Wat is je favoriete merk, en waarom? Wie is er zelf actief met het posten van teksten en beelden? Dergelijke verkennende vragen leiden vaak tot boeiende antwoorden die het gesprek over communicatie op gang brengen. Daarna vragen we de studenten om trefwoorden op te schrijven die typerend zijn voor communicatie. Die trefwoorden koppelen we dan aan begrippen die uit de vakliteratuur afkomstig zijn.

Op grond van deze ervaringen hebben Paula Zweekhorst en ik drie jaar geleden een boek samengesteld dat Kiezen voor Communicatie heet. Speciaal geschreven voor startende studenten en/of beginnende professionals. Het boek is opgebouwd aan de hand van een aantal kernbegrippen die elke communicatiestudent of -professional tegen zal komen, ongeacht zijn niveau, functie of werkterrein. Generieke begrippen, dus. Wij hebben de volgende begrippen benoemd: organisatie, publieksgroepen, content, connect, context, aanpak en visie. Inmiddels is het boek aan een nieuwe druk toe. We hebben de inhoud geactualiseerd en op basis van reacties van gebruikers de titel aangepast. Het heet nu Kernbegrippen van professionele communicatie.[4] De uitgever heeft het boek ook in een nieuw jasje gestoken. De zeven kernbegrippen hebben we gehandhaafd. Maar we hebben in tegenstelling tot de eerste druk dit keer bij het begrip Visie ook onze eigen visie op communicatie geformuleerd. We vonden dat dat moest. Juist omdat er vanuit het veld zoveel uiteenlopende geluiden te horen zijn. We wilden niet een in beton gegoten statement schrijven, maar in begrijpelijke taal aangeven wat wij de essentie van communicatie vinden. Het is bedoeld als uitnodiging om er verder over na te denken en over door te praten. Dat gaan we zeker ook in de klas doen.

Voor mij geldt dat het communicatie-onderwijs zo boeiend blijft omdat het vak volop meebeweegt met allerlei maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Iedere generatie studenten draagt de kenmerken van die ontwikkelingen met zich mee. De studenten van nu zijn in veel opzichten echt anders dan hun voorgangers van 10 of 20 jaar geleden. Je kunt als communicatie-docent daarom niet indutten of op de automatische piloot vliegen. Je moet alert zijn en bijblijven. En met elke nieuwe generatie in gesprek gaan. Dat maakt het communicatie-onderwijs ieder jaar weer spannend, maar vooral heel interessant en leuk.

 

 

De visie-tekst staat in beknopte vorm hieronder. Reacties zijn van harte welkom. Via LinkedIn of via peter.tlam@inholland.nl

Mensen kunnen niet goed zonder elkaar. Ze hebben anderen nodig en dat kan niet zonder communicatie. Door communicatie worden we eigenlijk pas mens. Communicatie betekent letterlijk: gemeenschappelijk maken. We kunnen ook zeggen: samen delen. Dat maakt communicatie tot een interactief verschijnsel, gericht op begrips- en relatievorming. Er is sprake van minstens twee partijen die samen iets (proberen te) delen. In je eentje valt er immers weinig te delen; dat kan alleen als er anderen zijn. Iedereen probeert zich op een bepaalde manier tot andere mensen te verhouden en een beetje zicht en grip op de wereld te krijgen. Door het onderling uiten en betekenis geven aan signalen kun je je plaats bepalen, overleggen, verschijnselen duiden en begrijpen, gevoelens tonen, afspraken maken.

Communiceren is geen exclusief menselijke competentie. Ook dieren kunnen signalen uiten en ontvangen. Dit gebeurt doorgaans op basis van instinct en overlevingsdrang, maar sommige dieren kunnen zo (door mensen) getraind worden dat ze leren geconditioneerd te communiceren. Denk aan een hond die op commando kan blaffen, een papegaai die roept dat het ‘lekker weer’ is of een mensaap die via allerlei gebaren met zijn verzorgers kan ‘praten’. Toch blijven dit beperkte vormen van communicatie.

Het zijn de mensen die communiceren op een ‘hoger niveau’ hebben gebracht. Zij hebben met hun verstandelijke vermogens allerlei talen (beeldtaal, muziek, gesproken en geschreven woord, gebaren, programmeertaal, braille, emoji’s) en kanalen/instrumenten/ontmoetingsvormen (drukwerk, vergaderingen, radio, events, televisie, social media) ontwikkeld om op de meest uiteenlopende manieren met elkaar te kunnen communiceren. Zo beschikken mensen over een enorm arsenaal aan mogelijkheden om met elkaar in contact te komen en te communiceren. En dat doen ze dan ook de hele dag, bewust en onbewust, bedoeld en onbedoeld, al dan niet effectief, bij elkaar aan tafel of via de computer, in kleine kring of met miljoenen tegelijk, in jip-en-janneketaal of aan de hand van abstracte formules.

Communicatieprofessionals zijn de deskundigen bij uitstek die weten welke vormen van interactie in bepaalde situaties het meest geschikt zijn. Ze brengen mensen bij elkaar, kunnen ordening aanbrengen in het enorme informatieaanbod, kunnen anderen adviseren en kunnen ook zelf vormen van interactie ontwerpen.

Dat is de kern van professionele communicatie: het helpen realiseren van betekenisvolle ontmoetingen, direct en gemedieerd, gericht op begrips- en relatievorming. Maar communicatie blijft mensenwerk, je kunt het niet zomaar inzetten en naar je hand zetten. Er zijn anderen bij betrokken en die bepalen zelf wat ze ermee doen.

[1] https://www.overheidincontact.nl/communicatiecollega-trek-je-terug-uit-het-hart-van-beleid/

[2] https://www.adformatie.nl/pr/het-communicatievak-moet-hard-aan-zijn-pr-gaan-werken

[3] Zie o.a. het boek Liquid Times van Zygmunt Bauman (2007).

[4] https://www.kernbegrippenvanprofessionelecommunicatie.nl/

Geef een reactie