Categoriearchief: Communicatie & onderwijs

De dubbele waarde van een diploma

 

Het is mooi om als docent te ervaren hoe het begeleiden van studenten bijdraagt aan hun ontwikkeling. Zoals een collega het noemde: we lopen een stukje mee met jonge mensen in een belangrijke fase van hun leven. De kers op de taart is uiteindelijk het moment dat de student zijn diploma in ontvangst neemt.

Een diploma is een waardevol getuigschrift. Dat wisten de oude Grieken al, want zij hadden de gewoonte om belangrijke documenten in tweeën te vouwen. Om te voorkomen dat de tekst zou worden beschadigd. Daar ontlenen we ons woord diploma aan: di-ploun is oud-Grieks voor dubbelvouwen.

Bij de opleiding waar ik werk reiken we twee keer per jaar diploma’s uit. In september en in maart. Ik vind het iedere keer weer bijzonder om bij het uitreiken van diploma’s aanwezig te zijn. Voor mij zijn het de hoogtepunten van een collegejaar. Studenten ontvangen na vier, vijf jaar studie (enkelen doen er wat langer over) hun welverdiende getuigschrift. Een concreet en tastbaar document dat aangeeft dat aan alle formele eisen van de opleiding is voldaan. Daar is altijd ook een cijferlijst aan toegevoegd met alle studieonderdelen en behaalde resultaten.

Het bereiken van deze mijlpaal wordt gevierd met een feestelijke ceremonie waarbij de studenten in aanwezigheid van familieleden en vrienden in het zonnetje worden gezet. Ze worden toegesproken, ondertekenen hun getuigschrift en gaan op de foto.

Ik heb de afgelopen 37 jaar naar schatting 60 diploma-uitreikingen bijgewoond, met in totaal misschien wel 1500 afgestudeerden. Daarvan heb ik er honderden persoonlijk toegesproken. Sommige bijeenkomsten staan mij nog scherp voor de geest, ook al zijn ze al lang geleden. Van kleine lokaaltjes en grote zalen op de hogeschool tot massa-bijeenkomsten in de RAI en de Amsterdam Arena (in de megalomane beginjaren van Inholland). Ook de namen en gezichten van veel studenten kan ik nog zo oproepen, al moet ik eerlijk bekennen dat ik er ook heel wat zijn die ik me niet meer echt kan herinneren.

 

Van al die diploma-uitreikingen blijft mij vooral de bijzondere mengeling van formaliteiten en vrolijkheid bij. Bij onze opleiding vonden en vinden we het altijd belangrijk dat elke student persoonlijk wordt toegesproken, dat de documenten in orde zijn, dat de lokalen aan kant zijn, etc. Daarnaast proberen we met muziek, bloemen en een borrel ook voor sfeer en ontspanning te zorgen. Zo kan iedereen genieten: de studenten die glunderend hun diploma in ontvangst neemt, de ouders die stralen van trots en de vrienden en vriendinnen die high fives en knuffels uitdelen. En natuurlijk genieten wij, docenten, ook volop mee.

Door de jaren heen heb ik steeds beter leren ontdekken wat de waarde van het diploma is. Dat is niet zo zeer dat je je voortaan ‘Bachelor’ mag noemen (er lopen in de praktijk ook goede vakmensen zonder passend diploma rond). Het zit ook niet in de bijbehorende cijferlijst. Het is natuurlijk fijn als je gemiddeld een 7 hebt behaald, maar ik heb ervaren dat het voor de ene student soms een grotere prestatie is om een 6 te halen, dan voor een andere die een 8 scoort.

De waarde zit vooral in het feit dat de student het hele studietraject heeft afgerond. Soms fluitend en vlot, soms met pijn en moeite. Die laatste categorie komt meer voor dan de eerste. Dat ligt soms aan de zwaarte van de studie, maar vaker aan de complexe problematieken waarmee veel studenten te maken hebben: geldzorgen, lichamelijke klachten, relatieperikelen, spanningen in het gezin, depressies, verlies, criminaliteit, etc. Deze vraagstukken die we kennen uit de media werken door tot in het klaslokaal, al is dat niet altijd heel zichtbaar. Soms zien we alleen maar het topje van de ijsberg. De afgelopen jaren heeft corona daar natuurlijk nog een negatieve schep bovenop gedaan.

Wat belangrijk is dat studenten die de finish hebben bereikt kunnen zeggen: het is gelukt! Ze zijn geslaagd omdat ze erin zijn geslaagd om niet alleen het eindniveau van de opleiding te behalen, maar ook om tijdens dat meerjarige traject allerlei hindernissen te overwinnen. Die twee elementen vormen wat mij betreft de waarde van het diploma. Dat is een dubbele waarde; toch nog een beetje in de geest van de oude Grieken.

(P.S. Ik heb gisteren voor het laatst diploma’s uitgereikt. Ik ga namelijk over een paar maanden met pensioen. Na afloop voelde ik me voldaan, maar ook wat weemoedig. Ook een beetje dubbel, dus)

Er mankeert nogal wat aan missen en ontbreken

 

Als docent krijg ik jaarlijks duizenden pagina’s tekst van studenten onder ogen. Over het algemeen zijn die teksten redelijk tot goed te lezen. Studenten schrijven niet slechter dan de gemiddelde Nederlander. Misschien zelfs wel beter. Maar natuurlijk zie ik ook regelmatig ondoorgrondelijke alinea’s of krijg ik kromme tenen van kromme zinnen.

Ik geef daar graag een paar illustraties van. Niet om studenten belachelijk te maken. Nogmaals, ze schrijven lang niet slecht en de voorbeelden die ik hier bespreek zijn ook in kranten of in teksten van professionals te lezen. Ik krijg alleen zoveel teksten van studenten onder mijn neus, dat ik hier uit hun werk put.

Wat mij vooral opvalt is dat er een soort ontwikkeling zit in het type fouten dat ik tegenkom. Elke fase van mijn carrière kende zijn eigen hardnekkige taalmissers. Ik vind het heel interessant om die veranderingen in spelling en taalgebruik te signaleren. Laat ik daarbij vooropstellen dat ik geen taalpurist ben. In mijn opvattingen over taal, taalfouten en taalontwikkeling heb ik me laten inspireren door Joop van der Horst, taalkundige en oud-collega.

In zijn interessante boek ’Het einde van de standaardtaal’ geeft hij aan dat de taal onder invloed van de renaissance werd gestandaardiseerd en geüniformeerd. In woordenboeken, grammatica’s en spellingvoorschriften werd dit vastgelegd. Er werd als het ware een hekwerk om de taal geplaatst en dat hekwerk werd bewaakt door de elite. Dat systeem van standaardisering en strikte regels heeft eeuwenlang stand gehouden. De afgelopen 50 jaar is het onder invloed van meerdere ontwikkelingen gaan schuiven: iedereen gaat naar school en wordt geacht geletterd te zijn, spreektaal is belangrijker geworden ten opzichte van schrijftaal, het Engels heeft enorm aan populariteit gewonnen, we zijn onder invloed van internet en nieuwe media anders gaan schrijven, etc. Van der Horst vindt dat niet bedreigend of ongezond, maar een bewijs dat de tijden veranderen. En daarmee de taal.

Ook in de geschriften van mijn studenten zie ik bepaalde ontwikkelingen. In mijn beginjaren kwam ik vaak deze foutief gespelde woorden tegen: ‘proffesioneel’,  ‘dillema’ en ‘intervieuw’. Opmerkelijk genoeg zie ik deze missers tegenwoordig (haast) niet meer. Het woordbeeld is wellicht verbeterd omdat deze woorden ook in het populaire Engels voorkomen.

In een latere fase vonden studenten het om onbegrijpelijke redenen nodig om wat ambtelijker te gaan schrijven. Opeens kwam ik geregeld ‘te allen tijde’ tegen, maar dan op alle mogelijke verkeerde manieren geschreven. Ook gingen ze het woord ‘maar’ vervangen door ‘echter’. Bij voorkeur aan het begin van een zin; zonder een komma erachter: ‘Echter de klant dat niet mooi vindt…’.

De afgelopen jaren loop ik tegen nieuwe patronen aan. Waar ze vandaan komen weet ik niet, maar deze nieuwe soorten fouten hebben zich in korte tijd als een virus verspreid. Ik geef vijf voorbeelden.

  1. Opzoek. Veel studenten schrijven sinds enige tijd deze woorden aan elkaar: ‘hij is opzoek naar een antwoord’. In mijn ogen een merkwaardige constructie. We schrijven toch ook niet ‘opdrift’ of ‘opvisite’? Kennelijk komt ‘opzoek’ probleemloos door de spellingscontrole, omdat het in een combinatie met ‘ik’ wel in orde is (vind je het goed als ik je vanavond opzoek?’).
  2. Doormiddel van. Geen idee waarom de woorden ‘door’ en ‘middel’ opeens aan elkaar worden geschreven, maar het gebeurt. En op grote schaal.
  3. Hij wilt. Ook zo’n nieuw, hardnekkig fenomeen. Misschien dat die toegevoegde t een Rotterdamse oorsprong heeft. Een echte Rotterdammer is immers een Rotterdammert. Daar moet ik elke keer aan  denken als ik het woord ‘wilt’ voorbij zie komen (‘hij wilt’, ‘de organisatie wilt’, ‘de medewerkster wilt, …’).
  4. Worden laten zien. Dit is een bijzonder creatieve constructie die ik de laatste tijd een paar keer heb gesignaleerd. ‘Laten zien’ is een normale woordcombinatie (‘hij laat zijn verzameling zien’). In een passieve zin zou je dan zeggen: ‘zijn verzameling wordt door hem getoond’. Maar sommige studenten volgen die weg niet en houden ook in combinatie met ‘worden’ vast aan ‘laten zien’. Dat leidt dan tot een zin als: ‘Op de website worden de producten laten zien’.
  5. Missen en ontbreken. Bij dit woordenpaar wil ik wat langer stilstaan.

Ik kreeg laatst een mail-bericht van een student met als onderwerp ‘missend cijfer’. “Wat zou dat cijfer missen?”, schoot er even door mijn hoofd, maar ik begreep natuurlijk wel waar het om ging: hij zat op zijn cijfer te wachten.

Het valt mij op dat de werkwoorden missen en ontbreken vaak door elkaar worden gehaald. Of laat ik preciezer zijn: ontbreken wordt niet verward met missen (je hoort nooit iemand roepen: ‘ik ontbreek nog een cijfer’), maar missen wordt wel vaak gebruikt als het eigenlijk om ontbreken gaat. Ik zag laatst zelfs een krantenbericht waarin het in de kop boven het artikel wel goed stond, maar in de onderkop juist niet.

Nu wil ik geen verhandeling gaan schrijven over overgankelijke en onovergankelijk werkwoorden of over onderwerp en lijdend voorwerp, maar voor mij zijn missen en ontbreken niet inwisselbaar. Missen en ontbreken is in mijn ogen een werkwoorden-paar dat te vergelijken is met geven en ontvangen. A geeft een cadeau aan B en B ontvangt een cadeau van A. Geven is natuurlijk gekoppeld aan ontvangen, maar de werkwoorden zijn niet inwisselbaar. Als je B zou vragen naar het gegeven cadeau zal hij vreemd opkijken: hij heeft dat cadeau niet gegeven maar ontvangen.

Met een knipoog gezegd: er mankeert nogal wat aan missen en ontbreken!

Ik gebruik met opzet het woord mankeren, omdat het verwant is aan missen en aan ontbreken. En omdat ik wil afronden met een ouderwetse  Sam en Moos grap van Max Tailleur:

Sam bezoekt Moos die in het ziekenhuis ligt.

Sam vraagt: “Zeg, waarvoor lig jij hier?”

“Ik lig hier voor 500 gulden.”, antwoordt Moos.

“Luister Moos, zo bedoel ik het niet”, zegt Sam, “ik bedoel: wat heb je?”

Moos: “200 gulden”,

“Nee, nee, Moos , daar gaat het mij niet om! Wat mankeer je?“

Moos: “300 gulden.”

 

Inholland. What’s in a name?

‘Hoe lang werk jij nu al voor Inholland?’. Deze vraag wordt mij als docent met veel dienstjaren regelmatig gesteld. ‘Ruim twintig jaar’, is dan mijn antwoord. ‘Maar jij werkt toch al langer in Diemen?’, is dan vaak de vervolgvraag. ‘Ja, dat klopt’, reageer ik, ‘maar toen heette het nog Hogeschool Holland, zonder In-. En daarvoor was het de VL-VU’.

Mijn hogeschool-carrière startte precies 37 jaar geleden. Na twee jaar op middelbare scholen te hebben gewerkt begon ik op 1 februari 1986 met mijn werk in Diemen-Zuid, in hetzelfde gebouw als waar ik nu nog werkzaam ben. Als iemand mij toen had gezegd dat ik daar tot mijn pensioen nog steeds zou rondlopen had ik hem waarschijnlijk voor gek verklaard. Toch is het gebeurd. De beste verklaring die ik daarvoor kan geven is dat er in al die jaren voortdurend zoveel is veranderd dat het absoluut niet voelt alsof ik jaar-in-jaar-uit in dezelfde groef ben blijven hangen. Zoals de langspeelplaat werd vervangen door de muziekcassette, die later weer werd opgevolgd door de CD, en we tegenwoordig muziek luisteren via Spotify, zo werden ook mijn werkzaamheden en de context waarbinnen ik opereerde steeds anders.

Maar ik wil het hier niet over muziektechnologie hebben maar over de naam Inholland. Ik ga daarvoor nog even verder met mijn historische aanloopje.

Mijn toenmalige werkgever in 1986 heette VL-VU. Die afkorting stond voor: Vrije Leergangen van de Vrije Universiteit. Het was een lerarenopleiding waarbinnen ik bij de afdeling Maatschappijleer aan de slag ging. Die lerarenopleidingen zaten eerst verspreid in Amsterdam, maar werden begin jaren ’80 in een nieuw pand in Diemen-Zuid samengebracht. Zeer tegen de zin van veel studenten, omdat zij liever in de stad wilden blijven. Ik kwam dus op een omstreden, relatief nieuwe locatie terecht.

Na een paar jaar werd de VL-VU samengevoegd met twee andere HBO-opleidingen, op het gebied van Gezondheidszorg en Economie. Omdat het door de fusie niet meer louter om een lerarenopleiding ging, moest er een nieuwe naam voor het instituut worden bedacht dat tevens het nieuwe predicaat ‘hogeschool’ zou krijgen. In die tijd van schaalvergroting ontstonden overal nieuwe hogescholen, vaak met een naam waarin de plaats van herkomst was verwerkt. Het was begrijpelijk dat er bij ons niet werd gekozen voor de naam ‘Hogeschool Diemen’. Daarmee zouden we natuurlijk geen indruk maken. En de toevoeging ‘Amsterdam’ kon niet, want de naam Hogeschool van Amsterdam was al vergeven. Het werd uiteindelijk Hogeschool Holland. Een tamelijk pretentieuze naam voor een onderwijsinstituut in Diemen-Zuid. Alsof we heel westelijk Nederland zouden gaan bedienen.

Dat laatste gebeurde uiteindelijk wel toen Hogeschool Holland op zijn beurt weer ging fuseren met drie andere HBO-instellingen in de Randstad: Hogeschool Haarlem, Hogeschool Alkmaar en de Ichthus Hogeschool in Rotterdam. Het verhaal ging dat alle vier de hogescholen te klein waren om als zelfstandig instituut te kunnen overleven. De schaal moest opnieuw worden vergroot. Met die fusie ontstond in één klap de grootste hogeschool van Nederland. En opnieuw moest een nieuwe naam worden bedacht. Eigenlijk was de naam Hogeschool Holland heel passend geweest omdat de nieuwe fusieschool allemaal vestigingen in het westen van ons land had. Maar ja, dat was een al bestaande naam; de naam  van een van de vier fusiepartners. Dat zou ongewenst en verwarrend zijn. Dus er werd een prijsvraag uitgeschreven en daar rolde de naam Hogeschool Inholland als winnaar uit.

Ik heb eerlijk gezegd een tijd moeten wennen aan die naam. Vooral door het voorvoegsel In-. Ik vond het een gekunstelde naam. Ik kon me niet voorstellen dat er in andere landen een InEngland University of een InBavaria Hochschule zou kunnen bestaan. Aan de andere kant was ik blij dat er niet voor een fantasienaam was gekozen zoals je wel bij andere organisaties ziet. Als ik namen als Pluryn, Amarantis, Stedin, Cordis of Movares zie, moet ik altijd aan Scrabble denken. Je hebt een plankje vol letters, maar je kunt er met geen mogelijkheid een normaal woord van fabriceren; alleen maar een nep-woord. Dat was gelukkig met onze hogeschool niet gebeurd. En het was een feit dat onze locaties allemaal in Noord- en Zuid-Holland te vinden waren, dus ja, het was allemaal in Holland. Maar dan niet aan elkaar geschreven.

Toen ik na een aantal jaren meer gewend was geraakt aan de naam, brak er een grote crisis bij Inholland uit. Onze hogeschool werd synoniem voor alles wat er bij een HBO-instelling fout kon gaan. We werden de paria van HBO Nederland. Inholland werd een schaam-naam. Het richtinggevende voorzetsel In werd door sommigen omgezet in het negatieve voorvoegsel In- om ons instituut te kijk te zetten: Hogeschool Inconsequent, Hogeschool Incompetent, Hogeschool Incapabel, etc, etc. Kortom, het was een zwarte periode die ons lang is blijven achtervolgen. Er is in die crisistijd zelfs nog binnen de hogeschool nagedacht over een naamswijziging, maar men meende uiteindelijk dat dat slechts een kosmetische ingreep zou zijn, terwijl er fundamentele zaken moesten gaan veranderen. Een terecht redenering, wat mij betreft. En gelukkig is er sindsdien ook veel ten goede veranderd.

 

Inmiddels zijn we tien jaar verder. We zijn weer in rustiger vaarwater gekomen. Inholland is niet meer die beruchte mega-hogeschool. Veel andere hogescholen zijn veel groter. We zijn nu een stabiele middenmoter met relatief kleinschalige locaties. De naam Inholland is voor mij nu een feitelijk, neutraal gegeven. Inholland is ingeburgerd; zonder specifieke bijbetekenissen.

Als je om je heen kijkt (en dat doe ik; ik hou dat een beetje bij) zie je meer organisatienamen die met In- beginnen:

 

Indesign

 

Indeed

 

InBev

 

InGarden

 

InNoord

 

InWork

 

Kortom, we bevinden ons INgoedgezelschap!

__________________________________________________________________

Naschrift 1: Er is trouwens nauwelijks iets op internet over Hogeschool Holland te vinden.  Zoekacties leiden vrijwel uitsluitend naar Inholland. Alsof alle sporen zijn uitgewist.

Naschrift 2: Het gebouw in Diemen werd in 1983 geopend door Prinses Margriet. Zo ging dat nog in die jaren. 

Inhoudsopgave blogsite Phaestus 2014-2022

 

Inhoudsopgave ‘Phaestus’  Blogsite van Peter ’t Lam  2014-2022

 

2014
Nr. Titel Onderwerp  
1 Een genuanceerde zwart-wit denker Machiavelli en Il Principe (De Vorst) http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=24
2 Het schoolslagprincipe USP’s en onderscheidend vermogen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=40
3 Verantwoord Commercieel Samenwerken Hoe om te gaan met commerciële steun http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=235
4 Kiezen voor Europa (serie): Introductie Een serie in thema’s over de rol en plaats van de EU http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=246
5 Kiezen voor Europa (serie): Proloog http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=248
6 Kiezen voor Europa (serie): Geografie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=293
7 Kiezen voor Europa (serie): Geschiedenis http://phaests.nl/phaestus.nl/?p=308
8 Kiezen voor Europa (serie): Economie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=319
9 Kiezen voor Europa (serie): Cultuur http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=326
10 Kiezen voor Europa (serie): Politiek http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=332
11 Kiezen voor Europa (serie): Epiloog http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=337
12 Voir un ami pleurer De aanslag op het Joods Museum in Brussel http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1771
13 Hallo Jumbo! Jumbo, Magritte en Warhol. http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=275
14 COMpositie Kernbegrippen van professionele communicatie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=345
15 Relaties en relevantie Waarom communiceren organisaties? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=357
16 Zijn en Hebben (Etre et avoir) in gedichten en films http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=366
17 Outlet Honden en bejaarden uitlaten http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=376
18 Het ‘hoe’ van communicatie Strategie en communicatie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=381
19 Zwarte Zaterdag Vakantie ervaringen in Italië, zomer http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=385
20 Dylan Tribute Concert in Concertgebouw (augustus) http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=394
21 De koffiecorner Een student kiest een communicatiestrategie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=405
22 Zender en Ontvanger Hoogste tijd om dit begrippenpaar uit te zwaaien http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=410
23 Gerrit Kouwenaar Bij de dood van de dichter Gerrit Kouwenaar http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=427
24 Niets is wat het lijkt, of toch wel? Over het husselen van letters http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=438
25 De nieuwe landkaart van Europa Schuivende grenzen in Europa http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=446
26 Teveel reclame Kritiek op een kortzichtige opinie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=453
27 La Superba Het boek van Ilja Leonard Pfeijffer http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=456
28 Burgemeester word wakker Burgemeester is ook media-commissaris http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=462
29 Doe effe normaal Campagne SNS slaat niet aan bij studenten http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=468
30 Wanneer zeg je ‘Henk en Ingrid’… Welke naam zeg je eerst (bij stellen) http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=477
31 Kleurenblind Doet huidskleur er toe bij blinden? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=486
32 Generatiekloof Student weet niet wie Lord Byron is http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=497
33 Strategie revisited Nogmaals: over communicatiestrategie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=502
34 In elke klas zit een Mariëlle Een stille studente die goed scoort in de praktijk http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=510
35 Stakkerdjes of Stakkertjes? Hoe spel je verkleinwoorden? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=516
36 De grootste hit van Dylan in NL Welke song is dat? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=523
37 The image as burden Tentoonstelling Marlene Dumas (over Identiteit en Imago) http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=530

 

2015
Nr. Titel Onderwerp
38 Ben ik Charlie De aanslag op Charlie Hebdo http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=542
39 Ben ik Charlie (vervolg) http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=551
40 Richting, een naar voorzetsel Het gebruik van het woord richting http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=557
41 Nina Sophia Bij de geboorte van ons eerste kleinkind http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=562
42 Enigma en Dilemma Naar de film The Imitation Game met dochter Lisa http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=571
43 Februaristaking Stilstaan bij antisemitisme http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=576
44 Merknamen De herkomst van merknamen (boek van Riezebos) http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=581
45 De vier elementen van communicatie Een koppeling tussen elementen en communicatie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=586
46 Hun strijd, onze strijd Vechten op vreemde bodem http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=595
47 Naast wie ga je zitten Observaties in het openbaar vervoer http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=602
48 De stamhouder Het boek van Alexander Münninghoff http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=608
49 Grandes Lignes Parijs en de grote gebaren http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=614
50 Kennis-Houding-Gedrag Kanttekeningen bij deze communicatie-begrippen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=624
51 Norwegian Wood Haruki Murakami, The Beatles en Bob Dylan http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=639
52 Valt er wat te kiezen Verkiezingen voor het Europees Parlement http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=648
53 H.N. Werkman De druksels van Werkman http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=654
54 CommunicatieNU #2 De nieuwe verzamelbundel van Betteke van Ruler http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=669
55 Heimwee naar Max van der Stoel Herinneringen aan een oud-minister http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=677
56 Peeck & Op de Beeck Twee schrijvers, twee boeken; een vergelijking http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=684
57 Zuivere ketters De vervolging van de Katharen in Frankrijk http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=692
58 Zadelhoesjes en ander reclameleed Hoe goed te adverteren met zadelhoesjes http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=701
59 Ode aan mijn bril Dit jaar ben ik vijftig jaar brildragend http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=713
60 Organisaties en onderscheid Zelfpresentatie en ontwikkelingen op mediagebied http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=728
61 Pluk de dag De dichter Cees Buddingh’ http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=739
62 Offerfeest Wat wordt er gevierd tijdens het Offerfeest? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=754
63 Minder, minder, minder Een kwalitatieve afwijzing van andere mensen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=765
64 Afrikaanse vluchtelingen tussen wal en schip Wat doen de EU en de AU? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=772
65 Nog één keer naar Bob Dylan Concert in Carré (november 2015) http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=782
66 Een prachtig spoor De bolwerken van Amsterdam (Rob van Reijn) http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=793

 

 

2016  
Nr. Titel Onderwerp
67 Suiker, een bitterzoet verhaal Cuba, plantages, Java, slavernij http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=807
68 Waarom het toch even slikken is vandaag… Bij de dood van David Bowie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=826
69 Geven en Nemen of Delen Seks, intimiteit en communicatie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=836
70 Help, mijn dochter heeft een gymnasium-advies De voors en tegens van het gymnasium http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=846
71 Het Vegetarische Vrienden dilemma In hoeverre wil je je aan anderen aanpassen? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=856
72 Koop geen krant van je geboortedag Maar van de dag erna http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=863
73 Schoolcampus (V&D) Bij het faillissement van Vroom & Dreesmann http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=874
74 Judas, de regisseur van Pasen Het boek Judas van Amos Oz http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=892
75 Het Oekraïne-referendum deugt niet Het verkeerde middel bij deze problematiek http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=906
76 Mijn houvast-huis Het gele huis van Willink en mijn geboortehuis in Velp http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=920
77 9 mei: reden voor feest in Europa De feestdag van de Russen en van de EU http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=931
78 Gastdocent in Litouwen Mijn ervaringen in Vilnius http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=939
79 Matthias Antonie Bij de geboorte van onze kleinzoon http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=953
80 Jan Vertoortelboom en het grote Vlaamse familieverhaal Het boek De verzonken jongen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=962
81 Een alternatief Nederlands elftal op het EK Buitenlandse spelers met een Nederlandse naam http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=967
82 Hello Goodbye Het Britse referendum over de EU http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=986
83 Festival Mijn ervaringen op het North Sea Jazz festival http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=992
84 Je moet er wat voor over hebben Collecteren voor het Rode Kruis http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1000
85 Mooie kerk De gerestaureerde Sint Bavo basiliek in Haarlem http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1007

 

86 Geniet ervan! Het gebruik van de gebiedende wijs http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1024
87 Vruchtgebruik Waarom Apple Apple heet http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1033
88 Moedige stap van Edith Schippers Opmerkingen bij de Schoo-lezing van deze minister http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1048
89 Moussa en Meursault; rendez-vous met Albert Camus Het boek Moussa van Kamel Daoud als eigentijds vervolg op L’Etranger van Albert Camus http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1063
90 How does it feel? Bob Dylan krijgt de Nobelprijs voor literatuur http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1088
91 Olifantenpaadjes en ezelsbruggetjes Zetjes in de goede richting: hints en nudging http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1097
92 Sint Maarten Een verhaal over chocolade, voetbal, Holleeder en mantelzorg http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1116
93 Bij de dood van Leonard Cohen Een verhaal over Leonard Cohen, Cleopatra, Kavafis en Shakespeare http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1138
94 Mijn gewone, bijzondere moeder Het leven van mijn moeder, Hanna Lam http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1156

 

 

2017  
Nr. Titel Onderwerp  
95 Bijzonder Indonesië Reiservaringen op Java en Bali http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1178
96 Jonge dichters Tim Hofman, Hannah van Binsbergen, Esther Naomi Perquin http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1199
97 Mijn verjaardag op Facebook Gedachten over afstand en nabijheid http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1222
98 Ik weet nog niet wat ik ga stemmen De Tweede Kamer verkiezingen van 15 maart http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1237
99 Morgen naar de stembus Mijn keuze gemaakt http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1246
100 Oek de Jong en Ed van der Elsken De kracht van woorden en beelden http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1258
101 Mijn zoon de gelukszoeker Mijn zoon Lucas gaat op Bali wonen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1273
102 Bipolaire politiek Zwart-wit keuzes bij verkiezingen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1286
103 Geef mij de grauwe, stedelijke wegen Parallellen tussen J.C. Bloem en Walt Whitman http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1300
104 Henk en Ingrid bij de Primark, Jelmer en Sophie bij het Van Gogh museum Dilemma’s tijdens de kabinetsformatie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1306
105 Doe mee aan de migratie-quiz Standpunten van politieke partijen over migratie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1315
106 Papadag en vaderdag De misplaatse term Papadag http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1321
107 Het verhaal van Crystal Palace De link tussen Frank de Boer, Fjodor Dostojewski, Peter Sloterdijk en Samuel Sarphati http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1332
108 Dromen en drama’s in Verona Impressies van een bezoek aan Verona http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1355
109 Oogsten Tradities en de samenhang tussen natuur en cultuur. Boeken van Ger Groot en Erwin Mortier http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1374
110 1987-2017: 30 jaar communicatie-onderwijs Mijn jubileum als HBO communicatie-docent http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1389
111 K. Schippers passé? Ben je belazerd! De betekenis en relevantie van het werk van K. Schippers http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1422
112 Mondriaan als aansteker Hoe ik ooit een titel voor een Mondriaan- tentoonstelling bedacht http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1439
113 31 oktober: gaan we Hervormingsdag of Halloween vieren Oude en nieuwe feestdagen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1460
114 23 oeroude woorden De ontdekking van 23 eeuwenoude stamwoorden http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1482
115 Onthaasten, ontspullen, ontbloten, ontzeuren Spelen met ont-werkwoorden http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1511

 

 

2018  
Nr. Titel Onderwerp  
116 Reclame voor reclame Het etaleren van eigen onvermogen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1540

 

117 Nepnieuws is geen nieuws Gebruik en misbruik van de term nepnieuws http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1559

 

118 Wat heeft W.F. Hermans met Heineken en Holleeder te maken? Opmerkelijke parallellen tussen gebeurtenissen rondom deze drie mannen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1573

 

119 De mensen van Maastricht De aantrekkingskracht van deze stad en de rol van haar inwoners daarbij http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1585

 

120 Gepakt door SuitSupply De twijfelachtige bedoelingen van SuitSupply bij haar nieuwste reclame-uitingen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1592

 

121 Het oermodel van communicatie (van Shannon & Weaver) is 70 jaar oud. Reden voor een feestje? Dit bekende model was anders bedoeld dan velen denken

 

 http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1614

 

122 Leestip: Van Bach tot bacterie en terug Een pittig boek over taal, communicatie, bewustzijn en begrip http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1646

 

123 Balinese bruiloft Het huwelijk van Lucas en Santie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1655

 

124 Winterswijk In de voetsporen van Mondriaan en Komrij http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1686

 

125 Huishoudtrapje Een ongelukkige valpartij met grote gevolgen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1705

 

126 Roman Jakobson en zijn inspirerende kijk op taal en communicatie Een taalkundige die ons veel inzichten biedt op het gebied van taal, taalfuncties en communicatie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1713

 

127 Wanneer houdt een letter op een letter te zijn De ontwikkeling van de letter E en de vele manieren waarop deze letter wordt afgebeeld http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1726

 

128 Jinte Maria Bij de geboorte van kleindochter Jinte http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1766

 

129 Vrouwelijke straatnamen Er moeten meer straten naar vrouwen worden vernoemd http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1777

 

130 I Amstlvn Het einde van de I Amsterdam letters en een opvallende reactie vanuit Amstelveen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1795

 

131 Madeira, van Christiani tot Cristiano Enkele observaties tijdens een heerlijke vakantieweek http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1809

 

132 Beeld en geluid Hoe ik een oud televisie-fragment van mijn vader vond http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1820

 

133 Vuilcontainer Een oude buurvrouw gaat verhuizen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1833

 

 

2019  
Nr. Titel Onderwerp  
134 De weereld is een speeltooneel de Gijsbreght van Aemstel in  het Dylan hotel http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1858
135 Pijl en Logo Saaie logo’s op vrachtwagens http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1870
136 Ik ging naar Brussel om Jacques Brel te zien De bekende zanger blijkt een Vlaming http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1885
137 Openbare klapsigaren, luizenmoeders en fundamentalisten Moet er nog plaats zijn voor bijzonder onderwijs? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1898
138 Stop de verengelsing Nederlandse plaatsen met Engelse namen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1912
139 Communiceren luistert nauw Communiceren begin al in de onderzoeksfase http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1928
140 Verkiezingen voor het Europees Parlement Wat staat er op het spel? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1932
141 Sleutels Sleuteloverdracht van ons nieuwe huis http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1941
142 WP, weg of mee? Gaat de encyclopedie mee naar het nieuwe huis? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1953
143 Van A naar Z Na 33 jaar Amstelveen verhuizen we naar Zeist http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1964
144 Communiceren over communicatie In gesprek met nieuwe eerstejaars studenten http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1972
145 Het Lada-effect Als je het eenmaal ziet… http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1983
146 Je bent wat je draagt Gele hesjes en cappuccino http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1991
147 Elastiekjes op straat Mijn fascinatie voor figuurtje van elastiek http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2005
148 Kinderen voor kinderen Ik ben trots op het werk van mijn kinderen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2026
149 Het is oké Het verkeerde woord van het jaar http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2036

 

2020  
Nr. Titel Onderwerp  
150 Groeten uit Zeist #1: Zeg het niet met Bloemen Wat heeft Karin Bloemen met Zeist te maken? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2052
151 Doelgroepen en deelgroepen Een pleidooi voor een nieuw woord en nieuw denken

 

http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2063
152 Ik-dingen Als dingen menselijke trekjes krijgen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2075
153 Groeten uit Zeist #2: Hendrik Marsman De Zeister dichter en zijn bekende gedicht: Denkend aan Holland zie ik brede rivieren… http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2096
154 Femke Een oude vriendin wordt overvallen op straat http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2108
155 Bij de geboorte van kleindochter Mae Marianne http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2115
156 Studenten in corona-tijd De gevolgen van de pandemie voor mijn studenten http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2120
157 Simone de Beauvoir en Black Lives Matter Parallellen in de strijd voor gelijkwaardigheid http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2130
158 Groeten uit Zeist #3: De voedselbank De achterkant van onze welvaartsstaat http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2144
159 Land van herkomst en land van aankomst Eddy du Perron en Murat Isisk http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2153
160 Enkele gedachten bij de dood van Samuel Paty http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2170
161 Mijn vader 1926-1970-2020 Vijftig jaar na de dood van mijn vader http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2179
162 Help, ik ben een soort geworden! Wie denken zij wel dat ik ben? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2184

 

2021  
Nr. Titel Onderwerp  
163 Het belangwekkende nieuwe boek van Betteke van Ruler Haar nieuwe boek over communicatiestrategie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2204
164 Op naar de stembus! De Tweede Kamer verkiezingen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2219
165 Groeten uit Zeist #4: De L-flat Klopt de naam van de L-flat wel? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2228
166 Wat kan Europa leren van de Habsburgers Het nieuwe boek van Caroline de Gruyter ‘Beter wordt het niet’ http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2246

 

167 Bob Dylan 80 jaar! http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2256

 

168 Een inwoner van Bulgarije is een Bulgaar… Hoe consequent zijn we in het benoemen van de inwoners van landen? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2272
169 Bij het graf van Albert Camus http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2276
170 De coach in het onderwijs Wordt de docent een coach? En waar komt de naam coach vandaan? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2293
171 Bij de geboorte van kleinzoon Casper Gerrit http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2306
172 Groeten uit Zeist #5: Straatnamen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2314

 

2022  
Nr. Titel Onderwerp  
173 Ontwijnen, ontboeken, ontschermen: nieuwe ont-woorden Nieuwe woorden die met ont- beginnen (vervolg op Blog 115; december 2017) http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2333

 

 

174 Groeten uit Zeist #6: Plakplaatjes Plaatjes van Zeist sparen. http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2356
175 Eerder genieten Wanneer zal ik met pensioen gaan? http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2377
176 Mannen van zestig Bij het overlijden van vier dierbare personen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2391

 

177 Bij de geboorte van kleindochter Ni Putu Tori Rosalie Een gelukkig bericht uit Bali http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2400

 

178 Kletskassa Ik reken liever af bij een kassière http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2404
179 Mannentas Mijn nieuwste accessoire http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2409

 

180 Over verhitting De polarisatie in Nederland worst steeds heftiger http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2409

 

181 Komijnsplisers en Sjabloonhonger De nieuwe dichtbundel van Marieke Lucas Rijneveld http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2423
182 Go to hell Dante en hedendaagse hellevaarders http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2436

 

183 A Camping Flight to Lowlands’ Paradise Festivals en vluchtelingen http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2453
184 Vlagvertoon De omgekeerde vlag als opgestoken middenvinger http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2462
185 Groeten uit Zeist #7: Eikels Eikels en bikers http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2475

 

186 Morgen weer naar Bob Dylan Dylan treedt weer op in Nederland http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2483
187 This bird has flown: ik ben van Twitter af Waarom ik dit platform gedag zeg http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2492
188 Waar is het lam? De nieuwe bundel van Mustafa Stitou http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=2499

This bird has flown: ik ben van Twitter af

“The bird is freed”, zei Elon Musk toen hij Twitter had overgenomen.
“This bird has flown[1]”, was mijn eerste reactie. Ik ga van Twitter af.

Ik maakte acht jaar geleden mijn Twitter-account aan op advies van een vriendin die mijn blog-site had gebouwd. Ik wilde eigenlijk niet op Twitter, omdat ik juist verhalen wilde delen die meer dan 140 tekens lang waren. Maar ze zette me aan het denken door te zeggen: “hoe ga je straks duidelijk maken dat je een nieuwe blog hebt geschreven?” ”Via LinkedIn”, opperde ik. “Dat kan”, zei ze, “maar ik zou zeker ook Twitter erbij nemen; dan heb je meer bereik”. Zo kwam ik op Twitter terecht.

Ik heb jarenlang mijn account gebruikt om inderdaad mijn blogs onder de aandacht te brengen. En ik postte af en toe een reactie op een tweet en deelde soms een opmerkelijke ervaring of grappige inval. Maar ik was vooral een passieve Twitter gebruiker. Meer volgend dan leidend. Enkele keren per dag raadpleegde ik het platform en raakte gestaag steeds meer verslingerd aan de grote stroom nieuwsfeiten, weetjes, discussies, grappige filmpjes en reviews.

Mijn Twitter-consumptie nam door de jaren heen flink toe. Van een paar keer per dag naar een paar keer per uur. Tijdens huishoudelijke klusjes, tussen vergaderingen door, in de trein, bij het TV-kijken, op de WC, voor het slapen gaan. Het rare was dat ik de inhoud en toon van de berichten steeds vervelender ging vinden, zonder mijn Twitter-gedrag daarop aan te passen. Terwijl Twitter steeds meer een poel van haat, nepnieuws en ontwrichting werd, bleef ik de app maar aanklikken.

Het afgelopen jaar ging Twitter me echt tegenstaan. Het heeft zich niet ontwikkeld tot de gewenste ontmoetingsplaats waar vogels van allerlei pluimage vrijuit hun gezang kunnen laten horen. Het is steeds meer een broedplaats geworden van nestvervuilers die elkaars eieren kapot pikken, opponenten op hun kop schijten en andersdenkenden vleugellam proberen te maken.

De overname door Elon Musk was voor mij de spreekwoordelijke druppel. Musk is een onberekenbare multimiljardair die de toch al beperkte spelregels van Twitter nog verder wil oprekken. Hij pleit voor maximale vrijheid van meningsuiting waarbij hij als een autocraat de lakens uitdeelt. Een bizarre paradox. Macht zonder tegenmacht. Dat is geen vrijheid, maar monopolisering.

Bij vrije uitwisseling kun je niet zonder regels. Zonder verkeersregels wordt het een chaos op de wegen. Soms moet je iemand anders voorrang verlenen of remmen voor een rood stoplicht. Dat is doodnormaal gedrag. Waarom zouden we dat ook niet doen op sociale media?

Maar regels moeten geen dwangbuis worden. In het maatschappelijke verkeer hebben we allerlei media en platforms nodig om gedachten, nieuwsberichten en opinies te ventileren en te delen. Dat vormt een gezonde voedingsbodem voor een pluriforme samenleving. Daarbij mag het knetteren en schuren, maar wel binnen bepaalde marges. Het is niet aan mensen als Musk om de spelregels te bepalen. Dat moeten we samen doen; met de Grondwet als referentiekader.

En dus heb ik heb na een extra nachtje slapen besloten de Twitter-stekker er daadwerkelijk uit te trekken. Ik geef toe dat ik een paar dagen moest afkicken. Niet meer om de haverklap op mijn smartphone zoeken naar nieuwe tweets. Niet meer continu mezelf voeden met berichten over actuele gebeurtenissen en discussies. Niet meer in staat zijn om bepaalde interessante personen en organisaties op de voet te volgen. Maar ook geen ergernissen meer over nepnieuws en verwensingen.

Vrienden en collega’s wijzen mij inmiddels op Mastodon. Een alternatief platform zonder winstoogmerk. Zonder ruimte voor haat en bedreigingen. Dat klinkt interessant, maar ik wil me niet direct in de armen van een nieuwe liefde storten. De vogel niet meteen inruilen voor een mammoet. Eerst even rust. Nadenken of en waarom ik eigenlijk gebruik zou willen maken van bepaalde media en platforms.

In de tussentijd hoop ik stiekem dat LinkedIn in zijn huidige vorm gewoon blijft bestaan. Hoe moet ik jou anders vertellen dat ik niet meer op Twitter zit?

 

[1] Met dank aan Norwegian Wood van The Beatles

Kletskassa

 

Mijn vaste supermarkt heeft vijf nieuwe zelf-scan kassa’s geplaatst. Ten koste van drie bestaande kassa’s. Een medewerkster nodigde me laatst met een gastvrij gebaar uit om de producten uit mijn boodschappenmandje op een van die nieuwe plekken door de scanner te halen. Ik schudde vriendelijk mijn hoofd en wees naar de twee overgebleven reguliere kassa’s.

‘Ik reken liever daar af, gewoon bij een caissière’, zei ik.

‘Dat mag hoor’, antwoordde ze, ‘u kunt nog gewoon bij de kletskassa terecht’. Ze bedoelde het ongetwijfeld goed, maar haar blik had ook iets meewarigs. Alsof ik een soort hulpbehoevende was. En de vertrouwde kassa vanaf nu een voorziening voor gemankeerde klanten.

Kennelijk zag ze dat haar opmerking me aan het denken had gezet. ‘Het maakt natuurlijk niet uit waar u voor kiest’, zei ze geruststellend, ‘veel mensen willen gewoon niet in de rij staan, maar snel kunnen doorlopen. Daarom hebben we nu deze zelf-scan plekken.’

‘Dat begrijp ik’, zei ik, ‘maar als er langere rijen waren deden jullie altijd één of twee extra kassa’s open. Ik heb hier nooit lang hoeven wachten’.

‘Dat is fijn om te horen’, antwoordde ze professioneel. ‘Maar nogmaals, we doen het om de klanten een plezier te doen’.

‘En doen jullie jezelf er ook een plezier mee?’, informeerde ik.

‘Hoe bedoelt u?’ , vroeg ze.

‘Nou’, zei ik, ‘is het achter de kassa zitten niet fijner en gezelliger dan tussen de zelf-scan plekken staan’?

‘Tsja, dat kan ik nog niet zeggen’, sprak ze, ‘we hebben dit nieuwe systeem nog maar net’.

‘En wat nou als iedereen zelf gaat scannen’, vervolgde ik. ‘Dan zal dat toch ten koste gaan van jullie banen? Zijn jullie niet je eigen werk overbodig aan het maken?’

Ik merkte dat ik dit keer haar aan het denken had gezet.

‘Daar zegt u wat’, antwoordde ze met een wat onzekere blik in de ogen.

‘Gelukkig hebben we in ieder geval even gezellig gekletst’, zei ik ter geruststelling.

Ik groette haar en liep naar de kletskassa.

 

Deze waargebeurde (iets aangedikte) ervaring in de supermarkt staat niet op zichzelf. Als ik om me heen kijk zie ik dat de menselijke factor op steeds meer plaatsen wordt teruggedrongen: chatbots, geautomatiseerde antwoordfuncties en digitale assistenten nemen de rol van mensen over. Zo was ik laatst in een restaurant waar je via een QR code je bestelling moest plaatsen. Ik heb geen bezwaar tegen het digitaal of machinaal afhandelen van eenvoudige, routinematige handelingen. Het is goed dat veel geestdodend, afstompend werk niet meer door mensenhanden wordt gedaan. Ik pleit dus niet tegen technologische vooruitgang. Maar in veel situaties vind ik het menselijke contact juist gewenst en plezierig. In een restaurant wil ik kunnen informeren naar het menu van de dag, een suggestie horen over een goede, bijpassende wijn of bespreken hoe ik mijn vlees het liefst bereid wil hebben. En in de supermarkt wil ik de caissière gewoon even kunnen groeten en kunnen praten over zegeltjes of hoe het met haar gaat. Ook in de wereld waarin ik werk, het onderwijs, ligt dreigende verarming op de loer. Zo werd er laatst gesuggereerd dat het kijken naar een online kennisclip ook gezien zou mogen worden als een formeel contactmoment.[1]

Natuurlijk zijn machines en computers goedkoper dan mensen, dus ik begrijp het efficiency-oogpunt van organisaties wel, maar het leidt vaak ook tot verschraling. Ik ben bang dat we bij het verder verdwijnen van persoonlijke interactie steeds meer moeite krijgen om ons tot onze medemensen te verhouden. Terwijl het zo belangrijk is om elkaar even aan te kijken, lichaamstaal te lezen, een gesprek te voeren. Gezien en gehoord worden.

Misschien ben ik wat somber of nostalgisch, maar ik zie een vorm van contactarmoede ontstaan die weer zou kunnen leiden tot een afname van sociale samenhang en tot verminderde communicatieve vaardigheden. Een van de gedichten in de indrukwekkende nieuwe bundel van Marieke Lucas Rijneveld heet ‘Conversatieangst’. Die titel geeft precies aan wat het gevolg zou kunnen zijn van afnemend menselijk contact.

In mijn ogen gaat er niets boven direct persoonlijk contact. Ontmoetingen met anderen vormen de kern van ons mens-zijn. Als we ons alleen laten leiden door haast, gemak en efficiëntie, gaat dat ten koste van het menselijke contact en de waardering daarvan. Dat zien we terug op het vliegveld, in de supermarkt, in sommige winkels, in het QR-restaurant en ja, mogelijk ook in het onderwijs. Menselijke interactie zou juist als een pluspunt moeten worden gewaardeerd, niet als een kostenpost.

[1] Een kennisclip kijken, is contact hebben met je docent | DUB (uu.nl)

 

De coach in het onderwijs: samen onderweg

 

De coach is in opmars. In steeds meer sectoren van de samenleving kom je coaches tegen. Zij werken in dienst van organisaties en ook als zelfstandig ondernemer: opvoed-coaches, loopbaan-coaches, opruim-coaches, burn out-coaches, fitness-coaches, relatie-coaches, taal-coaches, voeding-coaches, lifestyle-coaches, noem maar op.

Iedereen kan zich coach noemen; het is geen beschermd, gecertificeerd beroep. Dat zou kunnen verklaren waarom er zoveel coaches zijn. Daarnaast denk ik dat het ook te maken heeft met veranderingen in de samenleving. Vroeger luisterden we naar mensen met autoriteit die ons vertelden hoe de wereld in elkaar zat en wat wij moesten doen. Tegenwoordig worden we geacht allemaal zelf de regie te nemen over ons bestaan. Dat is aan de ene kant bevrijdend, maar aan de andere kant kunnen we het niet altijd helemaal zelf en hebben we af en toe steun en begeleiding nodig. Daar komt bij dat we in deze digitale tijd beschikken over een stortvloed aan informatie waar we ook wegwijs uit moeten worden: waar te beginnen en wat te geloven? Geen wonder dat we van tijd tot tijd bij een coach aankloppen.

Geheel in die trend zie ik ook op mijn hogeschool de aandacht voor coaching toenemen. Docenten worden steeds meer als coach gezien. Frontaal, klassikaal lesgeven komt nog maar weinig voor. De studenten dienen zelf hun leerdoelen op te stellen en hun leervragen te formuleren en wij, de docenten, coachen hen daarbij. Meer begeleiden dan leiden, dus. In de klas geen traditionele bus-opstelling, maar tafelgroepjes. De ruimtes bij voorkeur omgetoverd tot creatieve ‘labs’.

 

Een Engelse coach is een bus

Wat ik in verband met het woord ‘bus-opstelling’ dan weer aardig vind, is dat het woord ‘coach’ in Engelstalige landen oorspronkelijk werd gebruikt voor koetsen en bussen. Ik ontdekte dat in mijn studententijd toen ik een bijbaan had als reisleider. Wanneer ik door Engeland en Schotland reisde, spraken mijn Britse chauffeurs niet over hun bus, maar over hun coach.

Jaren later leverde deze betekenis nog een anekdote op. Ik was, inmiddels werkzaam als hogeschool-docent, met een groep vierdejaars studenten op studiereis in Engeland. Op een gegeven moment reden we met onze bus langs een tankstation. Bij de oprit stond een groot bord waarop in koeienletters stond: NO SOCCER COACHES. Een student die voorin zat vroeg vol verbazing aan de Engelse chauffeur waarom hier geen voetbaltrainers mochten komen. De goede man reed bijna van het lachen de berm in. Proestend maakte hij de student duidelijk dat het betekende dat er geen bussen met voetbalsupporters mochten stoppen. Ze hadden daar geen zin in busladingen dronken hooligans.

 

Studiereizen

Die studiereis naar Engeland was trouwens de eerste in een lange reeks. Ik ben de jaren daarna nog met studenten naar Berlijn en Praag geweest. Weer later heb ik met een paar collega’s vele trips naar de EU-instellingen in Brussel georganiseerd met af en toe een uitstapje naar Straatsburg. En de laatste jaren bezoek ik met internationale studenten juist Nederlandse steden.

 

 

 

Als ik studenten aan het einde van hun studie spreek (bijvoorbeeld bij een diploma-uitreiking) of na de studie nog eens ontmoet, beginnen ze vaak over de studiereis. Meestal met een grote glimlach op het gezicht. Niet omdat ze nog precies weten wat ze gezien en geleerd hebben, maar vooral omdat er wat bijzonders gebeurde: een mix van leerzaam, plezier, samen op stap, avontuur. Dat is hen bijgebleven.

Dit bleek ook weer toen ik een paar weken geleden een bijzondere uitnodiging kreeg om aan te schuiven bij een mini-reünie van oud-studenten die 30 jaar geleden samen aan de studie op mijn hogeschool waren begonnen.[1] Het was een heel gezellig weerzien op een zonnig Haarlems terras. Er kwamen allerlei verhalen en namen uit het verleden voorbij. En ook de studietrip van destijds werd uitvoerig gememoreerd.

 

Etymologie

Het Engelse woord coach is verwant aan ons woord koets. Beide woorden stammen volgens meerdere etymologische bronnen[2] af van de Hongaarse plaatsnaam Kocs. Kocs was een vervoersknooppunt waar rijtuigen werden gebouwd en gerepareerd. Die koetsen kregen de naam van de stad mee en die naam werd in veel talen de algemene aanduiding voor rijtuigen die door paarden werden voortgetrokken: koets, Kutsche, coach. Voor de Engelsen was het een kleine stap om later hun gemotoriseerde bussen ook coach te noemen. Met de komst van motorvoertuigen werd wel vaker verwezen naar oudere typen koetsen uit bepaalde steden of regio’s: denk aan benamingen als sedan en limousine. Paard-en-wagen termen klinkt ook nu nog door in woorden als carrosserie en paardenkracht.

Het stadswapen van Kocs (met een kleine koets erin)

Hoe kan het dan dat men in Engeland ook bepaalde mensen coach ging noemen? In diezelfde etymologische bronnen is te vinden dat aan het begin van de 19e eeuw op Engelse universiteiten het woord coach ook werd gebruikt voor tutoren die (zwakkere) studenten hielpen om hun tentamens te halen. Men redeneerde dat een goede begeleider je van A naar B kan brengen, zoals een koets/bus dat ook doet. Zo werd het woord coach niet alleen een aanduiding voor een voertuig, maar ook voor een ‘voerman’: een begeleider, een trainer. Later in de negentiende eeuw raakte de term coach met name ingeburgerd in de sportwereld. Dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven. En, zoals gezegd, tegenwoordig wordt de term coach in een brede waaier van professies en bezigheden gebruikt.

 

Terug naar het onderwijs

Als ik kijk naar mijn werkomgeving (het hoger beroepsonderwijs) begrijp ik die aandacht voor coaching goed, maar ik ervaar ook knelpunten en beperkingen. Niet elke student weet zijn zelfverantwoordelijke rol te pakken; vooral beginnende studenten hebben soms geen idee wat ze moeten doen. Vaak is sturing, instructie of kennisoverdracht onontbeerlijk. Docenten zijn niet alleen begeleiders, maar ook curriculum-ontwerpers, vakdeskundigen, kwaliteitsbewakers en regisseurs van leerprocessen. Bovendien ben je als docent ook beoordelaar. Je bent niet alleen aan het coachen en feedback aan het geven, maar je deelt ook voldoendes en onvoldoendes uit, met de vooraf vastgestelde eindkwalificaties van de opleiding als referentiepunt. Als je docenten alleen ziet als coaches, raken die andere belangrijke aspecten van het docentschap onderbelicht. Coaching is een zinvol onderdeel van het docenten-vak en het is goed dat hier aandacht aan wordt besteed, maar een goede docent is meer dan alleen een coach.

 

De busreis als metafoor

Wat mij betreft noemen we een docent gewoon ‘docent’, met alle bijbehorende aspecten en rollen die dat vak met zich meebrengt. Maar de coach hoeft niet uit het onderwijs te verdwijnen. Dan doel ik op de oorspronkelijke betekenis: bus. Gezien de positieve ervaringen van mijn studenten (en van mezelf) met studiereizen lijkt het me een aardig idee om een opleiding op te vatten als een gezamenlijke busreis. Je bent samen (reisgezelschap en reisleiding) met de bus onderweg. Het studieprogramma als het reisprogramma. Het eindniveau als eindbestemming. De route kan strak gepland, maar ook losser zijn. Er kunnen gemeenschappelijke en individuele uitstapjes worden gemaakt. Maar het principe blijft wel: samen onderweg zijn. Als je samen ervaringen opdoet en samen leert versterkt dat de sociale, emotionele en cognitieve vaardigheden.

In nieuwe vormen van onderwijs staat de persoonlijke leerervaring steeds meer op de voorgrond. Daar is wat voor te zeggen; eenheidsworst is niet heel smakelijk. Maar volledig geïndividualiseerd leren werkt niet op een school. In reistermen: backpacken en zelf rondzwerven kan ook erg leuk en leerzaam zijn, maar dat is een ander soort reis. Onderwijs op scholen kent nu eenmaal een gemeenschappelijk inhoudelijk en didactisch kader. Het is de kunst om daar een uitdagend, onderscheidend kader van te maken, dat leerzaam en plezierig is. Dat voldoende houvast biedt, zonder te knellen. Dat ruimte biedt aan gedeelde ervaringen en aan individuele ontplooiing. Juist nu er meer online wordt gestudeerd en er op het internet veel en goed lesmateriaal is te vinden, is het aan scholen en opleidingen om extra hun best doen om een aantrekkelijke, fysieke ontmoetingsplaats te zijn waar je met elkaar meer kunt beleven dan wanneer je alleen op je zolderkamer of in de bibliotheek zit. Een boeiend reisprogramma, dus. Met een goed reisgezelschap. En een comfortabele bus.

 

 

[1] Die studie heette Voorlichting, Publiciteit  Informatie (VP&I). Dat was een zogenaamde vrije studierichting; een voorloper van onze huidige HBO Communicatie opleiding.

[2] Zie o.a. https://etymologiebank.nl/trefwoord/coach ; https://en.wiktionary.org/wiki/coach

Op naar de stembus!

Op verzoek van mijn kinderen schrijf ik iedere keer in de aanloop naar de Tweede Kamer verkiezingen een beschouwing. Ook dit jaar. Ik deel deze tekst (bewerkt en aangevuld) nu ook graag op mijn blog-site.

 

Inleiding

Op woensdag[1] 17 maart kiest Nederland een nieuwe Tweede Kamer. We kiezen dan 150 nieuwe volksvertegenwoordigers voor de duur van, in principe, vier jaar. Die vier jaar is de zittingsperiode van de Tweede Kamer en van de regering die wordt gevormd aan de hand van de uitslag van de Tweede Kamer verkiezingen. Dit laat zien dat de Tweede Kamer verkiezingen ook de basis voor een nieuwe regering leggen. Vaak haalt een regering die volle vier jaar niet, doordat er tijdens de zittingsperiode een breuk of conflict tussen de betrokken regeringspartijen ontstaat. Nog niet zo lang geleden moesten de Nederlanders in 10 jaar maar liefst vijf keer naar de stembus gaan voor het kiezen van een nieuwe Tweede Kamer (2002, 2003, 2006, 2010, 2012) omdat de regering was gevallen. De huidige regering heeft het bijna vier jaar ongeschonden volgehouden, maar struikelde onlangs als gevolg van de Toeslagenaffaire[2]. Omdat dat vlak voor de verkiezingen van 17 maart is gebeurd, blijven de ministers gewoon aan het werk totdat er een nieuwe regering is (we hebben nu een zgn. demissionaire regering).

 

De procedure

De Tweede Kamer[3] controleert de regering en heeft (met de Eerste Kamer) het laatste woord bij het vaststellen van wetten en regels in Nederland. Een heel belangrijk gezelschap dus, omdat deze 150 mensen bepalen welke kant het de komende jaren op moet gaan met woningen, gezondheidszorg, migratie, uitkeringen, milieu, defensie, en noem maar op.

De Tweede Kamer is niet alleen een democratisch orgaan, omdat wij deze mensen kiezen, maar ook omdat zij zelf bij meerderheid van stemmen beslissingen neemt. Met 76 stemmen heb je een meerderheid en daarmee dus een stevige vinger in de Haagse pap.

De kandidaten op het stembiljet opereren niet op eigen houtje, maar staan op lijsten van politieke partijen. Elke lijst vertegenwoordigt een bepaalde stroming (of visie, of belang) en bij verkiezingen wordt dat vertaald in een programma.

Zoals gezegd vormt de verkiezing van de Tweede Kamer ook de basis voor een nieuwe regering. Omdat we in Nederland relatief veel partijen hebben en een regering normaal gesproken moet kunnen steunen op een meerderheid in de Tweede Kamer, moet een regering gevormd worden door een samenwerkingsovereenkomst van meerdere partijen die bij elkaar opgeteld minimaal 76 zetels hebben. Dus, als op woensdagavond 17 maart de stemmen geteld zijn, wordt niet alleen gekeken hoe de partijen het stuk voor stuk hebben gedaan (wie heeft gewonnen, wie heeft verloren) maar wordt ook bekend welke regeringscombinaties mogelijk zijn.

 

Partijen: versplintering en onmacht

Er is de afgelopen 20 jaar iets bijzonders aan de hand. Vanaf de Tweede Wereldoorlog tot het begin van deze eeuw hadden drie grote, traditionele partijen (VVD, CDA en PvdA) de touwtjes in handen. Vooral de PvdA en het CDA waren groot en machtig. Beide partijen haalden vroeger regelmatig 30 tot 50 zetels in de Tweede Kamer. Doordat deze traditionele partijen vroeger zo groot waren, werden tot 2000 vrijwel uitsluitend regeringen gevormd waarin minstens twee van deze drie partijen waren vertegenwoordigd. Als ze met z’n tweeën net wat stemmen tekort kwamen, werd een derde partner erbij gevraagd (bijv. D66). Kortom, het was dus of VVD-CDA (centrum-rechts), of CDA-PvdA (centrum-links) of VVD-PvdA (paars). Lekker overzichtelijk, maar weinig variatie.

De huidige peilingen geven aan dat alleen de VVD nog een ouderwets hoge score lijkt te gaan halen (tussen de 30 en de 40 zetels). De PvdA en het CDA schommelen al jaren tussen de 10 en de 20 zetels. Naast de klassieke drie partijen doen de PVV, de SP, D66 en GroenLinks nadrukkelijk mee. Zo zijn er momenteel zeven grotere partijen die om de gunst van de kiezer strijden. En naast deze zeven partijen zijn er dit jaar nog ongeveer 30 kleinere partijen die meedoen. De posters van deze partijen passen nauwelijks nog op de verkiezingsborden.

Ik ben blij dat we niet in een twee-partij stelsel leven. Dat maakt de keuze erg beperkt. Ik noem dat bipolaire politiek; ik schreef daar eerder ook een blog over.[4] Maar in Nederland slaan we door naar de andere kant. Er staan bijna 40 partijen op het stembiljet, terwijl er maar 150 zetels te verdelen zijn. De opkomst van zoveel nieuwe partijen kan een aanwijzing zijn dat de gevestigde partijen steeds minder goed hun werk doen. Het kan er ook op wijzen dat de samenleving zelf steeds gefragmenteerder en individualistischer is geworden en dat mensen veel nadrukkelijker hun eigen belang voorop stellen en minder oog hebben voor bredere bewegingen en het algemeen belang. Tom-Jan Meeus benadrukt in een column in het NRC van 9 maart j.l. dat het gebrek aan gezamenlijkheid een gevaar kan opleveren voor ons politieke stelsel.[5] Ik denk dat de opkomst van nieuwe media aan deze versplintering bijdraagt. Social media en hun algoritmes dragen er aan bij dat iedereen steeds meer in zijn eigen bubbel gaat zitten[6], terwijl een traditioneel medium als televisie in staat is een breder publiek te bereiken. Joke Hermes benadrukt in dat verband de kracht van televisie als ‘forum van cultureel burgerschap’, vooral bij nationale gebeurtenissen en live uitzendingen.[7]

Uiteindelijk moeten we het met elkaar verder. Maar als iedereen zich fanatiek vastklampt aan zijn eigen gelijk (en splinterpartij) schiet het niet op. Dat zal er ook toe leiden dat veel mensen na de verkiezingen teleurgesteld zullen zijn. Ofwel om de door hen gekozen partij geen of slechts één zetel heeft behaald. Ofwel omdat de gekozen partij deel gaat nemen aan de regering en compromissen moet gaan sluiten. Beide uitkomsten zijn voor hard-liners en principiëlen waarschijnlijk moeilijk te verteren, maar in een land met zoveel partijen moet je bereid zijn om er samen uit te komen en water bij de wijn doen. Gelukkig maar, zou ik willen zeggen. Stel je voor dat één partij het helemaal voor het zeggen zou hebben.

En daar komt nog iets bij. Ik denk dat politieke partijen in de huidige tijd minder greep op het maatschappelijke leven hebben dan vroeger. Niet omdat zij slechter functioneren, maar omdat het speelveld is veranderd. Ontwikkelingen als digitalisering, globalisering en  klimaatverandering en grote spelers als multinationals, de EU en big tech bedrijven hebben een enorme invloed op de samenleving. Nationale politieke partijen, zeker de kleintjes, hebben op dat grotere speelveld vaak maar weinig in te brengen. Wat dat betreft is het zorgelijk dat tijdens de verkiezingscampagne vrijwel alle partijen vooral binnenlandse thema’s benoemen, terwijl de grote vraagstukken van deze tijd juist om een bredere, internationale visie vragen.

Hoe dan ook, de aanwezigheid van zoveel partijen leidt tot een enorme versnippering en dat maakt het vormen van een regering des te ingewikkelder: er zijn al gauw vier, vijf partijen nodig om tot een meerderheid van meer dan 75 zetels te komen. Zo bestaat de huidige regering uit vier partijen: VVD-CDA-D66 en ChristenUnie. Met zoveel partijen bij elkaar is het lastig om tot een stabiele regering te komen.

Financieel-economische thema’s: een kwestie van verdelen

Traditiegetrouw speelt de economie een grote rol bij verkiezingen. Een regering is vooral bezig met het maken van plannen om de staatskas te vullen (belastinginkomsten) en om de buit te verdelen (uitgaven). Denk aan Prinsjesdag en de miljoenennota. Om een idee te geven: in de laatste miljoenennota  gaat het om een totaal-pot van 336 miljard euro, waarvan bijvoorbeeld ruim een kwart (86 miljard) bestemd is voor de zorg en ongeveer 3% 11 miljard) voor een post als Defensie.

Op financieel-economisch terrein kunnen partijen aangeven hoeveel belasting burgers en bedrijven in Nederland moeten betalen. Men kan er bijvoorbeeld voor kiezen om via de belastingen inkomensverschillen te verkleinen, of bepaalde producten (bijv. tabak, benzine, vlees) duurder te maken. Daarnaast laten de partijen zien hoeveel geld ze willen uitgeven aan uiteenlopende zaken als onderwijs, klimaat en infrastructuur. Het zijn belangrijke binnenlandse vragen van verdeling. Veel kiezers kijken naar de programma’s en voorstellen van politieke partijen en stemmen daar hun keuze op af.

Dit jaar: corona, klimaat en sociale thema’s

Dit jaar zijn de thema’s anders dan vier jaar geleden, toen de naweeën van de financiële crisis, de discussies over de AOW en de zorgen om vluchtelingen en moslimextremisme belangrijke thema’s waren. Dit keer speelt natuurlijk de corona-crisis de hoofdrol. Hoe krijgen we Nederland weer terug naar de normale situatie? Hebben Rutte en de Jonge het goed aangepakt? Welke lessen trekken we uit de corona-crisis? Hoe gaan we de samenleving herinrichten?

Na de financiële crisis hebben regeringen flink bezuinigd. Dat ging vaak ten koste van de kwaliteit van de zorg, het onderwijs en sociale voorzieningen. Nu lijken partijen juist veel te willen investeren in deze sectoren. De corona-tijd heeft duidelijk gemaakt hoe belangrijk de zorg en het onderwijs zijn. De meeste partijen zijn daarbij bereid de staatsschuld op te laten lopen. Dat is opmerkelijk want Nederland staat binnen de EU te boek als een zuinig land met een strenge begrotingsdiscipline. Nederland is in het verleden vaak kritisch geweest op andere Europese landen die hun tekorten te hoog lieten oplopen. Maar nu lijken veel partijen in Nederland de teugels ook losser te laten.[8]

Het Parool: De uitgavenstijgingen laten goed zien welke prioriteiten de verschillende partijen hebben. Waar de VVD vooral kiest voor lastenverlichting en hogere uitgaven aan defensie, trekt de SP vooral extra geld uit voor hogere uitkeringen en de zorg. GroenLinks, PvdA en D66 investeren het meest in onderwijs. Het CDA neemt juist vaker een middenpositie in.[9]

 

Niet-materiële thema’s: ik en de ander

Naast de financieel-economische onderwerpen (de verdeling van de koek) spelen de laatste twintig jaar steeds nadrukkelijker andere vraagstukken een rol. Die hebben te maken met zaken als onze nationale identiteit, migratie, Europese samenwerking, de ruimte om je eigen leven in te richten. Hierbij is niet het verdelen van geld het centrale punt, maar gaat het om onze verhouding tot andere landen, leefwijzen en culturen. Waar het bij financiële thema’s vaak gaat om relatieve verschillen (de ene partij wil wat meer geld voor onderwerp A, de andere voor onderwerp B), is er bij ‘culturele’ thema’s vaak sprake van scherpere, tegengestelde standpunten: meer Europese samenwerking of een Nexit, meer vluchtelingen toelaten of een complete stop doorvoeren, zwarte piet of roetveegpiet, recht op levensbeëindiging bij een voltooid leven of juist niet. Veel partijen profileren zich duidelijk op dit soort thema’s.

 

Emotie speelt vaak een grotere rol dan ratio.

Over een week mogen we gaan stemmen en de meeste mensen in Nederland gaan ook daadwerkelijk naar het stembureau. Dat is goed nieuws. Maar velen zullen nu nog wikken en wegen. Er zijn vele ‘economische’ en ‘culturele’ afwegingen te maken. Dit kom je ook tegen in alle stemwijzers. Als je de vragenlijst van Kieskompas[10] invult, wordt jouw positie aangegeven binnen een schema waarin de politieke partijen langs twee assen ingedeeld: een financieel-economische as (links-rechts) en een ‘culturele’ waarde-oriëntatie as (progressief-behoudend).

Het lijkt erop dat we zo heel afgewogen en weldoordacht onze keuze bepalen. Maar we weten ook dat de meeste kiezers niet alle partijprogramma’s bekijken en ook niet systematisch per partij alle voors en tegens op een rijtje zetten. Zo rationeel zijn we niet. Bij de meeste kiezers geven emoties de doorslag: sympathie voor een lijsttrekker, angst voor corona, zorgen over je baan, boosheid over de Toeslagenaffaire, hoop op de nieuwe partij, vertrouwen op ervaren politici, afkeer van mensen die anders zijn. En daarnaast kijken velen ook naar het stemgedrag van familie en vrienden, of stemmen ze uit traditie altijd op dezelfde partij. Er zijn talloze, vaak weinig rationele motieven van kiezers die een rol spelen bij het bepalen van hun keuze. Dit blijkt ook uit een uitgebreid artikel in de Volkskrant van 6 maart waarin diverse onderzoeken naar stemgedrag naast elkaar worden gezet.[11]

 

En nu naar de stembus

Zo leveren de Tweede Kamerverkiezingen elke keer een rijk sfeerbeeld op van de stand van het land. Een moment-opname met structurele patronen en incidentele oprispingen. Met rationele tonen en emotionele geluiden. Het geeft een beeld van waar we momenteel staan, wie we zijn, wat er speelt, waar we naartoe willen? Elke stem is daarbij een stip op een doek dat we met elkaar inkleuren. Een stukje van een grote legpuzzel. Dat is geen ideaal systeem, maar wel het systeem dat we in Nederland met elkaar zo hebben vormgegeven en ingericht. En we moeten blijven nadenken over het verbeteren van dit systeem. Maar dit is wat we nu hebben en in veel landen is de politieke situatie veel beroerder. Dus: op naar de stembus!

Als we geen stippen zetten, blijft het doek leeg.

———————————————————————————

 

[1] Nederlanders stemmen altijd op woensdag; in andere landen is dit vaak op zondag, maar daar hebben met name de kleine Christelijke partijen in Nederland weerstand tegen. Door de corona-crisis gaan de stembureaus al op maandag 15 maart open en kunnen 70 plussers ook per brief stemmen.

[2] Zie o.a.: https://www.nu.nl/politiek/6100724/kabinet-treedt-af-vanwege-vernietigend-rapport-over-toeslagenaffaire.html

[3] Zie ook:  http://www.tweedekamer.nl/

[4] Zie http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1286

[5] https://twitter.com/tomjanmeeus/status/1369243361190834177

[6] Zie bijv. een recente uitzending van Pointer: YouTube beveelt misinformatie aan nadat je politieke video’s hebt gekeken | KRO-NCRV (kro-ncrv.nl)

 

[7] https://www.scienceguide.nl/2020/05/televisie-is-dood-lang-leve-televisie/

[8] Zie: https://www.cpb.nl/keuzes-in-kaart-2022-2025

[9] https://www.parool.nl/nederland/doorrekening-vvd-en-cda-laten-in-hun-programma-s-de-staatsschuld-het-hardst-oplopen~bf54a257/

[10] https://www.kieskompas.nl/

[11] De stemwijzer volgen? We stemmen op gevoel, een glimlach, en uit gewoonte | De Volkskrant

 

Het belangwekkende nieuwe boek van Betteke van Ruler

Betteke van Ruler heeft een belangwekkend boek voor het HBO geschreven: Handboek communicatiestrategie. Het boek borduurt voort op haar eerdere publicatie Het Strategisch Communicatie Frame (geschreven met Frank Körver) waarmee ze zich een paar jaar geleden meer op communicatieprofessionals richtte dan op studenten.[1] Nu dus dit boek voor het hoger beroepsonderwijs.

Waarom ik het een belangwekkend boek vind leg ik zo uit. Eerst even een zijstap.

Het samenstellen van een goed curriculum van een HBO communicatie opleiding is een veelomvattende, uitdagende klus. Het programma moet voldoende diepgang hebben om de H van Hoger te garanderen, het moet goed aansluiten op de praktijk gezien de B van Beroep(s) en het moet didactisch goed in elkaar steken met het oog op de O van Onderwijs. Ik heb als HBO-communicatie docent dit ontwikkelproces meerdere keren van dichtbij meegemaakt en daarin ook een actieve rol gespeeld. Ik heb geleerd dat je rekening moet houden met interne en externe dynamiek.

Binnen de opleiding en het instituut is het belangrijk om voldoende ruimte en budget te krijgen om een mooi curriculum te ontwikkelen. En het is de kunst om met alle collega’s (en studenten) tot een samenhangend geheel te komen waarover iedereen enthousiast is. Geld, vertrouwen, energie, samenspraak en draagvlak zijn onmisbare interne factoren bij het ontwikkelen van nieuw onderwijs.

Daarnaast zijn er externe factoren die van belang zijn, zoals conventies en eisen vanuit de beroepspraktijk, relevante trends en ontwikkelingen in de samenleving en inzichten vanuit onderzoek en wetenschap. Het is mijn ervaring dat die externe dynamiek het lastig maakt om tot een goede focus te komen. In de eerste plaats is het beroepenveld van communicatie heel breed waardoor het moeilijk is om tot een samenhangend programma te komen dat de kern van communicatie raakt en tegelijk recht doet aan de breedte van dat veld. In de tweede plaats zijn communicatiedeskundigen het vaak niet met elkaar eens. Zo lang ik docent ben discussiëren communicatieprofs over de vraag wat de essentie van communicatie is. In de vakliteratuur hanteert men uiteenlopende en soms ronduit tegenstrijdige visies en definities.[2] Hoe minder consensus er is in de beroepspraktijk, hoe moeilijker het is om als opleiding een duidelijke balans aan te brengen en tot een volwassen ‘body of knowledge’ te komen. In de derde plaats gaan de ontwikkelingen binnen het vak en de samenleving zo snel, dat bepaalde zaken al binnen enkele jaren achterhaald zijn. Dat is lastig als je een programma maakt met een omvang van vier studiejaren. Ten slotte zie je dat de opleiding communicatie, 30 jaar geleden een jonge, hippe en populaire studie, inmiddels overvleugeld wordt door nieuwe trendy studies op het gebied van media, entertainment, events en leisure. Al deze externe factoren maken het knap ingewikkeld om een beroepsauthentiek, evenwichtig, aantrekkelijk en eigentijds studieprogramma te maken.

Communicatie opleidingen zullen zowel hun knopen moeten tellen als knopen moeten doorhakken. Keuzes maken, dus. Focus aanbrengen. Een lijn uitzetten. Hoe dat didactisch moet, laat ik hier nu even in het midden. Daar valt zeker ook veel over te zeggen, maar dat bewaar ik voor een andere gelegenheid. Ik wil het hier hebben over de vak-inhoudelijke kant. In mijn ogen gaat het daarbij om het beantwoorden van twee hoofdvragen:

  1. Werkgebieden: welke inhoudelijke thema’s en disciplines laten we in het curriculum aan bod komen (denk aan Interne Communicatie, Psychologie, Organisatiekunde, Reputatiemanagement, Cross-culturele communicatie, Medialandschap, Taalvaardigheid, etc.)?
  2. Werkwijzen: welke manieren van werken aan communicatie-opdrachten stellen we centraal? Hoe leren we studenten om met communicatie aan de slag te gaan (denk aan analyses maken, strategische denken, creatieve ontwerpen maken, etc.)?

Met die laatste vraag kom ik uit op het nieuwste boek van Betteke van Ruler.

In het eerste deel van het boek maakt van Ruler duidelijk dat het statische, lineaire bauwdruk-denken niet meer van deze tijd is.[3] Communicatiestrategie wordt door haar ingevuld als een voortdurend proces van onderzoeken en kiezen, van denken en doen. Daarbij maakt ze een duidelijk onderscheid tussen verwante begrippen als plannen, strategisch denken, tactieken en uitvoering. Dat is van groot belang want binnen opleidingen en in de praktijk worden deze begrippen voortdurend door elkaar gehaald. Van Ruler bakent die begrippen in duidelijke en overtuigende bewoordingen af. “Een communicatiestrategie geeft de richting aan waar je naartoe wilt en laat zien hoe je de organisatie of het project van je opdrachtgever helpt met communicatieactiviteiten die waarde toevoegen”. (p. 24). Strategie is dus nadrukkelijk niet een stap binnen een communicatieplan, maar een beschrijving van alle keuzes die zijn gemaakt: wat je gaat doen, en waarom, om wat te realiseren, wie en wat je nodig hebt en hoe je het aanpakt. Dat laatste (‘hoe’) is de tactiek of de aanpak. In van Rulers ogen is strategie dus niet hetzelfde als de aanpak, maar is aanpak een onderdeel van een breder strategisch denk- en doe-proces. In dat proces moet er ruimte zijn voor overleg en voor het voortdurend finetunen en bijstellen van eerder gemaakte keuzes.

 

In het tweede deel van het boek (her-)introduceert van Ruler het Strategisch Communicatie Frame, dat al bekend is van haar eerdere publicaties en dat ook op meerdere plekken in de communicatiepraktijk als handvat wordt gebruikt. Dat Frame (misschien niet de handigste term, omdat framing ook een communicatie-term met een andere lading is) kent acht bouwstenen: Visie, Interne situatie, Externe situatie, Ambitie, Accountability, Stakeholders, Resources en Aanpak. Deze bouwstenen zijn de elementen van het strategische proces. Van Ruler geeft aan dat het niet uitmaakt met welke bouwsteen je begint, als ze maar allemaal aan bod komen en tegen elkaar worden afgewogen. Weer dus een pleidooi voor flexibiliteit en tegen lineair denken.

Het boek is vlot en duidelijk geschreven en aantrekkelijk vormgegeven. Het kent een goede balans tussen theorie en praktijk; heel geschikt voor HBO-ers. Het is een handboek, geen zware wetenschappelijke pil. Dat is ook niet de opzet van dit boek. Het bevat wel veel referenties aan theorie, maar geen diepgravende beschouwingen. Wie meer wil weten over bepaalde thema’s zal aanvullende literatuur moeten raadplegen. Het boek is niet revolutionair van inhoud. Het gepresenteerde Frame kent diverse elementen die al bekend zijn uit de vakliteratuur. Denk bijvoorbeeld aan eerdere publicaties van Betteke van Ruler zelf, maar ook aan het werk van Littlejohn & Foss, Vos & Schoemaker, Aarts, Steuten & van Woerkum, of aan het Communicatie Canvas of het COMpositie-schema dat Paula Zweekhorst en ik hebben beschreven.[4]

Handboek communicatiestrategie kent dus vele plussen, maar is ook weer niet perfect of revolutionair. Waarom noem ik het dan toch een belangwekkend boek voor het HBO?

Ik heb hierboven aangegeven hoe ingewikkeld het is om een goed curriculum te ontwikkelen. Een studieprogramma van vier jaar met een goede inhoudelijke samenhang en een duidelijke opbouw. Tijdens het lezen van dit boek begon ik me te realiseren dat dit boek niet alleen een handleiding is voor het ontwikkelen van een communicatie-strategie, maar dat het ook kan dienen als inspiratiebron voor het ontwikkelen van communicatie-onderwijs. Niet dat het boek vertelt hoe je je studie-programma moet inrichten. Daar is het ook niet voor geschreven. Maar het geeft wel aan hoe je met communicatie aan de slag kunt gaan en wat daar allemaal bij komt kijken (de 2e hoofdvraag die ik hierboven benoem). Daar kun je ook bij onderwijs-ontwikkeling heel goed mee uit de voeten. In die zin vind ik het boek niet alleen geschikt voor studenten, maar juist ook voor opleiders.

Ik wil elke communicatie-opleiding die een nieuwe programma ontwikkelt of nadenkt over de body of knowledge aanraden om kennis te nemen van dit boek. Door de gehanteerde uitgangspunten, de gepresenteerde bouwstenen, de verwijzingen naar de vakliteratuur en het feit dat dit Frame in de praktijk wordt gehanteerd vind ik dit het meest overtuigende HBO-communicatie boek van dit moment. Dit betekent niet dat het een ideaal boek is. Zo zou ik zelf enkele bouwstenen wat anders willen invullen en benoemen. Ook vind ik dat er relatief weinig aandacht is voor content creatie en de inzet van media. Maar dat doet niet echt af aan de waarde en het belang van dit boek. Het is een evenwichtig en toegankelijk ‘rode draad’ boek. Daardoor kan het goed dienen als startpunt en referentiekader bij discussies over de inrichting van het onderwijs. Ook onderwijsontwikkeling is een iteratief en interactief proces. Daarbij kan een inhoudelijk richtsnoer goed van pas komen. Je hoeft in die gesprekken niet op een kopie van het Frame als basis voor je curriculum-ontwerp uit te komen, maar je kunt het boek goed gebruiken als gespreksagenda. Leg het Handboek Communicatiestrategie naast het huidige studieprogramma of het nieuwe curriculum-ontwerp en vraag je af of daarin alle principes en bouwstenen voldoende aan bod komen, of studenten leren om analyses te maken, of studenten worden uitgedaagd om onderbouwde keuzes te maken en gedurfde concepten te creëren. Daarbij kan je natuurlijk als opleiding bepalen wat je eventueel anders zou invullen, welke accenten je wilt leggen en welke vakdomeinen je aan bod wilt laten komen (hoofdvraag 1).

Iemand zei over het Handboek Communicatiestrategie op Twitter: “Mijn advies aan alle HBO’s: gooi die andere boeken svp weg en gebruik deze”.[5] Ongetwijfeld bedoeld als een compliment, maar ik ben het hardgrondig met die uitspraak oneens. Het tegendeel is juist waar. Handboek Communicatiestrategie biedt een rode draad aan, een stramien met uitgangspunten en bouwstenen. Alles wordt in samenhang gepresenteerd, maar in korte en bondige bewoordingen. Studenten hebben juist veel aanvullende literatuur en andere bronnen nodig om zich per onderdeel, discipline of vaardigheid nader te verdiepen of te bekwamen. Alleen met dit handboek kun je vier jaar studie niet vullen. Maar met behulp van dit handboek kun je wel beter bepalen welke thema’s, disciplines en vakliteratuur meer of minder relevant zijn.

Betteke van Ruler heeft haar kaarten opnieuw geschud en op tafel gelegd. Zij is met haar staat van dienst de belichaming van de body of knowledge van communicatie in Nederland. Die kennis en ervaring heeft ze nu samengebundeld in een overzichtelijk boek voor het HBO. Lees het, bespreek het met elkaar, bekritiseer het, bewerk het. Dat zal een denk- en doe-proces in werking stellen dat elke opleiding zeker een paar stappen verder zal brengen.

 

[1] Ik besprak dat boek in een eerder blog: http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=381

[2] Ik schreef hier vorig jaar ook al over: http://phaestus.nl/phaestus.nl/?p=1972

[3] Ik heb zelf eind jaren ’90 een boek geschreven dat in die lineaire traditie past: Werkboek Communicatieplanning.

[4] In Kernbegrippen van professionele communicatie (Boom, 2019)

[5] Uitspraak van Ronald Voorn op Twitter (overigens is de term HBO’s niet correct; het is het HBO of de hogescholen)

Enkele gedachten bij de dood van Samuel Paty

 

Ben ik ooit bang geweest voor een boze reactie van een leerling of een ouder na afloop van een les? Of een bedreiging?

 

Die vraag heb ik mezelf gesteld na de brute moord op de Franse docent Samuel Paty. Hij had in een lessituatie een cartoon van de profeet Mohammed laten zien. Dat leidde onder bepaalde moslim-fundamentalisten tot grote verontwaardiging en oproepen tot wraak. Met alle afschuwelijke gevolgen van dien.

De schokkende moord op een docent houdt mij bezig. Ik ben ook docent. Ik heb in de jaren ’80 ook vijf jaar Maatschappijleer gegeven, het vak van Samuel Paty. En juist bij zo’n vak komen per definitie maatschappelijke vraagstukken, heilige huisjes en hete hangijzers aan bod: criminaliteit, discriminatie, abortus, armoede, oorlog, klimaatverandering. Het is onmogelijk om daarbij 100% neutraal voor de klas te staan. Leerlingen riepen destijds dat ze aan het uiterlijk van de docenten konden zien of deze rechts of links waren. Ze wilden ook altijd weten wat ik stemde. Ik liep niet met mijn politieke voorkeuren te koop, maar ging die vragen ook niet uit de weg. Mij ging het in het klaslokaal niet om het ventileren van mijn mening, maar om het creëren van een veilige ruimte waarin alle leerlingen hun mening kon vormen en uiten. Die ruimte kan alleen maar bestaan als er sprake is van gelijkwaardigheid en respect. De docent heeft een belangrijke rol bij het bewaken van die openheid.

Ik ben me altijd bewust geweest van het bijzondere karakter van het docent-zijn. Ook toen ik daarna ging werken op een hogeschool. In welk beroep krijg je zo vaak de gelegenheid om met jongeren te praten over wat er speelt in de samenleving, over hun gevoelens, hun meningen? Dat is het mooie van het docentschap. Ik heb daarbij ook heel veel van mijn studenten geleerd.

Natuurlijk praat je niet elke les over loodzware kwesties. Doceren betekent ook doseren. Maar als het in mijn klas tot een open gesprek komt, zijn dat de momenten die ik koester.

Nu ik vooral online moet lesgeven komen dergelijke gedachtewisselingen moeilijker te stand. De intieme sfeer van het klaslokaal met het directe onderlinge contact ontbreekt. In de klas kunnen leerlingen aanvoelen of het veilig is om hun zegje te doen. Met Teams of Zoom ligt dat heel anders. De afstand is groter. De sfeer is anders. Ook kunnen andere mensen meeluisteren. Zo schreef een studente na afloop van een online college op de chat: “bedankt voor de les, meneer; mijn moeder vond het ook interessant”. Een grappig,  onschuldig voorbeeld, maar wat als het een boze ouder was geweest die zich had gestoord aan mijn woorden? Een online bijeenkomst wordt regelmatig opgenomen. Dan let je als docent of student toch al snel iets meer op je woorden. Dat het opnemen van een college grote gevolgen kan hebben heeft een collega van de Haagse Hogeschool onlangs gemerkt. Een opmerking van haar werd uit de context gehaald en op social media geplaatst. Met vele verontwaardigde reacties en tegenreacties tot gevolg.[1]

Veel mensen wijzen bij de moord op Paty en de affaire op de Haagse Hogeschool met een beschuldigende vinger naar de sociale media, maar ik denk dat die redenering te eenvoudig is. Mediaberichten gedijen alleen als er een voedingsbodem, een bepaald klimaat is. Ook voor de komst van social media bestonden er al hetzes tegen docenten. De affaire-Daudt is daarvan een bekend voorbeeld. Daudt was een wat behoudende hoogleraar die werd weggehoond door linkse studenten.[2] Ironisch genoeg wordt tegenwoordig juist in sommige rechtse kringen geageerd tegen de zogenaamde linkse indoctrinatie in het onderwijs.[3]

Ik vind dat wij als docenten (links of recht, online of offline) het gesprek met onze leerlingen en studenten met frisse moed moeten blijven voeren. De moord op Samuel Paty laat juist zien hoe hard dat nodig is. Door nu te zwijgen geven we de moordenaar zijn zin. De sleutelwoorden voor deze uitwisseling zijn zorgvuldigheid, respect en pluriformiteit. Samen vormen ze de brandstof en zuurstof voor het onderwijs en de samenleving. Die sleutelwoorden zijn niet bedoeld om te sussen, maar nodigen juist uit om je uit te spreken. Ik laat me op dit punt inspireren door het opinie-artikel van Maurits Berger in NRC van 24 oktober. Hij zegt dat we de controverses met elkaar moeten bespreken en het ongemak moeten benoemen. We moeten niet alleen maar lief proberen te zijn en niets ter discussie willen stellen. Juist in een tijd van scherpe stellingnames en controverses moeten we met elkaar praten over onze gevoeligheden en pijnpunten. Over de cartoon-kwestie zegt Berger dat hij als docent een serie uiteenlopende spotprenten laat zien zodat de studenten zien en ervaren dat de ene student bij een cartoon lacht, terwijl de andere ineenkrimpt; en dat het bij de volgende cartoon precies andersom is. Dat zet mensen aan het denken.

Ik heb een vergelijkbare ervaring met een spontaan gesprek over het Zwarte Piet issue, een paar jaar geleden. Het begon als een pittige woordenwisseling, maar na verloop van tijd vertelden de studenten met tegengestelde stellingnames waar hun boosheid en hun pijn zat. Vooral het delen van die pijn riep herkenning op. Die bespreking loste het probleem niet op, maar het luisteren naar elkaar werkte wel verhelderend.

Het is mooi als het lukt om problemen te bespreken omdat iedereen daarbij van elkaar kan leren. Wat mij betreft gaat aan de vrijheid van meningsuiting iets wezenlijks vooraf, namelijk de ruimte voor meningsontwikkeling. Het klaslokaal kan letterlijk en figuurlijk zo’n ruimte zijn.

 

Ter afsluiting kom ik nog even terug op mijn openingsvraag. In mijn eerste jaar als docent Maatschappijleer op een christelijke school in Huizen moest ik volgens het leerplan ook het thema Relaties bespreken. Ik had in Amsterdam een doos gratis voorlichtingsboekjes op de kop weten te tikken. Tijdens een les besprak ik het onderwerp Man-Vrouw verhoudingen, maar ik zag dat de leerlingen vooral met spreekwoordelijke rode oortjes zaten te lezen in het hoofdstuk dat over seks ging. Na afloop van de les kwam een jongen naar me toe en zei: “als mijn vader dit boekje te zien krijgt weet ik zeker dat hij naar de rector stapt om te zeggen dat u ontslagen moet worden”. Ik heb daarna nog vier jaar met plezier op die school gewerkt.

 

 

 

 

[1] https://nos.nl/artikel/2349379-uitspraak-docent-over-moord-op-baudet-uit-zijn-verband-gerukt-zegt-hogeschool.html

 

[2] https://www.trouw.nl/nieuws/schande-wat-we-u-hebben-aangedaan-professor-daudt~b9126ac6/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

 

[3] https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/4656656/woede-om-meldpunt-forum-over-indoctrinatie-onderwijs