Studenten in corona-tijd

Sinds 13 maart is het reguliere onderwijs op de hogeschool waar ik werk stilgelegd. Alles gebeurt sinds die dag online. In het begin was het erg wennen, maar nu heeft alles redelijk zijn vorm en plek gevonden. We kunnen gelukkig met elkaar verder. Technisch gezien loopt het naar wens, maar op sociaal vlak wordt nu goed duidelijk hoe belangrijk het is om elkaar regelmatig fysiek te ontmoeten. Online onderwijs kan reuze handig en efficiënt zijn, maar het voelt ook vaak schraal en kunstmatig aan. In 11 korte schetsen teken ik ervaringen van studenten op, zoals die de afgelopen twee maanden met mij zijn gedeeld. Om privacy-redenen heb ik de namen van de studenten veranderd en de situatieschets soms wat aangepast.

 

Maarten keert medio maart noodgedwongen terug uit Florida. Hij was in februari gestart met een exchange programma aan een Amerikaanse universiteit. Aan het begin van het studiejaar had hij iedereen enthousiast verteld over zijn plannen: eerst 5 maanden blokken en daarna nog twee maanden rondreizen. Alles was al maanden vooraf geregeld: tickets, studieprogramma, huisvesting. En nu is hij weer in Nederland. Zonder studiepunten, zonder kamer (want onderverhuurd) en zonder bijbaan. We proberen hem binnen te loodsen in een al lopend keuzeprogramma zodat hij toch nog met enige achterstand wat studiepunten kan behalen. Voorlopig zit hij op zijn oude tienerkamer bij zijn ouders.

Jeremy zit in jaar 1. Hij is een heel gemiddelde student: geen hoogvlieger, maar ook geen brokkenpiloot. Hij heeft halverwege het jaar gemerkt dat hij wat minder gemotiveerd begon te raken. Nu er al acht weken geen bijeenkomsten op school zijn geweest is zijn motivatie verder gedaald. Onlangs heeft de hogeschool bekend gemaakt dat het onderwijs in het eerste semester van het nieuwe cursusjaar ook voornamelijk online zal worden aangeboden. Daar heeft Jeremy geen trek in. Omdat dit ook geldt voor andere opleidingen en andere hogescholen denkt hij er serieus over na om te stoppen met de studie en een jaar te gaan werken.

Merel is een studente uit een afstudeerkring die ik begeleid. Elke twee weken bespreken we de voortgang van ieders afstudeerproject. Normaal gesproken in kleine groepen op de hogeschool, nu via Teams. Tijdens een bijeenkomst barst Merel in huilen uit. Het lukt haar niet om haar onderzoek uit te voeren. Niemand uit haar doelgroep heeft nu gelegenheid voor een diepte-interview en de geplande focusgroepen zijn niet te realiseren. Ze heeft altijd goede resultaten behaald en nu, met de eindstreep van de studie in zicht, lukt het haar niet om haar afstudeerproject op tijd af te ronden.

Joey vindt het eigenlijk allemaal wel best zo. Hij vindt het lekker makkelijk dat alles online gebeurt. Hij hoeft nu niet vroeg zijn bed uit en kan elke dag uitslapen. Op mijn vraag of hij niet zijn klasgenoten mist zegt hij lachend dat hij in zijn dorp voldoende vrienden heeft.

Ayse, een ouderejaars studente, moet een nog tentamen uit jaar 2 herkansen. Ze moet dat vak halen; anders mag ze niet aan haar afstudeerproject beginnen. Ze heeft een mooie praktijkopdracht gevonden en kan in mei starten. De herkansing zou in april plaats vinden, maar is tot eind juni uitgesteld omdat het niet op de gewone wijze afgenomen kon worden. Het gaat waarschijnlijk een online toets met essay vragen worden. Ayse klopt bij de examencommissie aan om toch al in mei met haar afstudeerproject te kunnen beginnen.

Daisy is een Indiase studente die bij ons een exchange programma volgt. Halverwege de maand maart hebben we moeten besluiten alles online te gaan doen. Dat gaat wonderwel. De meeste buitenlandse studenten zijn terug naar huis gegaan. Van grote afstand (Mexico, Stuttgart, Lyon, Madrid) volgen zij nu het programma. Projectwerk, colleges en trainingen kunnen met enig passen en meten allemaal doorgang vinden. De studenten zijn blij dat ze zo alsnog het programma kunnen volgen en afronden. Daisy is een van de weinige studenten die is gebleven. Haar room-mate is sinds kort ook vertrokken. Daisy kan niet naar huis; er gaan geen vluchten naar India. De flat voor buitenlandse studenten staat vrijwel leeg. Reden voor de eigenaar om flink te gaan renoveren. Tijdens onze Teams bijeenkomsten moet Daisy haar microfoon regelmatig uitzetten omdat we anders teveel lawaai van bouwwerkzaamheden horen.

De zes stagiairs die ik begeleid zijn stuk voor stuk nog druk bezig. Ze werken allemaal vanuit huis en het lukt hen om zinvol aan de slag te blijven. Terwijl bij veel andere opleidingen stages worden stopgezet, blijkt er in deze tijd voldoende werk te zijn voor communicatie-studenten. Ik heb alle begeleiders gebeld; zij zijn zeer te spreken over de studenten. Ik ben plaatsvervangend trots. Alleen Patty moet na een paar weken toch stoppen omdat de organisatie haar niet goed kan begeleiden. Patty is aangeslagen en teleurgesteld. Maar ze heeft er ook wel begrip voor. Twee weken later heeft ze een nieuwe stage-plek weten te vinden.

Op een middag gaat mijn telefoon. Het is Amira uit jaar 2. Ze wil iets met me bespreken wat ze niet tijdens een Teams-bijeenkomst wil delen. Ze zit nu acht weken thuis en de muren beginnen op haar af te komen. In tranen vertrouwt ze me toe dat ze als tiener last heeft gehad van depressies. Het gaat nu al jaren goed met haar, maar ze merkt nu dat ze weer somberder begint te worden. Niet heel erg, maar toch. We praten een kwartiertje met elkaar. Na afloop zegt ze dat ze blij is dat ze het even heeft kunnen vertellen.

Het is uit tussen Clark en zijn vriendin. Ze woonden al min of meer samen. Clark gebruikte altijd de laptop van zijn vriendin, maar dat is nu ook afgelopen. Clark heeft hierdoor geen toegang tot onze digitale onderwijsomgeving. En omdat hij zijn bijbaan in de horeca ook kwijt is, heeft hij geen geld voor een nieuwe laptop. Gelukkig weet hij na een paar weken via school een laptop te lenen.

Sherylee maakt zich zorgen om haar ouders op Sint Maarten. Ze woont hier bij een tante en dat gaat op zich goed. Ze is bang dat haar ouders corona krijgen. De gezondheidszorg op Sint Maarten is niet zo goed als hier in Nederland. Deze zomer zou ze hen voor het eerst in twee jaar gaan bezoeken, maar ze vreest dat dat door alle beperkingen niet gaat lukken.

Faisal is aan het afstuderen bij een grote gemeente. Hij onderzoekt mogelijkheden om burgers aan te zetten om te participeren en initiatieven te nemen. Hij wilde altijd al iets bij een overheidsorganisatie gaan doen. Naast zijn afstudeerwerk ondersteunt hij sinds enige tijd ook regelmatig het gemeentelijke corona crisisteam. Hij doet dit zo goed, dat hij een traineeship aangeboden heeft gekregen en meteen na zijn studie bij de gemeente aan de slag kan gaan.

 

De collegezalen en de praktijkruimtes zullen nog maandenlang leeg blijven. Dat zal nog heel wat van de studenten vergen. Ik ben de afgelopen weken onder de indruk geraakt van hun veerkracht, hun doorzettingsvermogen en hun geduld. Vanaf september zal de hogeschool mondjesmaat open gaan. Studenten zullen dan af en toe in kleine groepen bij elkaar kunnen komen. Aan ons de opdracht om daar waardevolle momenten van te maken. Inhoudelijk rijk en sociaal warm. Quality time. Dat hebben de studenten nodig. En dat verdienen ze.

Geef een reactie