Elke keer als er verkiezingen aankomen, schrijf ik een tekst met wat persoonlijke observaties en overwegingen. Een traditie die ik jaren geleden begon op verzoek van mijn kinderen. Of ik hen wat wegwijs wilde maken in het landschap van de Nederlandse en Europese politiek. Ik gaf daarin geen stem-adviezen, maar probeerde in toegankelijke bewoordingen wat te vertellen over onze staatsinrichting en over actuele ontwikkelingen.
Toen ik jaren later mijn blog startte, werkte ik die teksten op deze plek verder uit. Nu zijn er morgen weer verkiezingen. Op de valreep heb ik ook dit keer weer een tekst klaar. In zeven kortere blokken. Ik merk dat ik meer uitgesproken ben dan in vorige versies. Het is er wat mij betreft ook echt de tijd voor!
- SAMEN
Op woensdag 29 oktober kiezen we 150 volksvertegenwoordigers. Er staan maar liefst 27 partijen op het stembiljet. De keuze is reuze. Voor ieder deelbelang of voor elk issue is er wel een specifieke partij te vinden. Dat is een grote verworvenheid. Aan de andere kant gaat het er na 29 oktober juist om dat partijen elkaar weten te vinden. Dat maakt verkiezingen zo paradoxaal: eerst je afzetten tegen de anderen en de onderlinge verschillen uitvergroten om vervolgens met die anderen om de tafel te gaan zitten om een regeerakkoord te sluiten. In de kern gaan democratische verkiezingen wat mij betreft om de bereidheid om samen met anderen de problemen en uitdagingen van het land aan te gaan pakken.
- SPELREGELS
Er komen steeds meer partijen die in hun verkiezingsprogramma voorstellen opnemen die op gespannen voet staan met de rechtsstaat. Tot op zekere hoogte is dat geen probleem. Wetten en ook de Grondwet kunnen bijgesteld of zelfs ingrijpend veranderd worden. Het wordt zorgwekkend als partijen zich bewust niet aan de huidige spelregels van ons democratisch bestel willen houden. In voetbaltermen: sommige politieke spelers maken bij herhaling opzettelijk hands. Als ze daarvoor bestraft worden roepen ze dat de scheidsrechter niet deugt en dat de VAR partijdig is. Ik vraag me af waarom we partijen en politici die doelbewust ons democratische spel saboteren niet af en toe een gele kaart kunnen geven.
- LEVEREN
Besturen is een vak. Als je je huis laat verbouwen door een aannemer, ga je op zoek naar referenties, reviews. Je wilt met een betrouwbaar, solide bedrijf in zee gaan. Niet een bedrijf dat prutswerk levert en jou halverwege de verbouwing laat zitten. In dat opzicht vind ik het vreemd dat grote groepen kiezers in Nederland zich keer op keer in de armen storten van nieuwe leiders en nieuwe partijen zonder bewezen staat van dienst. Dat begon bij de LPF van Pim Fortuyn en dat ging daarna via FvD van Baudet door naar de BBB van Caroline van der Plas en NSC van Pieter Omtzigt. Deze ‘plofpartijen’ doen het korte tijd heel goed, maar vallen al snel in duigen, waarmee ze een grote schare kiezers gedesillusioneerd achterlaten. In die zin is het lachwekkend dat de partij van Caroline van der Plas tijdens deze campagne de slogan ‘BBB Levert’ gebruikt. Het opzetten van een partij kost veel tijd. Je hebt leden nodig, je moet mensen aantrekken en opleiden die verantwoordelijkheid kunnen en willen dragen. Alleen met ervaren, betrouwbare mensen kun je grote klussen klaren.
N.B. De PVV is weliswaar geen plofpartij, maar kent geen leden en weet ook geen deskundig partijkader op te bouwen. Dat gebrek aan bestuurlijke kwaliteit bij de PVV is het afgelopen jaar pijnlijk duidelijk geworden.
- VERANTWOORDING AFLEGGEN
In een gezonde democratie zijn media, wetenschappers, rechters, belangenorganisaties en adviesinstanties belangrijke spelers. Ze toetsen, publiceren, waarschuwen, lobbyen, corrigeren, informeren en dragen inzichten aan. Een fijn, veelkleurig geheel van geluiden en tegengeluiden, checks and balances. Ze zorgen er met elkaar voor dat politici niet zomaar iets kunnen doen, maar dat ze goed doordacht beleid ontwikkelen en daarover ook verantwoording afleggen. Er zijn steeds meer politici die morrelen aan de legitimiteit en het gezag van dergelijke organisaties. Ze willen media de mond snoeren, adviesorganen afschaffen, wetenschappelijk onderzoek ondermijnen. Een teken aan de wand: dat is de weg die autocraten inslaan: geen tegenspraak dulden; geen verantwoording afleggen.
- HAAT EN GEWELD
Femicide, moslimhaat, jodenhaat, gewelddadige demonstraties met nazi-symbolen. Nederland staat er gekleurd op. Waar we jarenlang te boek stonden als een tolerant land, is er tegenwoordig veel reden om je je als Nederlander diep voor te schamen. Alsof de geest uit de fles is. We hebben politici en partijen nodig die dit niet goedpraten of verder aanwakkeren, maar dit juist willen agenderen en bestrijden.
- VVD ALS POORTWACHTER
De VVD is de poortwachter van de democratie op rechts. De VVD heeft altijd al een vleugel gehad die de partij verder naar rechts wilde trekken. In een meer extreme, nationalistische richting. Denk aan de tweestrijd tussen Rita Verdonk en Mark Rutte, twintig jaar geleden. Rutte won die strijd met moeite en wist de meer extreme vleugel in zijn partij te beteugelen. Dat is nu anders. Anderhalf jaar geleden zette zijn opvolger Dilan Yesilgöz de deur naar de PVV open. Met alle desastreuze gevolgen van dien. De VVD zal opnieuw kleur moeten bekennen: voor de democratie en tegen partijen die xenofobe, anti-democratische plannen hebben. Dat gebeurt nu onvoldoende. Yesilgöz is wat dat betreft niet geloofwaardig, omdat zij ervoor koos om samen te gaan werken met de PVV en de steeds extremer wordende BBB. En nog steeds doet ze alsof Frans Timmermans en zijn partij een groter gevaar voor onze samenleving vormen, dan partijen als de PVV en JA21.
- DE NIEUWE PREMIER
Ik stem al jarenlang links. Afwisselend PvdA en GroenLinks. De fusie van beide partijen maakt het me in die zin makkelijk. Zeker nu ook Marjolein Moorman op de kandidatenlijst staat. Zij krijgt mijn stem. En ondanks die voorkeuren hoop ik dat Rob Jetten onze nieuwe premier wordt. Ik vind namelijk dat ons land na vier kabinetten Rutte en de ramp-regering van Dick Schoof een stabiel kabinet nodig heeft onder leiding van iemand die een positieve positie ten opzichte van de andere deelnemende regeringspartijen inneemt. Met het uitsluiten van de PVV door alle gevestigde partijen, kan het haast niet anders dan dat de nieuwe regering wordt gevormd door GroenLinks-PvdA, D66, CDA en VVD. Vier partijen die een breed spectrum van de Nederlandse bevolking vertegenwoordigen. Die partijen hebben veel ervaren en deskundige kandidaat-bestuurders in de gelederen. Ongeacht de vraag wie van deze vier partijen de grootste wordt, vind ik Rob Jetten de beste kandidaat om premier te worden. Frans Timmermans en Dilan Yesilgöz hebben allebei een uitgesproken profiel en zullen bij andere coalitiegenoten de nodige kritiek en weerstand oproepen. Rob Jetten is een ervaren politicus die voor alle partijen acceptabel is. Zijn progressieve profiel zal goed vallen bij GroenLinks-PvdA. Zijn liberale waarden zullen het niet slecht doen bij de VVD. En als kopman van een degelijke, betrouwbare middenpartij zal het CDA met hem uit de voeten kunnen. Rob Jetten oogt fris en optimistisch. Dat hebben we na het kabinet-Schoof hard nodig. En bovendien heeft D66 door de jaren heen veel kwaliteitspolitici voortgebracht (Hans van Mierlo, Jan Terlouw, Els Borst, Sigrid Kaag), maar nog nooit de premier mogen leveren. Als Jetten in 2026 premier wordt is dat 60 jaar na de oprichting van zijn partij. De hoogste tijd dat hij met zijn partij D66 deze rol krijgt.







